Duitsland EU-koploper exportoverschot - Main contents
Het is eigenlijk van de zotte: Griekenland moet opnieuw een keihard bezuinigingsakkoord slikken om ervoor te zorgen dat de Griekse economie weer in de pas loopt met de andere lidstaten (lees: voldoet aan de strenge EU-regels), terwijl Nederland en Duitsland zelf al jaren veel meer exporteren dan is toegestaan door de EU. Deze economische ongelijkheid tussen Noord- en Zuid-Europa is voor een belangrijk deel te wijten aan de euro. Sinds de invoering van de euro, waarbij Nederland en Duitsland profiteerden van een goedkope munt en bovendien de lonen drukten, zijn er in het noorden steeds hogere exportoverschotten ontstaan. Deze producten werden op hun beurt geïmporteerd door het Zuid-Europese landen, die zo handelstekorten opbouwden en zich in de loop der jaren steeds meer in de schulden staken. Landen als Griekenland, Spanje en Portugal konden bovendien niet concurreren met het ‘rijke’ noorden, omdat men daar immers de lonen had bevroren. In plaats van de koopkracht en binnenlandse consumptie in eigen land te verbeteren, hebben Nederland en Duitsland zich blindgestaard op zoveel mogelijk exporteren naar landen die dat eigenlijk niet konden betalen.
Inmiddels is het 2015. De eurocrisis is nog lang niet opgelost, en Nederland en Duitsland hebben nog altijd ongekend hoge exportoverschotten van respectievelijk 10% en 8% (!). Dat terwijl het toegestane overschot 6% bedraagt. Na China heeft Duitsland het grootste handelsoverschot ter wereld, en ook Nederland neemt een opvallend hoge zevende plek in. Ik denk dat de euro uiteindelijk onhoudbaar is, tenzij we bereid zijn om nog veel meer macht aan Brussel af te dragen en een Verenigde Staten van Europa te creëren - absoluut geen prettig vooruitzicht volgens de SP. Vast staat dat problemen in de eurozone hoe dan ook zullen blijven voortwoekeren als het rijke Noorden niet bereid is om zich aan dezelfde regels te houden waarmee zij het armere Zuiden bezuinigingspakket na bezuinigingspakket door de strot duwt. Als we hier de lonen laten stijgen, verbetert dat de concurrentiepositie van het Zuiden én stimuleert dat ook de export uit landen die dat nu harder dan ooit nodig hebben.