Troonrede 1963 (volledige tekst)

De troonrede van 1963 opende met internationale samenwerking en ging onder meer in op de krapte op de arbeidsmarkt.

In de integrale tekst van de troonrede 1963 is door de redactie structuur aangebracht, zodat u snel tussen de onderdelen kunt navigeren.

1.

Inleiding, Europese samenerking

Leden der Staten-Generaal,

In deze tijd van dynamische ontwikkeling groei het bewustzijn van onderlinge afhankelijkheid en neemt ook het verlangen naar samenwerking toe In dit bewustzijn en in dit verlangen vindt het streven naar vereniging van de vrije Europese lande zijn uitgangspunt.

Het is voor ons Koninkrijk van veel belang, dat hetgeen in de Verdragen van Rome en van Parijs is neergelegd in zijn geheel wordt verwezenlijkt. De opvatting van de Regering is steeds geweest, dat deze verdragen de totstandkoming beogen van een open en democratische Europese gemeenschap een gemeenschap, die niet een verdelende, maar een verenigende functie moet hebben. 

Slechts een op brede en hechte basis georganiseerd Europa zal in staat zijn op voet van gelijkwaardigheid samen te werken met de bondgenoten aan de andere zijde van de oceaan. 

2.

Vrede en veiligheid

In Atlantisch verband kunnen wij vruchtbaar blijven werken aan het behoud van de vrijheid, de groei van de Westerse samenleving en de ontwikkeling van de constructieve krachten in de wereld.

Het stemt tot voldoening, dat inmiddels vele landen het Verdrag tot stopzetting van bovengrondse kernproeven hebben ondertekend. 

Het voorstel tot goedkeuring van dit verdrag, dat tot vermindering van de internationale spanningen kan leiden, zal U weldra bereiken. Ondanks deze mogelijkheid tot ontspanning blijft het defensiebeleid er onverminderd op gericht naar ons beste vermogen een aandeel te leveren tot de gezamenlijke verdediging in Atlantisch verband.

3.

Internationale handel

De Regering zal het hare ertoe bijdragen om de tariefonderhandelingen, die het volgend jaar te Genève zullen plaats vinden, te doen slagen. Deze onderhandelingen, waarbij ook de internationale problemen van de landbouw zijn betrokken, zullen naar zij hoopt een nieuwe fase in de ontwikkeling van het internationale handelsverkeer inluiden. 

Zowel tijdens de tariefonderhandelingen als tijdens de Wereldhandelsconferentie, die eveneens het volgend jaar zal plaats vinden, verdienen de problemen van de ontwikkelingslanden bijzondere aandacht. 

Vermindering van de belemmeringen in het handelsverkeer met die landen moet daarbij voorop staan. Het economische leven in de ontwikkelingslanden moet voorts een bredere grondslag verkrijgen, opdat zij in staat geraken op eigen kracht hun welvaart te verhogen. 

De thans helaas nog toenemende welvaartsverschillen in de wereld maken het des te noodzakelijker op ruime schaal financiële en technische hulp te bieden. De Regering streeft naar een evenwichtig programma van hulpverlening binnen het Koninkrijk en daarbuiten in verscheidene bilaterale en multilaterale vormen.

4.

Indonesië, Benelux

Het verheugt de Regering, dat de betrekkingen tot Indonesië belangrijk zijn verbeterd. Nu de eerste stappen zijn gezet naar normalisering van het handelsverkeer, heeft zij goede hoop, dat dit zich geleidelijk zal ontplooien.

De samenwerking in Benelux-verband acht de Regering van des te meer betekenis, nu de internationale betrekkingen zoveel hechter worden. Het verdrag inzake een verbeterde Schelde-Rijnverbinding, dat voor de verhouding van ons land tot Beigië zo belangrijk is, zal U ter   goedkeuring worden voorgelegd.

5.

'de West'

De Regering is ervan overtuigd, dat de goede verstandhouding binnen het Koninkrijk der Nederlanden zal worden bestendigd. De Koninkrijksgedachte moge daarbij ook komend jaar weder onze drie landen bezielen.

6.

Economische situatie

Het sociaal-economische beleid richt zich zowel op een zo krachtig mogelijke en evenwichtige groei van de economic op lange termijn als op de beheersing van de conjunctuur.

Ten behoeve,van de economische ontwikkeling zal in samenwerking met het bedrijfsleven een onderzoek worden ingesteld naar de vooruitzichten op middellange termijn voor onze volkshuishouding als geheel en voor verschillende sectoren afzonderlijk. Daarbij zal rekening worden gehouden met de wijze waarop de commissie van de Europese Economische Gemeenschap zich een dergelijk onderzoek in Europees verband heeft gedacht.

Mede ten gevolge van een bijzondere verhoging van de landbouwuitgaven zal de Rijksbegroting voor 1964 een grotere toeneming van de uitgaven vertonen dan past bij het door het Kabinet als grondslag aanvaarde financiële beleid. 

Dit beleid is erop gericht, de stijging van de uitgaven in de periode tot en met 1967 als geheel genomen, achter te doen blijven bij de groei van het nationale inkomen. Uit een oogpunt van conjunctuurbeïnvloeding voldoet de begroting aan de eisen die daaraan moeten worden gesteld.

Een ontwerp voor een nieuwe Comptabiliteitswet zal U deze zittingsperiode wordcn aangeboden. De Regering vertrouwt, dat het georganiseerde bedrijfsleven, dat in eerste instantie verantwoordelijk is voor het loonbeleid, de loonkostenstijging voor 1964 binnen aanvaardbare grenzen zal houden. 

Naar haar mening worden die grenzen primair bepaald door de macro-economische produktiviteitsontwikkeling, maar daarnaast acht zij van grote betekenis het verband tussen de loonontwikkeling en het prijspeil, het investeringsniveau en de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland.

7.

Arbeidsmarkt

Intussen is de Regering met zorg vervuld over een aantal met de zeer krappe arbeidsmarkt samenhangende verschijnselen die een ernstige inbreuk maken op een verantwoorde loonvorming. Zij zal in nauw overleg met het georganiseerde bedrijfsleven dit vraagstuk onder ogen zien.

Gelet op de aanhoudende spanning in de conjunctuur en de opwaartse druk op de prijzen zal de Regering een krachtig prijsbeleid blijven voeren. Zij ziet ook dit in nauw verband met een verantwoord loonbeleid. Voorts zal zij een juiste prijsvorming door een actief mededingingsbeleid bevorderen.

8.

Sociale zekerheid

De grote zorg, die de Regering draagt voor de sociaal en economisch zwakken van onze samenleving, brengt mede, dat zij in het geheel van haar beleid een voorname plaats toekent aan de verhoging tot een sociaal minimuum van de uitkeringen krachtens de algemene ouderdomsvoorziening. Voorstellen terzake zal zij spoedig na ontvangst van het advies van de Sociaal-Economische Raad uitwerken.

Nadat het Georganiseerd overleg in ambtenarenzaken het beraad over een nieuwe pensioenwet heeft beeïndigd, zal de Regering een desbetreffend wetsontwerp indienen.

Met het indienen van een voorstel tot uitbreiding van de werkingssfeer van de Interimwet invaliditeitsrentetrekkers beoogt de Regering een verdere verbetering van de voorzieningen ten behoeve van de gehandicapten. Een wetsvoorstel om de inkomensgrens in de Algemene kinderbijslagwet te doen vervallen, zal U binnenkort bereiken.

9.

Bedrijfsorganisatie

De Regering acht de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie een belangrijk instrument om ondernemers en werknemers gezamenlijk een grotere verantwoordelijkheid te geven voor de gang van zaken in het bedrijfsleven. Zij ziet met belangstelling het advies van de Sociaal-Economische Raad over de herziening van de Wet op de bedrijfsorganisatie tegemoet.

10.

Milieu en volkgezondheid

In een tijd, waarin de toenemende industrialisatie en verstedelijking van ons dichtbevolkte land de gevaren van de mens in zijn levensmilieu doen stijgen, worden hoge eisen gesteld aan het beleid op het gebied van de volksgezondheid.

De Regering hoopt, dat de Ziekenfondswet en de Wet op de ziekenhuistarieven in de komende zittingsperiode tot stand zullen komen.

De zorg voor de geestelijk zieken zal haar bijzondere aandacht hebben.

11.

Wetgeving

Het ligt in het voornemen de Algemene bijstandswet op 1 januari 1965 in werking te doen treden. Voorts is in voorbereiding een nieuwe regeling van het consumptieve geldkrediet.

In de loop van het zittingsjaar zal een ontwerp-Woonwagenwet worden ingediend, waarmede de aanpassing van de woonwagenbevolking aan de gevestigde samenleving wordt beoogd.

12.

Volkshuisvesting

In de regeringsverklaring van 31 juli is uiteengezet van hoeveel belang de Regering de opheffing van de woningnood acht. Aan de bestrijding van dit maatschappelijke euvel heeft zij de hoogste prioriteit toegekend. Daarvoor zal zo nodig inbreuk worden gemaakt op de norm, die voor de toelaatbare stijging van de uitgaven is aanvaard.

De regering wil door een samenstel van maatregelen de produktiviteit en de totale produktie van de bouwnijverheid opvoeren. Eén van deze maatregelen is de bevordering van de continuiteit in deze bedrijfstak. Een nota over dit beleid zal zij spoedig indienen. Het overleg met het bedrijfsleven is inmiddels ver gevorderd. Alles zal in het werk worden gesteld, boven het in het bouwprogramma vermelde totaal van 90.000 woningen uit te komen. 

13.

Landbouw

De Regering zal blijven streven zowel naar ontplooiing van het Europese landbouwbeleid als naar verhoging van de rentabiliteit van de Nederlandse landbouw. Ter tegemoetkoming in de moeilijke omstandigheden, waarin vooral de veehouderij en het gemengde bedrijf verkeren, wil de Regering, mede door een hogere bijdrage uit de Rijksmiddelen, de uitkomsten van de melkveehouderij trachten te verbeteren.

Structurele aanpassing van de landbouw is noodzakelijk. Het Ontwikkelings- en saneringsfonds zal daarvoor een waardevol hulpmiddel zijn. In de begroting zijn voorts meer middelen dan voorheen aangevraagd voor de ruilverkaveling en andere cultuurtechnische werken.

14.

Ruimtelijke ordening

De Regering is voornemens de verschillende vraagstukken, die verband houden met de ruimtelijke ordening, sterker te coördineren en in te passen in één beleidspatroon.

De Regering is verontrust over het toenemen van het aantal verkeersongelukken. Zij zal verdere maatregelen treffen ter verhoging van de verkeersveiligheid.

15.

Justitie en bestuur

De handhaving en de vernieuwing van het recht nemen een belangrijke plaats in het regeringsbeleid in. In het komende zittingsjaar zullen wetsontwerpen worden ingediend met betrekking tot het verbintenissenrecht en onderdelen van het burgerlijk procesrecht. De Regering acht de voorgestelde vernieuwing van de regelen omtrent de rechtspositie van vrcemdelingen van veel belang.

Het aandeel der lagere organen in het geheel van de landelijke ontwikkeling is van grote betekenis, omdat daardoor het eigen karakter van de provincie en de gemeente tot zijn recht komt. De Regering hoopt daarom, dat spoedig de wetsontwerpen tot verruiming van het gemeentelijk belastinggebied en wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de binnengemeentelijke decentralisatie zullen worden behandeld.

16.

Onderwijs en cultuur

Er bestaat een wisselwerking tussen de toeneming van de materiële welvaart en de geestelijke en culturele ontplooiing van ons volk. Biedt immers de welvaartsstijging ruimere mogelijkheden tot ontwikkeling van onderwijs en cultuur, zij stelt er tegelijkertijd ook nieuwe eisen aan.

Het snel veranderende wereldbeeld dwingt meer nog dan in het verleden er zorg voor te dragen, dat onze jeugd in het gezin, op de school en daarbuiten terdege wordt voorbereid op de taken waarvoor zij zich gesteld zal zien.

Een goed onderwijssysteem is zowel voor de opvoeding van de jeugd, als voor de krachtige groei van onze volkshuishouding noodzakelijk. Om deze redenen zal de Regering de uitbreiding van de instellingen voor wetenschapelijk onderwijs en onderzoek krachtig bevorderen. Zij zal zowel voortwerken aan de vernieuwing van ons onderwijsbestel, als de nodige zorg besteden aan de vorming buiten schoolverband. 

Daarnaast acht zij ook voor de volwassenen - een doelbewuste bevordering harerzijds van de sport, evenals van alle andere vormen van actieve vrijetijdsbesteding, een taak van groot gewicht.

17.

Slot

Vele problemen vragen een oplossing en velerlei doeleinden dienen te worden nagestreefd. De mogelijkheden zijn evenwel beperkt, zodat steeds met wijsheid een keuze zal moeten worden gedaan. De door de Tweede Kamer beoogde verandering in de procedure van de begrotingsbehandeling, waartoe dit jaar wederom een proef zal worden genomen, kan mettertijd het overleg over deze keuze verbeteren.

De Regering heeft het vertrouwen, in gemeen overleg met de Staten-Generaal, in het thans aanvangende parlementaire jaar een vruchtbaar beleid te kunnen voeren.

Ik wens U voldoening toe bij de vervulling van Uw verantwoordelijke en veelomvattende taak. Dat Gods zegen op Uw arbeid ruste!

Met deze bede verklaar ik de gewone zitting der Staten-Generaal voor geopend.

17 september 1963