Sociaaldemocratie

Source: Parlement.com.

Sociaaldemocratie is een politieke stroming die een gereguleerde vorm van kapitalisme voorstaat, gecombineerd met een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid. Ze streeft naar een egalitaire samenleving en is sterk gericht op verbetering van de sociaaleconomische en maatschappelijke positie van de lage- en middenklasse.

Vanaf de Tweede Wereldoorlog is de sociaaldemocratie een van de dominante politieke stromingen in Nederland en Europa. Ze stond bijvoorbeeld aan de basis van de opbouw van de verzorgingstaat. Hierbij werd er vaak samengewerkt met christendemocratische partijen.

In Nederland wordt de stroming sinds 1946 vertegenwoordigd door de PvdA i en daarvoor door de SDAP i. Andere partijen die zich (deels) op sociaaldemocratisch gedachtegoed beriepen waren de PSP i en DS'70 i. Elementen van de sociaaldemocratie kunnen ook worden gevonden bij GroenLinks i en de SP i. In het Europees parlement vormen de sociaaldemocratische partijen gezamenlijk de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten.

1.

Beginselen

De sociaaldemocratie heeft, net als het socialisme en het communisme, haar wortels in het gedachtegoed van Karl Marx en Friedrich Engels. Anders dan communisten of socialisten pleitten sociaaldemocraten echter niet voor revolutie. De overgang van kapitalisme naar socialisme zou langs democratische weg en door gebruik van bestaande politieke structuren tot stand moeten komen. Sociaaldemocratische partijen namen dan ook deel aan de verkiezingen en namen zitting in het parlement.

De speerpunten van de sociaaldemocraten waren bestrijding van ongelijkheid en verbetering van de sociaaleconomische positie van arbeiders, het zogenaamde 'verheffingsideaal'. Ze maakten zich dan ook sterk voor invoering van het Algemeen Kiesrecht en sociale wetgeving. Daarnaast richtten zij zich op controle van de economie door de staat door middel van regulering.

Vanaf de Tweede Wereldoorlog richtten sociaaldemocratische partijen zich op het opzetten van een verzorgingsstaat gefinancierd uit (progressieve) belastingheffing. Door middel van herverdeling van welvaart wilden zij een meer egalitaire samenleving bewerkstelligen. Dit ging gepaard met een sterk geloof in de maakbare samenleving en qua economisch beleid het Keynesianisme, gestoeld op stimulatie van de economie door overheidsinvesteringen.

2.

Historische ontwikkeling

In de laatste decennia van de negentiende eeuw ontstonden in heel Europa socialistische partijen. Vanuit een streven naar het versterken van de positie van arbeiders en het verbeteren van de leefomstandigheden van de lagere klassen. Binnen het socialisme vond een richtingenstrijd plaats. In West-Europa kregen parlementair en democratisch ingestelde sociaaldemocraten de overhand. Ondanks sterke uitbreiding van het kiesrecht werd de gewenste meerderheid echter niet behaald. Wel werd er een begin gemaakt met sociale wetgeving.

Na de Tweede Wereldoorlog maakte de sociaaldemocratie in veel Europese landen een bloeiperiode door. Zij stond aan de basis van de verzorgingsstaat. Ze presenteerde zich daarbij als 'Derde Weg' tussen het socialistische model van de Sovjet-Unie en het Westerse kapitalisme.

Na het einde van de Koude oorlog presenteerden sociaaldemocratie zich als tegenhanger van het opkomende neoliberalisme. Er werd met name op economisch gebied wel een liberalere koers ingezet. Zo werd de globalisering omarmd. In de jaren negentig leidde dit tot electoraal succes.

Tegenwoordig schommelt in veel landen de aanhang van sociaaldemocratische partijen. Onder andere de opkomst van populistische partijen en het ontbreken van een duidelijk partijprofiel zouden hier voor zorgen. Ondanks het feit dat sociaaldemocratische partijen niet meer zo groot zijn als voorheen, zijn er nog steeds landen waar sociaaldemocratische partijen de grootste worden.

3.

Sociaaldemocratie in Nederland

Intrede en oppositie

De sociaaldemocratie deed haar intrede in de Nederlandse politiek met de Sociaaldemocratische Arbeiderspartij (SDAP). Deze partij was in de Tweede Kamer vertegenwoordigd tussen 1897 en 1946. Binnen de partij was er nog wel onenigheid over het vasthouden van de parlementaire, democratische koers. Hoewel de partij ruim veertig jaar in de Tweede Kamer zat, nam zij slechts een keer deel aan de regering, in 1939 in het kabinet-De Geer II i.

Oprichting PvdA en hoogtijdagen sociaaldemocratie

De SDAP ging in 1946 op in de Partij van de Arbeid (PvdA). Al direct vanaf de oprichting was de PvdA decennia lang steevast de eerste of tweede partij in het parlement.

Onder leiding van Willem Drees i was de PvdA in de Rooms-rode coalities met de KVP i verantwoordelijk voor opzetten van de verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog. Zo werd onder andere een pensioenvoorziening getroffen, de AOW. In 1973 kwam het kabinet-Den Uyl i tot stand, algemeen beschouwd als het meest links-progressieve kabinet dat Nederland gekend heeft.

'Afschudden ideologische veren'

Eind jaren tachtig van de vorige eeuw veranderde de PvdA van koers. De PvdA liet sociaaldemocratische dogma's los en ging een in veel opzichten een liberalere koers varen. In de 'paarse'-kabinetten vormde de PvdA voor het eerst in lange tijd een coalitie met de ideologische tegenhanger, de VVD. Premier Kok stelde terugblikkend dat goed was geweest dat sommige ideologische veren waren afgeschud.

4.

Persoonlijkheden

Enkele bekende Nederlandse sociaaldemocratische politici:

Pieter Jelles Troelstra i, medeoprichter en leider van de SDAP

Floor Wibaut i, SDAP-wethouder in Amsterdam en Eerste Kamerlid

Willem Schermerhorn i, medeoprichter van de PvdA en eerste minister-president na de Tweede Wereldoorlog

Willem Drees i, ook wel 'vadertje Drees' genoemd. PvdA-leider en minister-president 1948-1958

Joop den Uyl i, leider van PvdA gedurende 20 jaar (1966-1986), minister-president 1973-1977

Wim Kok i, premier tussen 1994 en 2002

Wouter Bos i, PvdA-leider 2002-2010

Diederik Samsom i, PvdA-leider 2012-2016.

Lodewijk Asscher i, PvdA-leider 2017-2021.

 

Meer over

 

Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over Kamerleden of bewindspersonen, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v, of per politieke partij? PDC, partner van het Montesquieu Instituut, kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op met PDC.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.