Maak nu voorgoed einde aan angst voor planschade - Main contents
Als een gemeente een bestemmingsplan wil wijzigen, springen bij de ambtenaren alle seinen op rood. Het bestemmingsplan heeft een haast heilige status. Wijzig je het en iemand heeft nadeel, dan moet je al snel de portemonnee trekken. Zeker in Nederland: dichtbevolkt en volgebouwd, met steeds meer mondige burgers en vele werkzoekende juristen. Het doet er niet eens toe of de belanghebbende burger daadwerkelijk schade heeft geleden. Een puur juridische vergelijking met wat op grond van het oude plan mogelijk zou zijn geeft al recht op vergoeding. Planschade? Gegarandeerd kassa!
Het leidt ertoe dat de politiek het primaat op de inrichting van de publieke ruimte heeft verloren. Het juridisch jargon bepaalt immers de stemming in menig raadszaal. ‘Dit mag wel en dit mag niet’, aldus de wethouder, ingefluisterd door zijn juridische ambtenaren. Het bestemmingsplan van jaren geleden, toen ooit toevallig vastgesteld door de meerderheid, werkt nog steeds door. En zo beknot de benauwende figuur van planschade gekozen politici ernstig in hun keuzevrijheid. Hebben nieuwe partijen of nieuwe politici andere inzichten? Jammer dan: uw voorgangers besloten anders!
Zelfs de verzwaring van de criteria voor planschadevergoeding in 2008 heeft deze ‘juridisering van de politiek’ nauwelijks verminderd. Volgens het sindsdien geldende artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) gaat het bij planschade niet langer om volledige vergoeding, maar om een ‘tegemoetkoming’. En volgens artikel 6.2 komt een belanghebbende geen vergoeding meer toe, indien de schade binnen het normaal maatschappelijk risico valt. De wet bepaalt vervolgens dat dit ‘in ieder geval’ aan de orde is bij 2% gederfd inkomen of waardevermindering. 2%? Dat is bijna niks!
Hoewel gemeenten de mogelijkheid hebben hogere drempels te stellen, gebeurt dit in de praktijk zelden. Er heerst zogezegd ‘planschade-angst’; de angst om bij de rechter nat te gaan. Daarom spelen veel gemeenten ‘op safe’ en hanteren ze maar de 2%. Die norm is veel lager dan wat gebruikelijk is bij andere vormen van nadeelcompensatie door de overheid. Als de gemeente bijvoorbeeld een weg afsluit waardoor schade voor een particulier ontstaat, kan zij ook verplicht zijn tot compensatie daarvan. Echter: hiervoor ontbreekt nu nog een algemene wettelijke regeling, zodat bestuursorganen in de praktijk drempels van wel 10 of 15% hanteren.
Tevens is het beeld van planschade als absoluut recht op vergoeding (van vòòr 2008) nog steeds hardnekkig. Dit leidt ertoe dat zelfs wanneer een bestemmingsplan best probleemloos zou kunnen worden gewijzigd, deze angstbeelden tóch het debat overheersen. Soms is dat onbewust en goed bedoeld; soms ook gebruiken politici deze ‘planschade-angst’ bewust als inhoudelijk argument.
Maar: er is een uitweg. Op 1 juli 2013 is de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (Wns) in werking getreden. De inwerkingtreding van de ‘regeling nadeelcompensatie’ laat nog op zich wachten, omdat hiervoor nog nadere aanpassingswetgeving nodig is. Planschade is een vorm van nadeelcompensatie, maar tot nu toe is onduidelijk of de regeling van planschade uit de Wro dan wordt gewijzigd of afgeschaft. De regeling uit de Wns introduceert evenwel een algemene wettelijke regeling voor nadeelcompensatie. Voortaan hebben particulieren pas recht op een vergoeding wanneer zij in vergelijking met anderen ‘onevenredig zwaar’ getroffen zijn. Dat is een veel strikter criterium dan bij planschade.
Bovendien gaat dit criterium in tegen het automatisme van ‘altijd vergoeden’: uitgangspunt wordt namelijk dat men zijn eigen risico draagt, tenzij het onevenredig is. En het goede nieuws is: nu planschade een vorm van nadeelcompensatie is, is een aparte wettelijke regeling voor planschade niet langer vereist. Deze regeling kan dus - in het nieuwe totaalplaatje - worden afgeschaft. Vandaar mijn oproep aan de wetgever: grijp deze kans aan en beëindig voorgoed de ‘planschade-angst’!
Bron: https://fd.nl/Print/krant/Pagina/Opinie/1089495/maak-nu-voorgoed-einde-aan-angst-voor-planschade