Toelating mineralenconcentraat: nu doorpakken - Main contents
Nu heb je de kromme situatie dat een boer dierlijke mest moet afvoeren en kunstmest mag aanvoeren, dat kan beter! Daarom zet ik vol in op de toelating van mineralenconcentraat. Lees hieronder hoe.
”De nitraatrichtlijn uit 1991 stelt een limiet aan het gebruik van dierlijke mest. Daarbovenop mag nog kunstmest worden aangevoerd. Dit is omdat er vanuit wordt gegaan dat nutriënten in dierlijke mest slechter worden opgenomen door de plant. Kunstmest heeft een beter werkingscoëfficiënt en dus heb je minder kans op uitspoeling, is het idee.
Volgens mij worden hier twee dingen vergeten. Ten eerste hangt veel af van je bedrijfsmanagement. Ten tweede zijn de milieukosten om kunstmest te maken enorm. Dus nu heb je de kromme situatie dat een boer dierlijke mest moet afvoeren en kunstmest mag aanvoeren. De nutriëntenkringloop wordt hiermee verstoort, dat moet anders! Een manier om de kringloop weer sluitend te krijgen is door dierlijke mest te verwerken tot een mineralenconcentraat, waardoor de werkingscoëfficiënt wordt verhoogd en mag worden gebruikt boven de gebruiksnorm van dierlijke mest.
Deze redactieblog verscheen eerder op boerderij.nl
De Europese Commissie ziet gelukkig ook in dat de kringlopen beter moeten worden gesloten. Met een nieuw voorstel over meststoffen willen ze het gebruik van organische meststoffen bevorderen. Daarnaast is het de bedoeling dat erkende organische meststoffen vrij verhandelbaar zijn. Dat is een belangrijke stap om nutriëntenoverschotten in te zetten in de gebieden waar er een tekort is.
In het Europees Parlement ben ik een van de hoofdverantwoordelijken voor dit dossier. Dat is een belangrijke plek, want het Europees Parlement is medewetgever en kan voor 50% meebeslissen. De andere helft van de macht ligt bij de lidstaten. Er samen uitkomen kost een hoop tijd; eerst moeten 28 lidstaten eruit komen en dan moeten die onderhandelen met het Parlement. Vandaar dat het belangrijk is om goed samen te werken met Sharon Dijksma en Martijn van Dam. Volgende zomer hoop ik op een onderhandelingsresultaat. De wetgeving gaat op zijn vroegst in 2018 in.
Boeren moeten meer hun eigen mest kunnen gebruiken
en minder afhankelijk zijn van kunstmest. Dit drukt de kosten, is beter voor het milieu, maakt de EU minder afhankelijk van de import van fosfaat en is ook nog eens goed voor het imago van de agrarische sector. De kunstmestindustrie maakt met zijn lobby boerenorganisaties bang dat dit voorstel ertoe zal leiden dat kunstmest duurder wordt. Dat doet ze echt niet, omdat ze zo is begaan met de portemonnee van de boer. Het is eigenbelang; ze probeert de concurrentie van organische meststoffen af te houden.
Ik zie het als mijn taak om ervoor te zorgen dat organische meststoffen, zoals mineralenconcentraat, ook daadwerkelijk kunnen gaan concurreren met kunstmest. Daarom wil ik dat organische meststoffen boven de gebruiksnorm voor dierlijke mest mogen worden gebruikt, binnen de nitraatrichtlijn.