Treinreizigers

Source: R.R. (Ruard) Ganzevoort i, published on Sunday, March 6 2016, 1:57.

Column in De Linker Wang Maart 2016. Lees meer artikelen op www.linkerwang.nl of neem een proefabonnement.

Zomaar een ochtend in de trein. Links naast mij, aan de andere kant van het gangpad, zit een stevige jonge Afrikaanse vrouw, zachtjes neuriënd en lezend in een boek. Als de trein het station verlaat en vaart maakt, komt ze omhoog en spreekt de reiziger tegenover haar aan:

“Jongeman, heb jij het woord ervaren. Echt ervaren? Heb je het woord geproefd?”

Hij reageert aarzelend maar niet onaardig als hij zegt dat hij geen idee heeft waar ze het over heeft.

“Precies. Dat had ik vroeger ook. Ik had geen idee waar mensen het over hadden totdat ik het woord ervoer. Maar toen het woord in mijn leven kwam, ging ik het wel begrijpen.”

Geleidelijk dringt het tot de jongeman door dat hij in een religieus gesprek is terecht gekomen. Omzichtig - je weet nooit waar een religieus meningsverschil anno 2016 toe leidt - neemt hij wat afstand: “Ik wil niet vervelend doen of zo en ik bedoel het ook echt niet respectloos, maar persoonlijk heb ik daar eigenlijk niet zoveel mee.”

“Nee, precies. Wij hebben daar vanuit onszelf niet zoveel mee, maar dat is nu juist het probleem. Maar als je het woord ervaart, dan krijg je er wel wat mee.”

“Ja, dat zal vast wel, maar voor mij hoeft dat helemaal niet. Waarom zou ik het dan willen?”

Dat is natuurlijk riskant. Stel een dergelijke vraag aan een evangelist en je zet de deur open voor de full monty. Over dat mensen uit zichzelf niet willen, het hogere niet zoeken, niet openstaan voor de waarheid. En meer dan dat: “Ik zie aan je dat je veel liefde hebt. Waarschijnlijk voor je familie en zo. Maar dat is niet genoeg. Een plus een is twee, dat snapt iedereen. Maar twee plus twee is vier en dat is meer. En net zo is de liefde voor God meer dan de liefde voor mensen.”

Als theoloog ben ik wel een beetje gewend aan wonderlijke redeneringen, maar hier moest ik toch even slikken, zeker toen het in dezelfde trant een tijdje doorging. De jongedame zelf voelde dat misschien ook wel aan, want ze pakte twee bijbels uit haar tas en zei: “ik wil iets met je delen. Wil je ook een stuk lezen? Ik heb altijd twee vertalingen bij me, een in het Nederlands en een in mijn eigen taal.”

De reiziger leest braaf een paar minuten in de aangereikte bijbel. Zijn oogopslag gaat heen en weer tussen interesse, geamuseerdheid en ongemak. Dan doorbreekt zij de stilte: “Heeft het je aangeraakt? Is het woord bij je binnen gekomen?”

“Ik vind het eigenlijk wel leuk om te lezen hoe ze over de dingen schrijven, maar ik snap niet zo goed dat het de hele tijd maar over God moet gaan. Niet vervelend bedoeld hoor, maar daar kan ik gewoon helemaal niets mee. Waarom is het niet genoeg om gewoon een beetje goed met elkaar om te gaan?”

De conducteur riep om dat we bijna gingen stoppen en de jongedame meldde dat ze er hier eigenlijk uit moest, maar mee zou reizen naar het volgende station omdat ze nog meer met hem wilde delen en veel liefde voor hem voelde…

“OK…”, zei hij met een ambivalente blik in zijn ogen.

Toen ik hem bij dat volgende station zag weglopen, voelde ik de sterke behoefte om hem op zijn schouder te tikken en te vragen hoe hij dat nou beleefd had. En dat zou ik ook haar hebben willen vragen. Ik deed het niet, want ik ben altijd wat beducht anderen lastig te vallen…

Maar het hield me nog wel even bezig. Ongevraagd was ik op een meter afstand getuige van de totale vervreemding als mensen elkaar ontmoeten terwijl hun talen volstrekt langs elkaar heen gaan. Allebei waren ze gericht op een ontmoeting, al leek het haar meer te gaan om het uitzenden van haar boodschap en leek hij zich vooral bewust dat je tactvol moet omgaan met religieuze mensen. Op heel verschillende manieren probeerden ze tot verstaan te komen. Tegelijk deden ze weinig pogingen aan de ander te vragen wat die nu precies bedoelde, en daardoor bleven ze vooral langs elkaar heen praten.

Ik bedacht me ook dat dit de reden is dat ik vaak geen religieuze taal gebruik; het zou het gesprek vaak alleen maar ingewikkelder zou maken. Misschien dat mijn gesprekspartners tactvol en geamuseerd zouden reageren, maar tot verstaan leidt het nog niet. En toch… ik zou wel wat meer mensen willen zien die het gesprek aandurven. Die willen vertellen wat hen ten diepste drijft en die dan ook willen horen wat de ander bezighoudt. En ik zou wel meer mensen willen zien die daarbij wat makkelijker switchen tussen religieuze én seculiere taal al naar gelang hun medereizigers verstaan. Dat soort bruggenbouwers zijn juist vandaag namelijk nodig.