Geef kleuterleerkrachten weer de ruimte - Main contents
Geef kleuterleerkrachten weer de ruimte! Mijn opiniebijdrage in het maandblad 'Onze School' van de Vereniging Openbaar Onderwijs:
“De kleuter in Nederland heeft zijn bestaansrecht verloren”. Het was één van de verzuchtingen van kleuterleidster Erica Ritzema in haar afscheidsrede waarin zij uitlegde waarom zij niet langer in het kleuteronderwijs wilde werken.
Haar woorden hebben mij in het hart geraakt, maar vooral geïnspireerd om de kleuter weer als kleuter te erkennen. Zij heeft me laten inzien dat ons op opbrengsten en prestaties gerichte onderwijs niet aansluit bij de ontwikkelingsfase van het jonge kind. Het vrije spel komt in de knel door de focus op leermethodes, lesdoelen en toetsen. Omdat beleidsmakers, onderwijsinspectie en schoolbestuurders krampachtig zekerheid zoeken bij vergelijkbare, objectieveerbare gegevens. Omdat we er ten onrechte van uitgaan dat zo vroeg mogelijk beginnen met cognitieve kennisoverdracht ook echt iets oplevert. Zoals in de eerste versie van het rapport van Paul Schnabel werd voorgesteld om kleuters al verplicht Engels en Digitale Vaardigheden bij te brengen. Jong geleerd, is oud gedaan, zal de man hebben gedacht.
Maar zoals gras niet harder gaat groeien door er aan te trekken, zo heeft de kleuter geen baat bij formeel leren. Het kleuterbrein is daar gewoon nog niet aan toe. Wat de kleuter het ene moment feilloos reproduceert, blijkt ie een volgend moment niet in het lange termijn geheugen te hebben opgeslagen. Dat laat onverlet dat ik iedere kleuter toewens dat ie naast alle ruimte om te spelen, te ravotten en te fröbelen, ook opgroeit in een taalrijke omgeving waarin bijvoorbeeld ook veel wordt voorgelezen. Maar dat is wat anders dan letters stampen. Om Erica Ritzema nog maar eens aan te halen: kleuters zijn geen holle vaatjes die je dagelijks van bovenaf met kennis moet vullen.
Wat wil ik wel? Ik pleit ervoor om radicaal te stoppen met het afnemen van toetsen aan kinderen tot zeven jaar. Ik pleit ook voor een gericht scholingsaanbod over de ontwikkelingsfase van kleuters. Veel kleuterleidsters zijn daarin slechts zeer beperkt opgeleid, terwijl er zoveel valt te leren over de ontwikkeling van het jonge kind, en over hoe die ontwikkeling het best gevolgd, gestimuleerd en begeleid kan worden. Voor nieuw op te leiden leraren pleit ik ervoor binnen de Pedagogische Academie na een algemeen jaar een driejarige specialisatie voor het jonge kind van nul tot zeven en een specialiste voor kinderen van zeven tot veertien jaar aan te bieden. Dat betekent dat er in de afzonderlijke opleidingen ook veel meer aandacht kan komen voor pedagogiek en het opdoen van de broodnodige praktijkervaring. Bijkomend voordeel: de Pedagogische Opleiding voor kinderen van zeven tot veertien jaar zal juist minder 'kleuterachtig' worden, waardoor die opleiding ook voor mannelijke studenten -die nou eenmaal vaker willen lesgeven aan oudere kinderen- aantrekkelijker wordt. Als laatste pleit voor zelfbeheersing bij beleidsmakers, schoolbesturen en onderwijsinspectie. Want als wij een stapje terug doen, komt er weer ruimte voor de kleuterleerkrachten.