Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Landbouw- en Visserijraad op 16 juni 2015

Source: R.K. (Carla) Dik-Faber i, published on Friday, July 10 2015.

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken aan een algemeen overleg met staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken

Onderwerp:   Landbouw- en Visserijraad op 16 juni 2015

Kamerstuk:    21 501 – 32

Datum:           10 juni 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. De leden van deze commissie zijn deze ochtend in de bloemetjes gezet. Het waren niet zomaar bloemetjes, maar afrikaantjes!

Mijn fractie strijdt een hele tijd -- ik denk dat ze dat al een tot twee jaar doet -- voor het inzetten van afrikaantjes als alternatief voor metam-natrium. Wij allen willen van metam-natrium af. Met de staatssecretaris heb ik al veel debatten daarover gehad. De oplossing die we bedacht hadden, was die van het verlengen van de termijn van scheuren van grasland. Dat alles is geregeld, maar we zien nu dat dit in de praktijk toch niet werkt doordat de afrikaantjes onder de eis van 80% grasland gaan vallen. We hebben met elkaar dus een oplossing bedacht, maar het is dus een halve oplossing; in de praktijk gebeurt het niet. Dat is ontzettend jammer. Mijn fractie verzoekt de staatssecretaris daarom, zich er in Brussel hard voor te maken dat dit toch mogelijk wordt gemaakt. Volgens ons zou een oplossing kunnen zijn dat afrikaantjes ook onder tijdelijk grasland vallen. Dan staat er "tijdelijk grasland(waaronder Tagetes". Dat zijn twee woorden, maar die maken het cruciale verschil. Daarmee kunnen we metam-natrium uit ons land bannen. Dat is toch wat wij allen willen. Na afloop overhandig ik ook namens de delegatie in de zaal een mandje Tagetes aan de staatssecretaris.

Ik kom op de Fitness Check Vogel- en Habitatrichtlijn. Deze is bedoeld om te toetsen of de Vogel- en Habitatrichtlijn nog steeds datgene doet wat er gedaan moet worden, namelijk de Europese natuur en de Nederlandse natuur beschermen. Volgens het recente European State of the Nature-rapport is er werk aan de winkel. De staatssecretaris lijkt de Fitness Check Vogel- en Habitatrichtlijn vooral aan te grijpen om knelpunten weg te nemen en flexibiliteit in te bouwen. Daar is behoefte aan, maar mijn fractie wil ook nagaan wat we kunnen doen om de doelen van de richtlijnen sneller te bereiken. Wat is hierbij de inzet van de staatssecretaris, met name als het gaat om coherentie tussen de implementatie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de Vogel- en Habitatrichtlijn. Volgens ons moet er coherentie zijn tussen die twee.

Vanwege de tijd sluit ik aan bij de vragen van de Partij van de Arbeid en de Partij voor de Dieren over biologische productie. Voor mijn fractie is de belangrijkste vraag of Nederland tegen het voorstel gaat stemmen als niet tegemoet wordt gekomen aan de belangrijkste bezwaren die de staatssecretaris noemt. Dat is dus de aanwezigheid van niet toegestane stoffen en de controlefrequentie.

Goed nieuws is dat er een akkoord is over het diergezondheidspakket. Mijn fractie vindt in het bijzonder de stap mooi die inhoudt dat er hiermee ook een Europese APA komt voor het terugdringen van het antibioticagebruik door dieren en dat de Europese Commissie data moet kunnen vergelijken. Nederland heeft al heel grote stappen gezet, maar de cijfers lijken aan te tonen dat het helaas wat terugvalt. Voor het level playing field is het goed als andere landen ook meer gaan doen om het antibioticagebruik terug te dringen. Wat gaat de staatssecretaris doen om invulling te geven aan de afspraken over antibioticagebruik in het diergezondheidspakket? Volgens de nieuwe regels kan de Commissie verder onmiddellijk dringende maatregelen nemen indien een uitbraak van een gevaarlijke dierziekte een ernstige impact heeft op de dier- of de volksgezondheid. Hiervoor wordt een lijst met potentieel gevaarlijke dierziekten opgesteld. Welke dierziekten wil de staatssecretaris op de lijst hebben en welke dringende maatregelen kan de Commissie nemen?

Namens collega Slob, woordvoerder Visserij, merk ik het volgende op. Het gaat goed met de schol en de tong. Dat is goed nieuws voor Nederlandse belangrijke vissoorten. Ze worden nu duurzaam bevist. Volgens de staatssecretaris voldoet tong bijna aan de MSY-criteria. Kan de staatssecretaris dat onderbouwen? In het Engelstalige document van de Europese Commissie wordt namelijk gesteld dat aan de MSY-eisen wel helemaal is voldaan. Bovendien is de ervaring dat deze voorlopige cijfers over de visstand meestal te voorzichtig worden weergegeven. Is de staatssecretaris dan bereid om te pleiten voor een kleine verruiming van de vangstmogelijkheden, zodat de vissers iets meer lucht krijgen en ze tegelijkertijd aan de MSY-criteria blijven voldoen? De quota zijn immers een paar jaar achter elkaar verlaagd.

De staatssecretaris schrijft over de proeven met cameratoezicht, maar zij gaat daarbij vooral in op de pelagische sector. Klopt het dat de voorlopige resultaten zijn dat het cameratoezicht voor de visserij op platvissen door de kottervloot technisch nog zeer lastig is en  nog niet bruikbaar is in de praktijk?  Het gaat dus om het cameratoezicht en wat dit betekent voor de aanlandplicht. Volgens mij is dat praktisch niet werkbaar. Ik wil graag dat de staatssecretaris daarop een toelichting geeft.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.