Verenigde Vergadering Prinsjesdag verplaatst naar Grote Kerk
DEN HAAG (PDC) - De Verenigde Vergadering1 van de Staten-Generaal op Prinsjesdag zal dit jaar niet in de Ridderzaal, maar in de Grote Kerk plaatsvinden. Voorzitter van de Eerste Kamer, Jan Anthonie Bruijn2 en de voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib3, hebben hiertoe besloten.
Vanwege de maatregelen tegen het coronavirus is het aantal aanwezigen gereduceerd. De Ridderzaal is echter te klein om ruimte te bieden aan 75 Eerste Kamerleden en 150 Tweede Kamerleden die anderhalve meter afstand houden. De Grote Kerk biedt voldoende ruimte.
Officieel valt de Verenigde Vergadering buiten de ingestelde coronamaatregelen. De Staten-Generaal hebben zelf besloten dat zij zich zo veel mogelijk aan de richtlijnen van het RIVM willen houden.
Het is overigens niet voor het eerst sinds 1904 dat de Verenigde Vergadering op Prinsjesdag niet in de Ridderzaal plaatsvindt. In 1907 werd de plechtigheid verplaatst naar de Tweede Kamer, omdat in de Ridderzaal een internationale vredesconferentie was. Dat gebeurde eveneens in 1908 en opnieuw in 1911, toen de koningin verhinderd was.
Bron: Eerste Kamer
- 1.De gezamenlijke vergadering van beide Kamers van de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) heet Verenigde Vergadering. De voorzitter van de Eerste Kamer leidt deze vergadering (artikel 62 Grondwet).
- 2.Jan Anthonie Bruijn (1958) is sinds 2 juli 2019 voorzitter van de Eerste Kamer. Hij is sinds 6 november 2012 Eerste Kamerlid voor de VVD. De heer Bruijn was hoogleraar immunopathologie (gespecialiseerd in nierziekten) in Leiden. Hij was in 2010, 2012 en 2017 voorzitter van de commissie die het VVD-verkiezingsprogramma opstelde. Voor hij Kamervoorzitter werd, hield de heer Bruijn zich als Eerste Kamerlid met name bezig met onderwijs en zorg.
- 3.Khadija Arib (1960) was vanaf 19 mei 1998 tot 4 november 2022, met een onderbreking van 30 november 2006 tot 1 maart 2007, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Van 13 januari 2016 tot 7 april 2021 was zij voorzitter van de Tweede Kamer. Mevrouw Arib is van Marokkaanse afkomst en kwam op haar vijftiende naar Nederland. Zij was voor zij Kamerlid werd onder meer waarnemend hoofd en senior-beleidsmedewerker Maatschappelijke Opvang en Gezondheidszorg van de gemeente Amsterdam. In de Tweede Kamer hield zij zich bezig met gezondheidszorg, medisch-ethische vraagstukken, bestrijding van mensenhandel en zedenwetgeving. Zij was voorzitter van de algemene commissie voor Jeugdzorg en gedurende korte tijd van de tijdelijke commissie corona.