Opinie in Financieel Dagblad: Mario Draghi en de ECB staan er weer alleen voor - Main contents
Hierbij mijn bijdrage aan de opinie pagina van het Financieel Dagblad van zaterdag 12 maart.
De ECB voldoet volstrekt niet aan de verwachtingen. Het doel van een stabiele prijsinflatie van niet meer dan 2% per jaar raakt steeds verder uit het zicht. Daarom gaat Mario Draghi de rente nog verder verlagen, tot 0%, en daarnaast het schuldopkoopprogramma vergroten naar €80 mrd per maand. Maar meer van hetzelfde is niet het antwoord op de vele economische stormen die de eurozone plagen. Er moet gekozen worden, door Draghi én politici.
De groei in de eurozone ligt jaar in jaar uit één procentpunt achter op de VS en ondanks de lage rente zijn investeringen nog ver verwijderd van het vertrouwde niveau. Ondertussen zijn er donkere wolken door de economische vertraging in China, de kans op een brexit, of toch een grexit, en de mogelijkheid van nationale grenscontroles. Dat de eurozone toch enigszins opkrabbelt, komt deels door de lage olieprijs en deels door de inspanningen van Draghi. Maar het lijkt geen duurzaam herstel, met meer slecht weer op komst.
De ECB is tot nu toe als enige federale institutie de drijvende kracht geweest achter het herstel, maar die kracht blijkt eindig. Zelfs de kerndoelstelling van prijsstabiliteit wordt bij lange na niet gehaald. In februari is de inflatie omlaag gegaan, ook als de energieprijzen buiten beschouwing blijven. Het doel van stabiele inflatie zou als een anker moeten zijn, maar de economie van de eurozone is losgeslagen en op drift.
Dat was niet de bedoeling van Draghi die in januari 2015 het beleid van kwantitatieve verruiming heeft aangekondigd. Vaak wordt om dit besluit uit te leggen het beeld van de geldpers gebruikt. In werkelijkheid is het programma veel indirecter. De ECB creëert geld om nationale centrale banken staatsobligaties op te laten kopen. In theorie zakt daardoor de rente, waardoor investeringen aantrekkelijker worden. In de praktijk blijkt dat vooral financiële markten en aandeelhouders profiteren, niet de reële economie. Maar ook dat effect ebt weg.
Dat dit beleid niet het gewenste effect heeft, is niet zo vreemd. Het zou eerder, vóór 2015, meer hebben kunnen betekenen, maar kwam op een moment dat de rente al een daling had gezet. Bovendien verkeren veel Europese banken nog in een precaire situatie doordat ze hun balans nog onvoldoende hebben versterkt; de kredietverlening door banken blijft daardoor mondjesmaat.
Draghi en de zijnen proberen met de aankondiging van donderdag de rente nog verder omlaag te drukken en betreden onbekend terrein. Dat sommige rentes negatief zijn geworden, is al bijzonder. Een te lage rente over een lange periode schaadt daarnaast de winstgevendheid van soms toch al zwakke banken. Ook verzekeraars en pensioenfondsen klagen over het ECB-beleid, maar vergeten daarbij dat in de huidige economische situatie de rente sowieso laag zou moeten zijn. Wel herinnert het ons eraan dat het huidige ECB-beleid tijd koopt en het beleid niet oneindig doorgezet kan worden zonder negatieve bijwerkingen.
Doormodderen kan even, maar uiteindelijk moet Draghi een keuze maken. Een rigoureuze keuze.
Het ene alternatief is om het beleid van kwantitatieve verruiming op te geven en ons over te geven aan laissez faire. Dit heeft de voorkeur van de `haviken’, die steevast een doembeeld van monetaire financiering en hoge inflatie oproepen. Het is wel steeds moeilijker zich dat doembeeld voor te stellen naarmate de inflatie alsmaar verder daalt.
Een ander alternatief dient zich aan. Het heeft een lange traditie in het economische denken. John May-nard Keynes besprak de mogelijkheid om geld in flessen te begraven in kolenmijnen (die mijnbouwbedrijven vervolgens moesten ontdekken en opgraven) en Milton Friedman sprak in een moderne variant over `helikoptergeld’. In dit alternatief geeft de centrale bank over een periode nieuw geld uit, niet via banken maar rechtstreeks aan de inwoners van de eurozone. Zo is er een voorstel om iedereen €1000 op zijn bankrekening te storten. Daarvoor is éénmalig zo’n 3% van het bbp in de eurozone nodig, oftewel €330 mrd. Aanmerkelijk minder dan de €960 mrd per jaar die Draghi nu aan de banken geeft. Voorwaarde om helikoptergeld succesvol te laten zijn is dat de geldhoeveelheid daarna niet verkleind wordt.
Veel Europese `haviken’ vinden het maar niets. Het voormalig hoofd van de Amerikaanse federale bank, Ben Bernanke, neemt het plan wel serieus en heeft daar zelfs de bijnaam `helikopter Ben’ aan te danken. Het is de creativiteit die ontbreekt in het continent van Keynes, en die wel lijkt te bestaan in het land van Herbert Hoover.
Creativiteit is nodig, want de ECB staat er opnieuw alleen voor. Dat was zo in 2012 en dat is zo in 2016. De eurozone wordt nog steeds geregeerd op de automatische piloot van begrotingsregels. Dit zou de tijd zijn voor grootscheepse investeringen om te profiteren van een lagere rente. Om eindelijk de economie aan te zwengelen op een manier waar iedereen baat bij heeft. En om weer tot groei te komen die gebaseerd is op meer dan goedkope olie.
Draghi moet daarvoor opnieuw de troepen leiden, maar dat gaat vooral effect hebben als politici volgen. Met echt beleid, en zonder zich te verschuilen achter regeltjes. Want anders komen we met de huidige tegenwind geen meter vooruit