Mijn column in het zomernummer van Jacht en Beheer: ‘Nederland zonder weidegang? Onvoorstelbaar!’ - Main contents
Nederland zonder weidegang? Onvoorstelbaar!
De wolfsproblematiek is in de donkere tijden van de coronacrisis in de media begrijpelijkerwijs op de achtergrond geraakt. De recente aanvallen op landbouwhuisdieren – in de Lage Landen, van de Betuwe tot Brabant – blijken echter wederom het werk van wolven. In het Brabantse Someren-Eind zijn Schotse hooglanders verslonden. Wanneer worden veulens, pony’s of – God verhoede – een kind het slachtoffer? Ik waarschuw al jaren in Brussel en op internationale conferenties elders in Europa voor de grensoverschrijdende problemen die de snelle toename van wolven in de Europese Unie met zich meebrengt.
De wolfsproblematiek en bescherming van de weidegang van schapen, kalveren en veulens blijven bovenaan de agenda van de intergroep Biodiversiteit, Jacht en Platteland in het Europees Parlement staan. Dit heb ik onlangs bij mijn herbenoeming als secretaris-generaal ook nogmaals benadrukt.
Wolven zijn een Europees strikt beschermde soort, maar blijven opportunistische roofdieren. Omheinen van percelen wordt zeer kostbaar en is in andere EU-landen vaak financieel onhaalbaar en vrijwel nergens afdoende, benadrukt Schreijer. Net als bij de ganzenschade lijkt de compensatie nu voor overheden nog behapbaar, maar zodra meer solitaire wolven of meer roedels zich in Nederland vestigen, zullen de kosten exponentieel stijgen. De financiële schadeloosstelling is nu al ontoereikend voor doodgebeten dure fokdieren van zeldzame schapen- en andere huisdierrassen.
De beschermde status van de wolf moet volgens het EU-Parlement door de lidstaten tijdelijk worden gewijzigd in Europese regio’s waar de wolvenpopulaties ongewenst of niet langer bedreigd zijn en blijvende problemen met beweiding van natuurgebieden, weidegang, openbare veiligheid en andere beschermde diersoorten en habitats ontstaan. De Habitatrichtlijn biedt die flexibliteit. Zeker als beweiding onmogelijk wordt gemaakt en kuddes voor het beheer van Natura 2000-gebieden met beschermde heide of andere beschermde planten- en diersoorten in gevaar komen. Zoals wel vaker lijden veel milieu- en dierenactivisten aan selectieve blindheid en Oost-Indische doofheid in deze discussie.
Er wordt door ecologen ook gesteld dat een goede stand van instandhouding voor de populatie in de Noord-Duitse laagvlakte nog niet bereikt is. Wanneer is die eigenlijk bereikt? Als wolvenroedels de Schelde en Somme overgezwommen hebben? Overheden moeten met contra-expertise komen.
Ik ben dan ook blij met de toenemende steun. Onlangs heeft de Drentse gedeputeerde Henk Jumelet aan Provinciale Staten toegezegd dat hij in nationaal en Europees verband de discussie aan wil gaan om ‘gecontroleerd beheer van wolven’ mogelijk te maken. Terecht stelt Jumelet: een provincie Drenthe zonder schapen op de heide is eenvoudigweg niet voor te stellen. Een Nederland zonder weidegang is niet voor te stellen. Ook in de gemeente West-Betuwe is het thema door het raadslid Van Krieken (CDA) geagendeerd na een grote slachting onder schapen.
Ik herhaal dit pleidooi in Brussel en Straatsburg: de EU-Commissie kan niet langer vanuit de ivoren toren toezien en moet met oplossingen en juridische richtsnoeren voor lidstaten en regionale overheden komen. Die worden nu al jaren met de concrete problemen geconfronteerd. Het onveiligheidsgevoel en de emoties nemen toe en er worden kinderen binnengehouden.
Het gaat uiteindelijk om de vraag of de uitbreiding van de wolf in Nederland wenselijk en vanuit een ecosysteembenadering verstandig is. Het enige antwoord kan volgens mij ook in Nederland het actieve beheer van de wolf zijn, zodra de wolf de weidegang, recreatie, economie en andere beschermde natuur bedreigt. Daarom heeft Zweden twee jaar geleden voor het eerst in meer dan vijftig jaar de beheersjacht op de wolf geopend en zijn er in Duitse deelstaten afschotmaatregelen voor gevaarlijke situaties.