Voorstel van wet - Wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte

Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35174 - Opheffen in onder meer de Participatiewet van discriminatie tussen tweedegraads bloedverwanten en anderen die zorgen voor een huisgenoot i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte; Voorstel van wet; Voorstel van wet
Document date 26-03-2019
Publication date 26-03-2019
Nummer KST351742
Reference 35174, nr. 2
External link original article
Original document in PDF

2.

Text

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2018-

2019

35 174

Wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op het arrest van de Hoge Raad van 8 december 2017 (ECLI:NL:HR:2017:3081) wenselijk is het discriminatoir onderscheid op te heffen tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte en daartoe de Participatiewet en enige andere wetten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE PARTICIPATIEWET

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, tweede lid, onderdeel a, wordt «aanverwant in de eerste graad, een bloedverwant in de eerste graad» vervangen door «aanverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de eerste graad» en vervalt «of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte».

B

In artikel 4, eerste lid, onderdelen a en b vervalt «of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte».

kst-35174-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

Na artikel 78cc wordt in hoofdstuk 7a een artikel toegevoegd:

Artikel 78dd. Overgangsrecht bloedverwanten in tweede graad met zorgbehoefte

  • 1. 
    De artikelen 3, tweede lid, onderdeel a, en 4, eerste lid, onderdelen a en b, zoals die luidden op de dag voor inwerkingtreding van de Wet van PM tot wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte (Stb. PM), blijven gedurende twaalf maanden na die dag van toepassing op een aanvraag van bijstand die uiterlijk op de dag voor inwerkingtreding van die wet is ingediend.
  • 2. 
    Op een bezwaar- of beroepschrift ingesteld tegen een beslissing op een aanvraag van bijstand als bedoeld in het eerste lid, blijven de voorschriften van deze wet van toepassing, die golden op het tijdstip waarop de aanvraag werd ingediend.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE GEWEZEN ZELFSTANDIGEN

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 3, tweede lid, onderdeel b, en 4, eerste lid, onderdeel a, vervalt «of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte».

B

Na artikel 63e wordt in hoofdstuk 7 een artikel toegevoegd:

Artikel 63f

  • 1. 
    De artikelen 3, tweede lid, onderdeel b, en 4, eerste lid, onderdeel a, zoals die luidden op de dag voor inwerkingtreding van de Wet van PM tot wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte (Stb. PM), blijven gedurende twaalf maanden na die dag van toepassing op een aanvraag van een uitkering die uiterlijk op de dag voor inwerkingtreding van die wet is ingediend.
  • 2. 
    Op een bezwaar- of beroepschrift ingesteld tegen een beslissing op een aanvraag van een uitkering als bedoeld in het eerste lid, blijven de voorschriften van deze wet van toepassing, die golden op het tijdstip waarop de aanvraag werd ingediend.

ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 3, tweede lid, onderdeel b, en 4, eerste lid, onderdeel a, vervalt «of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte».

B

Na artikel 63k wordt in hoofdstuk 7 een artikel toegevoegd:

Artikel 63l

  • 1. 
    De artikelen 3, tweede lid, onderdeel b, en 4, eerste lid, onderdeel a, zoals die luidden op de dag voor inwerkingtreding van de Wet van PM tot wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte (Stb. PM), blijven gedurende twaalf maanden na die dag van toepassing op een aanvraag van een uitkering die uiterlijk op de dag voor inwerkingtreding van die wet is ingediend.
  • 2. 
    Op een bezwaar- of beroepschrift ingesteld tegen een beslissing op een aanvraag van een uitkering als bedoeld in het eerste lid, blijven de voorschriften van deze wet van toepassing, die golden op het tijdstip waarop de aanvraag werd ingediend.

ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE WERKLOZEN

In artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen vervalt «of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte».

ARTIKEL V. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 174, nr. 2 4


 
 
 

3.

More information

 

4.

Parlementaire Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.