Initiatiefnota - Initiatiefnota van de leden Van Ojik en Diks: Behoud het woud - tien voorstellen ter bescherming van bos wereldwijd - Main contents
Deze initiatiefnota i is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 35327 - Initiatiefnota van de leden Van Ojik en Van den Nieuwenhuijzen: Behoud het woud - tien voorstellen ter bescherming van bos wereldwijd.
Officiële titel | Initiatiefnota van de leden Van Ojik en Diks: Behoud het woud - tien voorstellen ter bescherming van bos wereldwijd; Initiatiefnota; Initiatiefnota |
---|---|
Document date | 04-11-2019 |
Publication date | 04-11-2019 |
Nummer | KST353272 |
Reference | 35327, nr. 2 |
Commission(s) | Buitenlandse Zaken (BUZA) |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
35 327
Initiatiefnota van de leden Van Ojik en Diks: Behoud het woud - tien voorstellen ter bescherming van bos wereldwijd
The world is too much with us; late and soon,
Getting and spending, we lay waste our powers;
Little we see in Nature that is ours;
We have given our hearts away, a sordid boon!
William Wordsworth
«Alles is van dezelfde adem. Het dier, de boom, de mens. De lucht deelt zijn wezen met al het leven.»
Chief Seattle
Deze zomer was er wereldwijd veel aandacht voor de branden in de Amazone. Bosbranden komen in de Amazone elk jaar voor, maar uit ruimteonderzoek bleek dat het gebied in 2019 84% meer werd getroffen dan in 2018. Foto's van de brandende Amazone gingen de wereld over, de Braziliaanse president legde de schuld bij NGO's en de G7-top sprak in augustus haar zorgen uit.
Daarbij kwam opnieuw de vraag op tafel wie zeggenschap heeft over het bos en verantwoordelijk is voor de branden. Mogen de rijke landen, die zelf hun bossen grotendeels kapten, met een beschuldigende vinger naar Brazilië wijzen? Nee, zegt de Braziliaanse president Bolsonaro. Ja, zeggen de indieners in deze nota. Maar dan is er wel geloofwaardig beleid nodig. Dit geldt ook voor Nederland zelf: De leden Bromet en Futselaar hebben reeds een initiatiefnota voor een nationaal bossenplan ingediend.1
De 18 miljoen euro die de G7-landen in augustus aan Brazilië beloofden was een aanfluiting in verhouding tot de grootte van de ramp. Wat moet er wel gebeuren? Er zijn her en der in beperkte mate internationale afspraken gemaakt, de Europese Unie voert eigen beleid en Nederland
1 Initiatiefnota van de leden Bromet en Futselaar over Nationaal Bomenplan, 9 oktober 2019 (Kamerstukken II 2019/2020, 35 309, nr. 2.
kst-35327-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
voert eigen beleid. Eind september schreef het Nederlands kabinet dat het begin 2020 zijn bossenbeleid gaat aanscherpen.1
Maar ondertussen gaat de ontbossing in een schrikbarend tempo door. Zij vormt zo een rechtstreekse bedreiging voor de strijd tegen klimaatverandering, het behoud van biodiversiteit en de leefomgeving van honderden miljoenen wereldburgers.
De initiatiefnemers doen in deze nota voorstellen die beogen het buitenlandse bossenbeleid effectiever te maken. Dat vraagt om een actievere Nederlandse inzet: in de Verenigde Naties, in de EU, in de bilaterale diplomatie, bij het aangaan van handelsrelaties en bij het toezicht op - en de steun aan - buitenlandse investeringen.
Met deze nota hopen de indieners aan die inzet een bijdrage te leveren.
De nota kent de volgende opbouw:
-
1.Het belang van het bos
-
2.Oorzaken van ontbossing
-
3.Gevolgen van ontbossing
-
4.Bestaande internationale afspraken en wat daar aan ontbreekt
-
5.Nederlands beleid en wat daar aan schort
-
6.Tien voorstellen
Een van de grootste uitdagingen van deze tijd is het tegengaan en verminderen van klimaatverandering. De allergrootste opgave bestaat daarbij uit de transitie van fossiele brandstoffen naar duurzame energie. Deze transitie kan zorgen voor een aanzienlijke vermindering van de opwarming en vervuiling van de aarde. Grote bosgebieden en tropische regenwouden leveren een belangrijke bijdrage aan deze opgave. Bossen verdienen daarom betere internationale bescherming.2
Grote bosgebieden spelen een onmisbare rol in het beheersen van de wereldwijd stijgende temperatuur. Bossen fungeren als «opslag» voor koolstofdioxide die anders in de atmosfeer blijft hangen, en zodoende als «koelingsmechanisme» voor de aarde. Hoe groter het bosgebied, hoe meer koolstofdioxide er wordt geabsorbeerd en hoe beter de aarde wordt gekoeld, waardoor de temperatuur wereldwijd minder stijgt.3 Ongeveer een kwart van de voorziene mondiale emissiereductie kan voortkomen uit het tegengaan van ontbossing en duurzamer landgebruik.4
Bossen zijn niet alleen van groot belang voor het klimaat, maar ook voor de biodiversiteit en de leefbaarheid van de aarde voor mensen en dieren. Zo'n 80% van alle diersoorten leeft in of is afhankelijk van bossen voor hun voortbestaan.5 Daarbij halen we veel grondstoffen voor medicijnen uit het regenwoud en kunnen in de toekomst nog meer medicijnen worden ontdekt6.
Ongeveer 1,25 miljard mensen zijn op directe of indirecte wijze voor hun bestaan afhankelijk van bosgebied. Voor de in totaal 60 miljoen leden van de inheemse volkeren is bos of tropisch regenwoud hun primaire woonomgeving. Voor nog eens 690 miljoen andere mensen die in de bossen leven staan huisvesting, drinkwater en voeding op het spel. Het overige deel van de 1,25 miljard mensen is afhankelijk van bossen voor landbouwgrond en bedrijvigheid.7 Ontbossing kan leiden tot sociale conflicten en migratie zeker in risicogebieden zoals de Greater Mekong in Zuidoost Azië. Bovendien blijkt uit het rapport «The Cost of Doing Nothing» van het Rode Kruis dat als we niets doen aan klimaatverandering er in 2050 het indrukwekkende aantal van 200 miljoen mensen slachtoffer is van klimaatrampen.8
Vanaf het begin van de menselijke beschaving is ongeveer 46% van de bomen gekapt.9 Op dit moment maakt bosgebied nog 30% uit van het landelijk gebied op aarde. 96% van de ontbossing vindt plaats in tropisch regenwoudgebied, met hot spots in de Amazone in Brazilië, de Congo-bekken in Afrika, Indonesië en bosgebied in Rusland.10 Volgens de FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) is ondanks tegenmaatregelen de mate van ontbossing niet significant gedaald in de afgelopen twintig jaar.11 Hierbij vormen de twee grootste bedreigingen de mate van ontbossing zelf en bosdegradatie, waarbij bossen niet worden gekapt maar wel zodanig worden aangetast dat de kwaliteit van de bomen ernstig in gevaar is.12
Ontbossing wordt grotendeels veroorzaakt door landbouwactiviteiten. De tweede grootste veroorzaker is wanbeleid rond infrastructuurprojecten. Daarnaast zijn bosbranden een steeds meer voorkomende oorzaak van ontbossing. Jaarlijks worden miljoenen hectares bos verwoest door bosbranden. Bosbranden zijn niet per definitie problematisch, maar wel als de frequentie en heftigheid steeds toenemen, en zeker als dit op de verkeerde plekken gebeurt. Door het in brand steken van bosgebied voor landbouw woeden bosbranden steeds vaker en heftiger. Ook vervuiling en illegale exploitatie van mijnen en landbouwgronden zijn belangrijke oorzaken van de aantasting van grote bosgebieden.
Claims van regeringsleiders zoals Bolsonaro van Brazilië die «bemoeienis» van buitenaf bij bosbranden af te doen als neokolonialisme, zijn wat betreft de initiatiefnemers niet valide. In het volkenrecht is immers vastgelegd dat op basis van het voorzorgsbeginsel je het zekere voor het onzekere moet nemen en geen handelingen mag verrichten als je niet zeker weet dat deze geen ernstige milieuschade teweegbrengen.13 Dat door vernietiging van grote bosgebieden internationale ecosystemen in gevaar komen en de vitale belangen van de aarde worden bedreigd, is wat betreft de initiatiefnemers genoeg reden voor actieve bemoeienis en internationale bijdrages aan bosgebieden. Tegenover dit recht je er mee te bemoeien staat volgens de initiatiefnemers de plicht voor rijke landen bij te dragen aan een oplossing en over de brug te komen met voldoende middelen. Zij hebben immers ook de economische vruchten geplukt van de verdwijning van zoveel bos.
Er ligt dus wat betreft de initiatiefnemers een grote opdracht om de bossen te behouden, beschermen en uit te breiden. Deze opdracht is volgens de initiatiefnemers grensoverschrijdend. De houtkap die plaatsvindt in het Amazonegebied in Brazilië, heeft gevolgen voor de rest van de wereld. Nu al is duidelijk te merken dat ontbossing in Indonesië luchtvervuiling veroorzaakt in omringende landen en gebieden.
Helaas constateren de initiatiefnemers dat pogingen in de laatste tientallen jaren om ontbossing en bosdegradatie tegen te gaan, zoals het aanplanten van nieuw bosgebied en de naleving van striktere regels bij de kap en import van hout, volstrekt onvoldoende zijn. In sommige gebieden zijn aanvankelijke successen zelfs juist weer omgekeerd. In de afgelopen eeuw is de helft van het wereldwijde regenwoud al verdwenen. Dat is alarmerend, omdat de mate waarin ontbossing bijdraagt aan klimaatverandering heel groot is.
Ongeveer 15 tot 20% van alle broeikasgasuitstoot ter wereld komt van ontbossing en bosdegradatie.14 Nu al verliezen we jaarlijks 18.7 miljoen hectare bos, wat gelijk staat aan 27 voetbalvelden per minuut.15 Volgens het Wereld Natuurfonds verliezen we in de komende vijftien jaar, als we niks doen, 420 miljoen hectare bos in elf van de werelds belangrijkste bosgebieden.
Uitstoot van broeikasgassen leidt zoals bekend tot stijgende temperaturen, extreem weer en veranderingen in watercycli waardoor rivieren en landschap niet meer in balans zijn.16 Bomen zijn tevens nodig om bodemerosie tegen te gaan. Sinds 1960 is al een derde van alle landbouwgrond ter wereld verloren gegaan doordat het teveel is gedegradeerd.
Ontbossing heeft niet alleen grote gevolgen voor het klimaat, maar ook voor de biodiversiteit en de leefbaarheid van de aarde voor mensen en dieren. Zo worden de Sumatraanse en Borneose Orang-Oetangs, Sumatraanse olifanten en tijgers, Neusapen, Platkopkatten en Borneose dwergolifanten met uitsterven bedreigd als de boskap zo doorgaat.17 Als planten- en diersoorten eenmaal zijn uitgestorven is het uitgesloten dat ze ooit weer terugkomen of aangroeien.
Landrechtenbeschermers en milieuactivisten die natuurgebied en bossen willen beschermen staan steeds meer onder druk. Zij moeten dit soms met de dood bekopen. Volgens een rapport van Global Witness zijn er in 2017 maar liefst 197 van hen vermoord. Human Rights Watch constateert in een rapport van september 2019 dat in de Amazone ontbossing wordt aangejaagd door criminele bendes die milieuactivisten en landenrechten-verdedigers intimideren en bedreigen.18
Daarnaast wordt in productieketens door bedrijven weinig rekening gehouden met de rechten van inheemse volkeren. Volgens de initiatiefnemers prevaleert het economisme hier boven de bescherming van mensenrechten.
Belangrijkste bosgebieden: de Amazone, het Congobekken, Zuidoost Azië en Rusland
Amazone
De Amazone bestaat voor 40% uit tropisch regenwoud en herbergt zo'n 10-15% van alle diersoorten wereldwijd. In de afgelopen vijftig jaar is ongeveer 17% van het bos in de Amazone verdwenen. Het tempo van ontbossing stijgt sinds 2013, toen controles verzwakten en regelgeving soepeler werd. Onder het presidentschap van Bolsonaro zijn de remmen verder losgegooid. Wetenschappelijk bewijs over klimaatverandering en bosbranden wordt door hem openlijk in twijfel getrokken. Hij geeft NGO's de schuld van het aanwakkeren van bosbranden en moedigt beleid aan om het Amazonegebied verder af te breken. Milieuwetgeving die jaren succesvol de ontbossing onder controle hield, staat sterk onder druk. Er wordt enorm bezuinigd op de milieupolitie. Het liefst geeft Bolsonaro boeren vrij spel om bosgebied te kappen en verbranden en zelfs om milieuactivisten en landenrechtenverdedigers uit de weg te ruimen.19 Verdere ontbossing van de Amazone kan ontwrichtende gevolgen hebben. Nu al is te merken dat droogte en bosbranden toenemen. In het laatste decennium zijn er drie ernstig droge periodes geweest. Omdat zo'n 70-80% van de houtkap illegaal is, neemt de ontbossing alleen maar verder toe. Daarbij is sprake van een zogenaamd omslagpunt waarbij, als er teveel bos wordt gekapt, er niet meer genoeg bomen zijn om het natuurlijke waterrecycling systeem in stand te houden.20 Sommige wetenschappers verwachten dat dit het geval zal zijn als 40% van het regenwoud is verdwenen, andere berekeningen geven aan dat dit al in werking treedt nadat 20-25% van het regenwoud is verdwenen.21 Voor de Amazone, die de unieke eigenschap bezit dat het haar eigen water recyclet, is dit een ramp die mogelijk veel verder reikt dan alleen de Amazone zelf.22 Verdere ontbossing doet de gemiddelde temperatuur op aarde wereldwijd verder stijgen met 0,1 graden Celsius in 2100 - een aanzienlijke stijging als je bedenkt dat de gewenste maximale stijging 0,5 graden Celsius behelst. Voor het Noord-Amerikaanse continent kunnen de gevolgen ontwrichtend zijn: door verminderde sneeuw- en regenval (met respectievelijk 50% en 20%) wordt er een El Nino klimaat geproduceerd met alle gevolgen voor droogte, voedselproductie en leefomgeving van dien.23
De initiatiefnemers hebben kritiek op de rol van Nederland bij ontbossing in de Amazone Relatief onopgemerkt hebben Nederlandse bedrijven als Boskalis, Damen en Arcadis de afgelopen jaren meegebouwd aan de «Centro-Norte Corredor»24: de aanleg van asfaltwegen en spoorlijnen dwars door honderden kilometers Amazonewoud. Uit onderzoek van platform Investico, de Groene Amsterdammer en Trouw blijkt dat de Nederlandse ambassade in Brazilië deze bedrijven actief ondersteunt. Al tien jaar zet Nederland diplomatieke contacten, kennis en financiering in zodat Nederlandse bedrijven de sojacorridor kunnen ontwikkelen. En niet zonder succes: Arcadis hielp met de aanleg van de sojahaven, Boskalis loodst schepen havens binnen en de Nijmeegse botenbouwer Alewijns verkocht boten aan Brazilië. Ondertussen worden lokale bewoners van hun land verdreven en krijgen zij te maken met geweld. Zo draagt Nederland actief bij aan ontbossing, gewapend conflict en landroof. Dat is des te prangender, omdat al in 1991 in het Regeringsstandpunt Tropisch Regenwoud werd aangegeven dat: «veruit de belangrijkste aantasting van het tropisch regenwoud ontginning [is], veelal door verbranding ten behoeve van (tijdelijke) landbouw... die geproduceerd worden op gronden waar oorspronkelijk tropisch regenwoud op heeft gestaan.»25 De initiatiefnemers stellen voor dat ambassades deze activiteiten voortaan actief ontmoedigen.
Congobekken
Het Congobekken, het stroomgebied van de rivier de Kongo, strekt zich uit in grote delen van Centraal Afrika, voornamelijk in de Democratische Republiek Congo, maar ook in landen als Angola, Burundi, Kameroen, de Centraal Afrikaanse Republiek, Rwanda, Zuid-Sudan, Tanzania en Zambia. Dit betekent dat ongeveer 80 miljoen mensen afhankelijk zijn van de Congobekken voor een gezond klimaat, schoon drinkwater, voedsel, houtskool en medicinale planten. Daarnaast houdt het Congobekken 25% van de wereldwijde koolstof vast. De ontbossing in het Congobekken neemt de laatste jaren sterk toe: in de laatste vijf jaar is het tempo van ontbossing verdubbeld van gemiddeld minder dan twee miljoen hectare per jaar van 2001 tot 2013, tot gemiddeld meer dan vier miljoen hectare per jaar daarna.26 Dit draagt significant bij aan de droogte in de Sahel-regio en de Hoorn van Afrika. Doordat het Congobekken een aanzienlijke bron van regenval in de Sahel-regio zijn produceert de lucht er twee keer zoveel regen als niet-bebost gebied in de regio.
De belangrijkste oorzaak voor ontbossing in de Democratische Republiek Congo is de «slash-and-burn» tactiek waarbij niet met machines maar met bijlen wordt gewerkt. Op deze manier is veel bos gekapt voor landbouw-gebruik.27 Onderzoekers van de universiteit van Maryland suggereren dat als dit zo doorgaat, de voornaamste bossen van Congo tegen 2100 compleet weggevaagd zijn.28 Gezien de verwachte bevolkingsgroei en de relatief kleinschalige manier waarop bos nu nog wordt gekapt, is het aannemelijk dat met de introductie van eventueel grootschaligere tactieken er op nog hoger tempo bos wordt gekapt. China speelt een belangrijke rol bij deze grootschaligere ontbossing in het Congobekken, als groot importeur van Afrikaans hardhout.
Hoewel er wetgeving is dat het kappen van bomen zonder vergunning en het verbranden van bomen voor de jacht verbiedt, is door grootschalige corruptie en de grootte van het gebied naleving hiervan gering.29 Bovendien heeft onderzoek aangetoond dat beleid ter bescherming van het tropisch regenwoud in het Congobekken verder tekort schiet. In sommige gevallen is zelfs vastgesteld dat sinds de introductie van speciaal bosbeleid de ontbossing juist is toegenomen, of dat maatregelen ter verduurzaming van productieketens lang niet bereiken wat ze beogen -namelijk het tegengaan van ontbossing.30
Zuidoost Azië
In Zuidoost Azië is Indonesië het land dat de grootste hoeveelheid bos kapt. Elk jaar wordt hier ongeveer een miljoen hectare regenwoud ontbost. Na de Verenigde Staten en China is Indonesië de grootste CO2-uitstoter ter wereld. Dit komt voor een groot deel door het hoge ontbossingsgehalte: 85% van de Indonesische CO2-uitstoot komt door het verbranden van tropisch veenland en regenwoud.31 Er wordt in Indonesië veel hout gekapt om ruimte te maken voor het verbouwen van palmolie, papier, soja en veeteelt. De grond bestaat voornamelijk uit tropisch veen, een grondsoort gevormd door afgestorven planten en hout. Tropisch veen is essentieel voor het tegengaan van het broeikaseffect, omdat het veel CO2 opneemt. Het tropisch veen wordt door plantagehouders drooggelegd en is daardoor makkelijk ontvlambaar. Wat begon als het aansteken van kleine akkers, leidde al snel tot massale bosbranden. Het in brand steken van tropisch veen levert giftige rook op waar zelfs inwoners van Singapore luchtweginfecties van krijgen. In zes Indonesische provincies is vanwege deze bosbranden inmiddels de noodtoestand uitgeroepen.32 Honderden burgers zijn voor het aansteken van bosbranden gearresteerd.
Indonesische bossen zijn essentieel voor de biodiversiteit. Indonesië heeft, na Brazilië en de Democratisch Republiek Congo, de grootste variëteit aan diersoorten, zo'n 3000. Daar onder zijn Sumatraanse Tijgers, Pygmy olifanten, neushoorns en orang-oetans. Vooral de orang-oetans en Pygmy olifanten worden bedreigd met uitsterving.33 De Javaanse tijger, die het Indonesisch regenwoud als thuis had, is al uitgestorven.
De ontbossing in Indonesië is sinds 2014, na het aantreden van president Joko Widodo, sterk verminderd. Widodo kondigde na de ernstige bosbranden in 2015 aan een verbod te willen invoeren op palmolieplan-tages in het regenwoud. Dit verbod trad eind 2018 in werking, voor een termijn van drie jaar. Ook alle bestaande vergunningen voor palmolieplan-tages worden herzien.34 Milieuorganisaties hebben opgeroepen tot verlenging van de termijn met minstens 25 jaar, zodat het regenwoud zich volledig kan herstellen.35 Noorwegen heeft sinds 2010 een overeenkomst met Indonesië dat als er bos wordt aangeplant, ze hiervoor een vergoeding krijgen. Begin 2019 is die voor het eerst uitgekeerd.36 Al deze inspanningen zijn volgens de initiatiefnemers positief, maar kennen een belangrijk hiaat. Net zoals in de Amazone worden rechten van inheemse volkeren ernstig geschonden.37 Als gevolg van de palmolie-industrie verliezen zij cruciaal grondgebied. Nationale wetten om hen te beschermen zijn zwak en bedrijven die handelen in palmolie nemen vaak hun verantwoordelijkheid niet.
Naast Indonesië is Maleisië belangrijk. De bossen op het Maleisisch schiereiland zijn bijna allemaal gekapt, behalve het bos in Taman Negara, een beschermd natuurgebied. Het Maleisische gedeelte van Borneo kent de grootste ontbossing van het land, en de biodiversiteit is daar tussen 2000-2012 met bijna 15%, ofwel 2,3 miljoen vierkante kilometer. Er wordt voornamelijk ontbost om plaats te maken voor palmolieplantages, en de palmolielobby is machtig in de Maleisische politiek.
Alarmerend genoeg worden de nieuwe palmolieplantages ook aangeduid als «bos». De Maleisische overheid stelt dat er dertien miljoen hectare bos «nieuw» is aangelegd sinds 2005. Slechts 18,7% van die dertien miljoen hectare is daadwerkelijk «primary forest», dus bos waar de biodiversiteit bij gebaat is.38 Bovendien zijn palmolieplantages, anders dan bos, niet zo geschikt voor het opnemen van CO2. Het vervangen van bossen met palmolieplantages is niet alleen slecht voor de biodiversiteit, maar ook voor de mondiale CO2-uitstoot.
Maleisië kent bijna tweeduizend diersoorten en meer dan vijftienduizend plantensoorten. Door ontbossing is de Borneose orang-oetan bijna uitgestorven. Ook Maleisië heeft last van «grensoverschrijdende luchtvervuiling», waardoor het publieke leven van september tot oktober 2015 geheel stil lag vanwege de recordhoogte van de gemeten Unhealthy Air Pollution Index (API). Door het verlies aan bomen, die zorgen voor verdamping van het grondwater, regent het minder en wordt het droger. Het risico op bosbranden neemt hierdoor verder toe.
Rusland
Het Russische boreale bos, de taiga, is met zo'n 808 miljoen hectare het grootste bos ter wereld. In 2018 werd in Rusland zes miljoen hectare grond ontbost, en ook werden er meer dan negentig bosbranden geregistreerd door de Aerial Forest Protection Service. 87% van deze bosbranden wordt veroorzaakt door mensen. De rook van deze branden heeft zelfs de Verenigde Staten bereikt.39 Experts schatten de milieuschade op 130 megaton aan CO2-uitstoot, ongeveer gelijk aan de uitstoot van 36 miljoen auto's gedurende een jaar.40
De taiga in Rusland, vooral de permafrost, is een opslagplek voor CO2. De permafrost bestaat uit veen, dat meer CO2 bevat dan bomen. Bosbranden in de taiga laten dus meer CO2 vrij dan «normale» bossen: dit maakt bosbranden op het noordelijk halfrond zo verontrustend. Hoewel deze bosbranden vroeger zelden voorkwamen vanwege het koude en natte klimaat, is inmiddels door de droogte en verhoogde temperatuur, de kans op een bosbrand veel groter.41
Veel bossen in Rusland worden gekapt voor timmerhout. Het timmerhout wordt veelal geëxporteerd naar China, omdat China zelf een verbod kent op commerciële houtkap. Veel Chinese bedrijven zijn actief in de regio en bewerken en exporteren het hout. De Russische timmerhoutexport bedroeg in 2018 3,5 miljard dollar. Duizenden inwoners van de steden Irkutsk en Kranoyarsk in Siberië hebben petities ondertekend tegen de Chinese overname van de Siberische Taiga. Er zijn ook veel illegale houtkappers, vaak ook uit China, actief in Siberië. Rusland bebouwt de grond na bosbranden niet - zo kan de natuur weer terugkeren - en heeft afgelopen zomer China opgeroepen mee te helpen de consequenties van de ontbossing in Siberië terug te draaien en de illegale houtkap te stoppen.42
In 1990 zijn de eerste serieuze internationale stappen gezet voor het behoud en de bescherming van bosgebieden. Een intergouvernementeel panel dat in 1990 is opgezet werd in 2000 vervangen door het VN Forum on Bossen (UNFF), dat jaarlijks vergadert over de voortgang van de implementatie van de zes Global Forest Goals43 voor duurzaam bosbeheer, het tegengaan van ontbossing en bosdegradatie.
Qua internationale verdragen is vooral de Biodiversiteitsconventie, die stamt uit 1992 en die haar doelen vat in twintig zogenaamde «Aichi targets», van belang voor het tegengaan van ontbossing.44 Aichi target vijf en vijftien formuleren doelen ten aanzien van het beschermen van bos waaraan alle landen45 in 2020 moeten voldoen.46 In oktober 2020 staat weer een biodiversiteitsconferentie over de Archi targets gepland.
Binnen de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties, doelen om de wereld in 2030 «tot een betere plek te maken», is SDG15 volledig besteed aan het stoppen van ontbossing en hiervoor beter beleid te ontwikkelen.47 Dankzij deze SDG is bij de meerderheid van de gebieden enige verbetering te zien in de planning van bosbeheer en het tegengaan van ontbossing.48 Het gehele beeld is echter dat er onvoldoende voortgang is om de gewenste doelen in SDG15 te halen, en dat de mate van ontbossing in de wereld, zeker in kritische gebieden, nog veel te hoog
De uitwerking van nationale bosplannen vindt plaats in «REDD+» programma's. REDD staat voor Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation, de + staat voor behoud van biodiversiteit en vergroting van de koolstofvoorraad in het bos. REDD+ is een mechanisme dat is ontwikkeld in het kader van de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC). Het biedt landen financiële prikkels gedekt door internationale fondsen als CO2-uitstoot door ontbossing wordt teruggedrongen.
De uitwerking van de Global Forests Goals, de Achai targets, SDG15 en REDD+ kent serieuze mankementen. Ten eerste is de naleving vrijwillig. Niet-naleving heeft weinig tot geen internationale consequenties.
Hierdoor hebben landen alle mogelijkheid om zich bijvoorbeeld weinig aan te trekken van de rechten van inheemse volkeren. Deze ruimte wordt ook benut om de echte oorzaken van ontbossing, zoals ongericht landbouwbeleid, niet aan te pakken.49
Ten tweede zijn er geen cijfers van de opbrengst van «positief» bosbeheer. Politieke beslissingen over het gebruik van land en commerciële landbouw worden hierdoor ernstig belemmerd. Tot slot is tot nu toe nog maar ongeveer 1 tot 2% van de fondsen die bestemd zijn voor het tegengaan van klimaatverandering beschikbaar voor inspanningen die ontbossing tegengaan. Het is dus een uitdaging zijn om voldoende financiering op gang te krijgen.50 Nationale budgetten schieten vaak tekort. Zo zou het budget voor de Achai targets in Brazilië, dat duidelijke doelen stelt bij het tegengaan van ontbossing, 3 tot 4 keer zo hoog moeten zijn om de doelen te halen.51 Volgens de initiatiefnemers is dit een blinde vlek van regeringen, omdat het behoud en herstel van ecosystemen zoals bosgebied juist zeer kosteneffectieve mitigatiemaatregelen zijn.52
Het Parijsakkoord van 2015 verplicht landen NDC's («Nationally Determined Contributions») op te stellen waarin duidelijk wordt hoe zij ervoor zorgen dat de wereldwijde temperatuur niet meer dan 2 graden Celsius stijgt. Artikel Vijf van het Parijsakkoord gaat over de mogelijke acties van ondertekenaars om bossen te betrekken bij het terugdringen van uitstoot. Zo worden verdragslanden aangemoedigd acties te ondernemen voor de bescherming en bevordering van bosgebied. Het Parijsakkoord beveelt aan het al bestaande raamwerk van REDD+ hiervoor te gebruiken én aanvullende beleidsvoorstellen te nemen. In 2020 wordt duidelijk hoe alle Parijslanden de doelstellingen van het internationale klimaatakkoord hebben uitgewerkt.
Een ander belangrijk onderdeel van het Parijsakkoord is de belofte van rijke landen om vanaf 2020 tenminste $ 100 miljard per jaar te bestemmen voor klimaatprojecten in ontwikkelingslanden. Projecten om ontbossing tegen te gaan kunnen ook met deze middelen worden gefinancierd.
Helaas is er geen duidelijke definitie afgesproken van klimaatfinanciering, ontbreekt een verdeling van de $ 100 miljard tussen de verschillende landen, en is ook de precieze verdeling tussen private en publieke financiering onduidelijk. Dat maakt het lastig om het beschikbare bedrag vast te stellen en de rijke landen effectief aan te spreken op hun eigen verantwoordelijkheid.
Tot slot leveren bedrijven direct en indirect een belangrijke bijdrage aan ontbossing. Het Consumer Goods Forum is een initiatief waarin bedrijven hebben beloofd om uiterlijk in 2020 netto nul bij te dragen aan ontbossing via hun goederen en leveringssystemen53. Hoewel het onderwerp ontbossing tijdens de laatste bijeenkomst van het Consumer Goods Forum niet op de agenda stond, prijzen de initiatiefnemers dat bedrijven steeds meer verantwoordelijkheid voelen bij het verduurzamen van hun bedrijfsketens en hopen zij dat meer van dit soort initiatieven volgen. Wel stippen zij hierbij aan dat dit nog te vrijblijvend is om een kentering in de wereldwijde ontbossing te bewerkstelligen.
Een belangrijk hiaat in de wereldwijde afspraken over ontbossing is volgens de initiatiefnemers het gemis aan samenhang in de verschillende afspraken en onderdelen van verdragen. De instelling van een effectiever en eenduidiger mechanisme of verdrag zou kunnen helpen om ontbossing wereldwijd te bestrijden. Er is bijvoorbeeld geen «bossenverdrag». De bescherming van bosgebied is versnipperd over allerlei aparte internationale verdragen en afspraken waarin ontbossing slechts een beperkte plek krijgt.
De bescherming van bossen wereldwijd is verdeeld over de ministeries van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit en Economische Zaken & Klimaat.
Op het diplomatieke vlak vertegenwoordigt onder andere de Klimaat-gezant de Nederlandse positie ten aanzien van de klimaatdoelen. Ook de ministers van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Economische Zaken en Klimaat vertolken de Nederlandse ambities betreffende het tegengaan van wereldwijde klimaatverandering. De Minister van Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking vertegenwoordigt Nederland bij het sluiten van Europese handelsverdragen en verduurzaming van handelsketens. De Minister van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit heeft inspraak bij het Europese internationale bossenbeleid. De Minister van Buitenlandse Zaken neemt deel aan de Raad Buitenlandse Zaken, en heeft daar invloed op klimaatdiplomatie van de Europese Unie. Tot slot heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat internationale klimaatpolitiek in zijn portefeuille.
Nederland werkt samen met bedrijfsleven, productielanden en consump-tielanden om ontbossing gerelateerd aan landbouwketens tegen te gaan (zoals het Amsterdam Declarations Partnership), om duurzamere handel te stimuleren (IMVO-beleid), en de vraag naar duurzame producten te bevorderen.54 In het Amsterdam Declarations Partnership richt Nederland zich zich samen met zes andere Europese landen55 op (1) het verbeteren van bosbeheer, (2) een geïntegreerde aanpak van lokale, gouvernementele en private partners en (3) het verbeteren van de positie van kleine producenten en lokale gemeenschappen zoals vrouwen, jeugd en inheemse volkeren binnen de cacao, soja en palmoliesector.56 Vooral binnen de laatste twee productieketens vinden grootschalige ontbossings-activiteiten plaats.
Hoewel de initiatiefnemers erkennen dat dit stappen in de goede richting zijn, is de effectiviteit nog te gering. Zo werd tijdens de laatste bijeenkomst over de voortgang van de Amsterdam Declarations Partnership gesteld dat het noodzakelijk is dat er meer wordt samengewerkt met China om de ontbossing voor sojagebruik tegen te gaan: een «schone» Europese markt alleen is niet genoeg. Ook blijkt dat de verduurzaming van de markt voor soja en palmolie niet snel genoeg gaat, en dat er meer transparantie nodig is over de data van productieketens en ontbossing om in kaart te brengen welke gerichte interventies nodig zijn.57
Op diplomatiek vlak gebeurt er vrij weinig. Ambassades, zoals in Brazilië, spelen soms eerder een beschadigende dan beschermende rol. Bij de laatste bijeenkomst van de Europese Raad over klimaatdiplomatie in februari 2019 is het tegengaan van wereldwijde ontbossing niet eens expliciet genoemd.58 Diplomatie en duurzame handel moeten wat betreft de initiatiefnemers juist hand in hand gaan om effectief te zijn.
De expertise waarover Nederland beschikt en onze inzet bij de bescherming van bosgebieden en tropisch regenwouden op urgente plekken als de Amazone en de Congobekken59 is volgens de initiatiefnemers te versnipperd over verschillende ministeries en krijgt te weinig aandacht in onze handelspolitiek. Hierdoor worden kansen gemist om ontbossing wereldwijd aan te pakken. De initiatiefnemers willen dat ontbossing een prominentere plek krijgt in ons ambassadenetwerk en in de buitenlandportefeuilles van de ministers van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking. Zo kan Nederland het voortouw nemen om hier in multilateraal verband effectievere afspraken over te maken.
Het zwaartepunt van het ontbossingsbeleid ligt bij het Ministerie van Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking. De initiatiefnemers willen dat Buitenlandse Zaken meer gaat doen. Het actief uitdragen van de bescherming van bosgebied, bijvoorbeeld via internationale conferenties, ambassades en de Klimaatgezant zorgt er voor dat Nederland een herkenbare en krachtiger boodschap uitdraagt, met meer kans op internationaal effect.
Nederland heeft zich verplicht om een proportionele bijdrage in het internationale Klimaatfonds te storten. Dat is vastgelegd in de HGIS-nota en de begroting van Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking. De initiatiefnemers gaan er vanuit dat deze financiële belofte door Nederland wordt nagekomen en wordt geïmplementeerd in de betreffende begrotingen. Het zwaartepunt van de voorstellen in deze initia-tiefnota ligt op het vlak van buitenlands beleid en diplomatie. De initiatiefnemers verwachten geen financiële consequenties voor de begrotingen als gevolg van deze acties.
De Kamer wordt gevraagd in te stemmen de regering te verzoeken de volgende maatregelen te nemen:
-
(1)Intensiveer in internationale bossendiplomatie
-
(2)Neem het voortouw voor een multilateraal bindend verdrag over bossen
-
(3)Bescherm milieuactivisten, landenrechtenverdedigers, vakbondsleiders en inheemse volkeren
-
(4)Maak bossendiplomatie onderdeel van het ambassadebeleid
-
(5)Vergroot de transparantie over ontbossing
-
(6)Instelling van een keurmerk met een zero deforestation-criterium bij handelsverdragen
-
(7)Verhinder dat Nederlandse bedrijven bijdragen aan ontbossing.
-
(8)Kom met duidelijke toezeggingen over klimaatfinanciering en vervul deze
-
(9)Prioriteer bosbescherming binnen het Meerjarig Financieel Kader (10Onderzoek het stimuleren en belonen van herbebossingsactiviteiten
-
(1)Intensiveer in internationale bossendiplomatie.
De ministers van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking integreren het opkomen voor bosgebieden in hun buitenlandportefeuilles. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken zet een nieuwe directie «bosbeheer» op. Bij handelsmissies wordt expliciet aandacht besteed aan het tegengaan van ontbossing en de handelskansen die positief bosbeheer voor Nederland zouden kunnen bieden. De ministers bezoeken proactief internationale conferenties en vergaderingen ter bescherming van bosgebieden.
Deze inzet geldt ook voor het Europese buitenlandbeleid. Zo zet de Minister van Buitenlandse Zaken zich in voor het belang van wereldwijde bescherming van bosgebied bij de Europese strategie ten aanzien van klimaatdiplomatie, waarin hij inzet op het tegengaan van ontbossing als strategie van de Europese klimaatdiplomatie. De Minister van Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking zet zich in voor een extra gemeenschappelijke EU-inzet bij de verduurzaming van productieketens en de invoering van een keurmerk bij importgoederen. De initiatiefnemers bepleiten dat de overheid zich in dit kader ook in Europees verband inzet voor ambitieuze wetgeving welke vereist dat bedrijven die in de EU actief zijn, aan kunnen tonen dat producten die op de Europese markt worden verkocht niet bijdragen aan ontbossing, de degradatie van bossen en andere ecosystemen en het schenden van mensenrechten, zoals landroof van inheemse gemeenschappen.
De Minister van Buitenlandse Zaken besteedt ook meer aandacht aan ontbossing in bilaterale contacten met ambtsgenoten en spreekt landen actief aan wanneer hun inspanningen tekortschieten. Tevens wordt bossendiplomatie een prioriteit van de speciaal gezant Klimaat. Deze gezant zet zich extra in voor het betrekken van bosbeheer bij klimaatadaptatie- en mitigatieplannen, spreekt met bedrijven over hun inzet t.a.v. bosbeheer en bepleit bij buitenlandse ambassades in Den Haag en regeringen de bescherming van milieuactivisten en landenrechtenver-dedigers.
-
(2)Neem het voortouw voor een multilateraal bindend verdrag over bossen.
De initiatiefnemers zijn van mening dat het de hoogste tijd is voor een wereldwijd bindend bossenverdrag. De bescherming van bossen is nu nog teveel versnipperd over losse verdragen die niet speciaal gaan over bossen, waardoor gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om onze bossen te beschermen teveel ontbreekt. Met een verdrag krijgen bossen expliciet een wereldwijd erkende beschermde status.
Artikel vijf van het Parijsverdrag en relevante delen van het Biodiversiteitsverdrag bevatten een aantal goede voorstellen, maar moeten drastischer worden aangepast aan de recente ontbossingstrends. De initiatiefnemers willen dat een dergelijk verdrag bindende afspraken bevat die de ontbossing afremmen, herbebossing stimuleren en die het bestaande bos beschermen. Het bedrijfsleven, de overheid en de lokale bevolking moeten hierbij betrokken zijn.
Het verdrag moet ook een solide financiële component krijgen, om activiteiten gericht op herbebossing en het tegengaan van ontbossing in ontwikkelingslanden te ondersteunen. In dit kader komen de rijke landen met controleerbare beloften voor publieke financiering voor zulke activiteiten. Deze financiering zal lopen via het Green Climate Fund, waarin een bedrag wordt geoormerkt voor bos-gerelateerde projecten. Hierdoor draaien financieel minder kapitaalkrachtige landen niet alleen op voor de bescherming van hun bosgebied. Tot slot moet in het verdrag uitdrukkelijk de (bescherming van de) rechten van inheemse volkeren worden opgenomen.
De initiatiefnemers stellen voor dat Nederland zich richt op het sluiten van strategische allianties met gelijkgezinde landen. Hierbij kan Nederland een kopgroep vormen met andere landen, die qua ambitie en initiatief in de voorhoede opereren. Nederland spant zich daarnaast in om India en China te betrekken, omdat ze als importeurs van hout en soja sterk bijdragen aan ontbossing die plaatsvindt in de Amazone en Indonesië.
Een eerstvolgend logisch moment om een bossenverdrag op te stellen is de conferentie over het Biodiversiteitsverdrag die in oktober 2020 in China plaatsvindt.
-
(3)Bescherm milieuactivisten, landenrechtenverdedigers, vakbondsleiders en inheemse volkeren.
Nederland moet meer inspanning leveren om milieuactivisten, landrechtenverdedigers, vakbondsleiders en vertegenwoordigers van inheemse volkeren internationaal te beschermen en te ondersteunen.
Waar activisten het slachtoffer zijn van intimidatie, dreiging met geweld of arrestatie zetten ambassades zich actief in voor bescherming. Daarvoor beschikken ze over meerdere instrumenten: protesteren, navraag doen, processen bezoeken, tijdelijke bescherming of asiel aanbieden. Via de politieke en economische beleidsafdelingen van ambassades kan het opkomen voor en beschermen van inheemse volkeren, milieuactivisten, vakbondsleiders of landenrechtenverdedigers worden versterkt. Er moet duidelijker op websites van ambassades worden vermeld waar bedrijven en personen terecht kunnen met vragen over ontbossing. Bedrijven moeten daarbij actief worden gewezen op hun verantwoordelijkheden ter bescherming van bosgebieden.
Tot slot zet Nederland zich binnen de VN in voor het opzetten van een internationaal «landdispuut resolutie mechanisme», waarmee in geval van misstanden inheemse volkeren een sterkere juridische positie hebben en straffeloosheid van overheden en bedrijven wordt tegengaan.
-
(4)Maak bossendiplomatie onderdeel van het ambassadebeleid.
Sinds enkele jaren wordt er weer geïnvesteerd in het postennetwerk. Wat betreft de initiatiefnemers geeft dit kansen bij het opkomen voor de bescherming van bossen en tropisch regenwoud wereldwijd, vooral in de landen en gebieden waar ontbossing het meest urgent is (de Amazone, het Congobekken, bosgebieden in Indonesië en Maleisië en Rusland). Het tegengaan van ontbossing en goed bosbeheer moeten prioritair worden in het takenpakket van de ambassadeurs en het beleid van ambassades die in cruciale gebieden (zoals eerder aangegeven) liggen. Deze stappen brengen de gewenste beleidscoherentie op het gebied van buitenlands beleid, handel en ontwikkelingssamenwerking dichterbij.
Daarbij is het voor effectief bosbeleid en bossenbescherming in de landen met grote bosgebieden cruciaal dat het belang hiervan goed over het voetlicht komt in het nationale debat in die landen. Nederland zet zich daarom in voor het ondersteunen van bos-faculteiten van lokale universiteiten, en het ondersteunen van lokale media zodat zij beter over bos-gerelateerde onderwerpen kunnen berichten.
Ambassademedewerkers zoeken ook actief de dialoog op dit thema met relevante beleidsmakers van de ministeries ter plaatse, zoals ministeries van Milieu, Natuur of Landbouw, en met andere donoren, en zijn alert op mogelijkheden om relevante projecten te ondersteunen.
-
(5)Vergroot de transparantie over ontbossing.
Nederland dringt er in internationaal verband op aan dat er meer transparantie komt over bosbeheer, bosbranden, landbouwactiviteiten. Ook de rol van investeerders, beleggers en verzekeraars moet hierbij worden betrokken.
Transparantie is van groot belang om beter zicht te krijgen op de zwakke plekken bij bescherming van bossen. Hierdoor kan tevens een betere aanpak voor het behoud, de bescherming en aanplanting van bosgebied ontwikkeld worden. Handelsketens kunnen zo naar nieuwe inzichten worden aangepast met hogere duurzaamheidseisen.
Als rapportage op basis van vrijwilligheid niet afdoende blijkt, moet Nederland inzetten op het overgaan tot verplichte rapportage. Daarbij kan Nederland onafhankelijke organisaties zoals Global Forest Watch, NASA en MapBiomas steunen om voldoende data te verkrijgen.
-
(6)Instelling van een keurmerk met een zero deforestation-criterium bij handelsverdragen.
Bij het sluiten van nieuwe handelsverdragen of bij de heronderhandeling van bestaande handelsverdragen wordt een «zero deforestation» (nul ontbossing) criterium ingevoerd, waarop wordt gehandhaafd via een IMVO-keurmerk. De initiatiefnemers willen hiermee voorkomen dat producten die hier op de markt komen bijdragen aan de vernietiging van bos elders in de wereld. De EU moet een onafhankelijke waakhond oprichten die dit keurmerk verstrekt en op eigen gezag controles uitvoert. Daarnaast moet Nederland de Europese ambitie steunen om te komen tot het labelen van producten uit ontbossingsvrije ketens, waardoor consumenten weten waar hun producten vandaan komen.
Het IMVO-keurmerk wordt van toepassing op producten die zonder ontbossing, zonder kinderarbeid en met respect voor mensenrechten en dierenwelzijn zijn geproduceerd. De normen worden opgesteld door de
Europese Commissie op basis van geldende internationale afspraken en met inspraak van betrokken NGO's, producenten en investeerders.
Producten met het IMVO-keurmerk worden volledig geliberaliseerd voor landen die meewerken aan de IMVO-controles. Dit wordt vastgelegd in alle handelsverdragen die de EU in de toekomst sluit, zoals bijvoorbeeld in het Mercosur-handelsakkoord, en bestaande handelsverdragen worden heronderhandeld om dit in te voeren. Voor producten zonder IMVO-keurmerk hanteert de EU gemiddelde WTO-tarieven voor de import.
-
(7)Verhinder dat Nederlandse bedrijven bijdragen aan ontbossing.
Nederland ontmoedigt bedrijven die betrokken zijn bij ontbossing, zoals bij de aanleg van een sojacorridor in Brazilië. Als eerste stap moeten Nederlandse ambassades stoppen met hulp en advisering aan bedrijven die meewerken aan ontbossingsactiviteiten. Hiertoe wordt de IMVO-richtlijn voor ambassades uitgebreid, conform de motie Diks/Van den Hul (35 000 XVII nr 34). Het kabinet heeft reeds toegezegd deze motie uit te voeren, en belooft dit najaar een nieuwe en meer uitgebreide richtlijn te verspreiden onder ambassadepersoneel, waarin expliciet is opgenomen dat van ambassades verwacht wordt dat zij bedrijven niet ondersteunen bij activiteiten die strijdig zijn met de OESO-richtlijnen.
Als tweede stap moet er een beter beeld ontstaan van de activiteiten van Nederlandse bedrijven die bijdragen aan ontbossing, zodat deze bedrijven daar op kunnen worden aangesproken. Diplomatieke posten hebben over het algemeen een goed beeld van welke economische activiteiten in het desbetreffende land door Nederlandse bedrijven worden uitgevoerd. De initiatiefnemers stellen voor dat diplomatieke posten een openbaar overzicht bijhouden van Nederlandse bedrijfsactiviteiten die strijdig zijn met de OESO-richtlijnen, zodat deze bedrijven hierop publiekelijk aangesproken kunnen worden. Nederland spreekt ook andere EU lidstaten aan op hun verantwoordelijkheid met betrekking tot de naleving van MVO-richtlijnen voor hun bedrijven.
-
(8)Kom met duidelijke toezeggingen over klimaatfinanciering en vervul deze.
Nederland moet haar deel van de belofte nakomen die de rijke landen gezamenlijk hebben gedaan, om vanaf 2020 per jaar $ 100 miljard aan klimaatfinanciering te mobiliseren voor de armere landen. Dit betekent dat Nederland tenminste EUR 1,25 miljard voor zijn rekening neemt), additioneel aan reguliere ontwikkelingssamenwerking. Helaas betekent het ontbreken van een duidelijke definitie van klimaatfinanciering dat het lastig is om na te gaan in hoeverre landen hun beloften nakomen. Over 2019 rapporteerde Nederland EUR 470 miljoen aan publieke en EUR 460 miljoen aan private klimaatfinanciering. Echter, het grootste deel van deze middelen gaat naar projecten die klimaatmitigatie of -adaptatie slechts als nevendoelstelling hebben, niet als hoofddoel. Nederland geeft het goede voorbeeld door toezeggingen duidelijker te definiëren en een doel vast te leggen over de omvang van de bijdrage aan publieke klimaatfinanciering, waarbij adaptatie of mitigatie heet hoofddoel is.
Daarbij moet Nederland de versnippering van internationale klimaatfinanciering tegengaan door een groter deel van de eigen bijdrage te laten lopen via het Green Climate Fund (GCF), het belangrijkste multilaterale financieringskanaal onder de paraplu van het Parijsakkoord. De Nederlandse bijdrage aan dit fonds was al veel lager dan die van andere West-Europese landen zoals Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zweden, zowel in absolute als relatieve zin. In september 2019 hebben deze landen ook nog eens allemaal hun bijdrage verdubbeld, terwijl Nederland zijn bijdrage slechts verhoogde met 20%. Om de scheve verhouding bij te stellen verhoogt Nederland zijn bijdrage op termijn met 250 miljoen.
-
(9)Prioriteer bosbescherming binnen het Meerjarig Financieel Kader.
Nederland pleit bij de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (2021-27), de begroting voor de EU, voor het reserveren van meer middelen voor het tegengaan van ontbossing en stimuleren van herbebossing. Nederland spoort de Europese Commissie aan volop in te zetten op een ambitieuze uitvoering van de Mededeling «Bescherming en herstel van bossen wereldwijd» van 2019 en loopt daarbij niet weg voor haar eigen verantwoordelijkheid op het gebied van financiering en verduur-zaming. De bescherming van regenwouden wordt een actieve pijler van het Europese ontwikkelingssamenwerkingsbeleid, met bijbehorende middelen. Daarnaast geeft de Europese Commissie het beschermen van regenwouden een centrale plek in onderhandelingen over handels- en investeringsakkoorden.
-
(10)Onderzoek het stimuleren en belonen van herbebossingsactiviteiten.
Nederland onderzoekt naar het voorbeeld van Noorwegen of er mogelijkheden zijn om het planten van nieuw bosgebied en behoud van oerbos te belonen via economische prikkels, zodat herbebossing op den duur economisch voordeliger wordt dan ontbossing. Nederland zoekt samenwerking met Noorwegen om relevante expertise en ideeën bij het tegengaan van ontbossing te delen.
Van Ojik Diks
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 327, nr. 2 17
Fiche 3: Mededeling - Intensivering EU inzet bescherming en herstel bossen wereldwijd,
27 september 2019
In deze initiatiefnota zal met regelmaat de algemene termen «bosgebied» en «ontbossing» gebruikt worden, deze verwijzen naar zowel «gewone» bossen als ook tropisch regenwoud.
Kamerbrief Europese en mondiale klimaatdiplomatie, zaaknummer 2019Z17214.
https://www.worldwildlife.org/threats/deforestation-and-forest-degradation
https://milieudefensie.nl/red-het-regenwoud/veelgestelde-vragen-over-ontbossing-en-palmolie
https://www.wwf.nl/wat-we-doen/focus/bossen/beschermde-gebieden
https://www.rodekruis.nl/nieuwsbericht/meer-slachtoffers-door-klimaatrampen/
Crowther, T. W., Glick, H. B., Covey, K. R., Bettigole, C., Maynard, D. S., Thomas, S. M., ... & Tuanmu, M. N. (2015). Mapping tree density at a global scale. Nature, 525(7568), 201.
https://www.worldwildlife.org/threats/deforestation-and-forest-degradation.
https://www.europa-nu.nl/id/vhz8fwyin5zo/nieuws/ vragen_en_antwoorden_over_ontbossing_en
http://www.fao.org/3/xii/ms12a-e.htm
https://www.asser.nl/media/1593/h-19-internationaal-milieurecht-maas-goote-en-ellen-hey.pdf
http://www.fao.org/state-of-forests/en/
https://www.worldwildlife.org/threats/deforestation-and-forest-degradation
https://www.worldwildlife.org/threats/deforestation-and-forest-degradation
The Economist, Issue August 3rd-9th 2019, p.9.
Beantwoording vragen van het lid Diks over het drastisch versnellen van het tempo waarop het Amazoneregenwoud wordt vernietigd.
Financial Times, Brazil: can technology help save the Amazon? 11 September 2019.
The Economist, Issue August 3rd-9th 2019, p. 9.
https://amazonaid.org/global-impact-amazon-deforestation/
De Corredor Norte is een megaproject van vijf miljard dollar. Het moet ervoor zorgen dat soja uit centraal-Brazillië snel naar het buitenland kan worden verscheept, om daar als voer te dienen voor bijvoorbeeld de varkens in de Brabantse megastallen. Voor de aanleg van de corridor worden duizenden bomen gekapt.
Regeringsstandpunt Tropisch Regenwoud, Kamerstukken II 1990/91, 21 517, nr. 2.
https://www.wri.org/blog/2019/04/world-lost-belgium-sized-area-primary-rainforests-last-year
https://carpe.umd.edu/news/small-holder-clearing-drives-forest-loss-congo-basin
The Economist, Issue Oktober 19th-25th 2019, p.35.
Brandt, J. S., Nolte, C., & Agrawal, A. (2016). Deforestation and timber production in Congo after implementation of sustainable forest management policy. Land Use Policy, 52, 15-22.
https://www.ran.org/indonesian-rainforests/
https://nos.nl/artikel/2301995-indonesie-arresteert-bijna-200-mensen-om-bosbranden.html
https://www.wwf.nl/dieren/orang-oetan/bedreigingen
https://news.mongabay.com/2018/09/indonesian-president-signs-3-year-freeze-on-new-oil-palm-licenses/
https://www.wri.org/blog/2019/02/indonesia-reduces-deforestation-norway-pay
Zie Human Rights Rapport: https://www.hrw.org/report/2019/09/22/when-we-lost-forest-we-lost-everything/oil-palm-plantations-and-rights-violations
Irfan, U. (2019, 23 augustus). Wildfires are burning around the world. The most alarming is in the Amazon rainforest. Vox. Geraadpleegd van https://www.vox.com/world/2019/8/20/ 20813786/wildfire-amazon-rainforest-brazil-siberia
Osborne, S. (2019, 27 augustus). Russia fires: Panic as 91 separate forest fires rage - Putin declares state of emergency. the Daily Express. Geraadpleegd van https://www.express.co.uk/ news/world/1170467/russia-fires-siberia-forest-fires-state-of-emergency-amazon-fires-amazon-rainforest-fires
Pierre-Louis, K. (2019, 28 augustus). The Amazon, Siberia, Indonesia: A World of Fire. The New York Times. Geraadpleegd van https://www.nytimes.com/2019/08/28/climate/fire-amazon-africa-siberia-worldwide.html
Russia demands compensation from China for deforestation in Siberia. (2019, 16 augustus). Geraadpleegd op 17 september 2019, van https://uawire.org/russia-demands-compensation-from-china-for-deforestation-in-siberia
Zie https://www.un.org/esa/forests/wp-content/uploads/2019/04/Global-Forest-Goals-booklet-Apr-2019.pdf
Het GLB na 2020: mogelijkheden voor biodiversiteit, bodem en klimaat (2018)
https://www.cbd.int/information/parties.shtml voor het overzicht van alle deelnemende landen aan dit verdrag
Target vijf houdt in dat «By 2020, the rate of loss of all natural habitats, including forests, is at least halved and where feasible brought close to zero, and degradation and fragmentation is significantly reduced.». Target vijftien beschrijft dat «By 2020, ecosystem resilience and the contribution of biodiversity to carbon stocks have been enhanced, through conservation and restoration, including restoration of at least 15 per cent of degraded ecosystems, thereby contributing to climate change mitigation and adaptation and to combating desertification.» (zie ook: https://www.cbd.int/sp/targets/rationale/target-15/default.shtml).
«Target» 15.1 houdt in dat «forests among the terrestrial ecosystems whose conservation, restoration and sustainable use have to be ensured by 2020. Target 15.2 is committed to promote the implementation of sustainable management of all types of forests, halt deforestation, restore degraded forests and substantially increase afforestation and reforestation globally by 2020.» Target 15.b roept het mobiliseren van «significant resources from all sources and at all levels to finance sustainable forest management and provide adequate incentives to developing countries to advance such management, including for conservation and reforestation».
http://www.fao.org/state-of-forests/en/
Hein, J., Guarin, A., Frommé, E., & Pauw, P. (2018). Deforestation and the Paris climate agreement: An assessment of REDD+ in the national climate action plans. Forest Policy and Economics, 90, 7-11.
https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2530064417300561
Kamerbrief Europese en mondiale klimaatdiplomatie, 13 september 2019, Kamerstukken II 2019/20, 31 793, nr. 189.
https://www.theconsumergoodsforum.com/who-we-are/our-members/
Kamerbrief Europese en mondiale klimaatdiplomatie, 13 september 2019, Kamerstukken II 2019/20, 31 793, nr. 189.
Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Italië, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk
https://ad-partnership.org/signatory-countries/netherlands/
https://ad-partnership.org/wp-content/uploads/2019/07/ADP-MSM2019-Key-Takeaways.pdf
http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-6153-2019-INIT/en/pdf
Zie geografieschets voor een beschrijving van de belangrijkste kritische gebieden w.b. ontbossing en bosdegradatie in de wereld.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.