'Samenleving is meer dan een verzameling individuen op een stuk grond' - Main contents
Lees hieronder de hele bijdrage van Roel Kuiper aan de Algemene Politieke Beschouwingen van 14 oktober 2014.
Wij zijn deze zomer wakker geworden aan de rand van een vulkaan. De toestand in de wereld is dreigend; erupties van geweld bepalen ons bij de kwetsbaarheid van onze vrede en veiligheid. Nederland werd hierin betrokken door de vreselijke ramp met de MH17, die ons opschrikte en deze zomer anders dan andere maakte. Er is zorg over een herlevend Oost-West-conflict. Inmiddels spreken we over een rand van instabiliteit rondom Europa. In het Midden-Oosten is een niets ontziende terreurbeweging opgestaan, die willekeurig moordt en culturen en bevolkingsgroepen vernietigt of verdrijft. Het is belangrijk dat de wereld niet werkloos toekijkt als een dergelijk kwaad om zich heen grijpt. Op korte termijn gaat het erom dat de oplaaiende brand wordt uitgetrapt, te beginnen in Syrië. Wil het kabinet een Syrietop bevorderen? In Afrika ontwricht het Ebolavirus hele samenlevingen. Het laat zien dat in een wereld waarin gezondheidszorg en geneesmiddelenontwikkeling niet evenredig de mensheid ten goede komt, ontwikkelingssamenwerking nodig zal blijven. Is de Minister-President dit met me eens?
De gebeurtenissen in de wereld dreunen na in ons land. Scheidslijnen van elders worden ook zichtbaar in onze samenleving en roepen soms ongekende spanningen op. Meer dan ooit is het van belang te investeren in onderlinge verbondenheid en maatschappelijke betrokkenheid. We verdedigen niet alleen onze vrijheid, maar onze waarden, onze manier van samenleven, een democratische opvatting van politiek, dat wat ons tot een samenhangende politieke gemeenschap maakt. Het is belangrijk het daarover te hebben.
Zonder saamhorigheid, zonder de wil er voor elkaar te zijn, zonder morele kaders, zonder burgers en overheden die het algemeen belang vooropstellen, lukt het niet een vitale samenleving op te bouwen. Het is onder meer aan de politiek hier woorden aan te geven en dit te stimuleren. Het is mijn oproep vandaag aan het kabinet dat te doen, dat meer te doen, omdat onze tijd erom vraagt en omdat het ingezette beleid erom vraagt.
Een samenleving is meer dan een verzameling individuen op een stuk grond. De ChristenUnie hecht aan sterk gemeenschapsleven, ook als het gaat om onze nationale politieke gemeenschap. Die blijft onopgeefbaar om samenhang, betrokkenheid en verantwoordelijkheid te organiseren in een roerige wereld. In een mismoedige bui heeft historicus Piet de Rooy gesteld dat Nederland nooit een ‘politiek idee’ willen worden, maar ik hoop niet dat hij veel aanhangers hiervoor vindt. Zeker hier niet. Het zou de zenuw halen uit wat wij hier staan te doen. De politiek is er om te articuleren waar we gezamenlijk voor staan en waar we heengaan. Dat is in het verleden ook gebeurd toen de verzorgingsstaat werd opgebouwd, toen Nederland een veilige haven werd voor geloofsvervolgden, toen burgers werden aangemoedigd de publieke zaak te behartigen. Het moet vandaag opnieuw.
Het kabinet heeft in de afgelopen jaren veel in beweging gezet. We staan er gelukkig iets beter voor. Uit het hervormingsbeleid sprak de overtuiging dat Nederland de crisis voorbij moet zien te komen en dat de financiële huishouding van de staat op orde moet zijn. Maar mijn fractie mist het verhaal van het kabinet hierbij. Er komt veel op burgers af. Het is nu aan het kabinet te laten zien dat de nieuwe ordening in de zorg en het sociale domein, niet maar ‘maatregelen’ zijn, maar hoe ze ons verder helpen als samenleving. Over het vorig jaar gelanceerde idee van de ‘participatiesamenleving’ horen we in de stukken van dit jaar plotseling niet veel meer. Was het een vluchtige term of een politiek idee waar we verder mee kunnen? De MP heeft vaak gezegd dat hij wil dat we sterker uit de crisis komen. Welnu, wat maakt ons sterker?
De komende jaren zal het politieke leven zich voor een belangrijk deel verplaatsen naar lokale overheden. Dit impliceert hoe dan ook een steviger politieke rol van gemeentebesturen. Zij moeten vanaf nu belangrijke afwegingen maken. Is dit het Deense model, toegepast op Nederland? Welke impuls geeft het kabinet en met name de minister van Binnenlandse Zaken aan die versterking van de rol van lokale politiek?
Er wordt onder meer in de Wmo een beroep gedaan op burgers, maar ook de politieke en maatschappelijke rol van burgers vragen versterking. Voor veel burgers is de samenleving te complex geworden, een web dat geweven wordt door allerlei partijen waarvan de overheid er een is, en waarin zijzelf geen factor van betekenis meer zijn. De RMO pleitte vorig jaar voor meer ‘zeggenschap’ en ruimte voor ‘zelforganisatie’ (Terugtreden is vooruitzien, juni 2013). Burgers moeten ruimte krijgen en daarbij niet steeds weer afhankelijk blijken van de overheid. Maatschappelijk initiatief en de coöperatiegedachte zijn weer terug, welke acties zijn op dat punt van het kabinet te verwachten?
In het laatste decennium is er hernieuwde aandacht voor het algemeen of publiek belang, mede als reactie op een tijdperk waarin private belangen alle ruimte kregen. Er is een zekere consensus dat hiermee schade is aangericht aan Nederland: bedrijven die van strategisch belang zijn voor onze samenleving zijn niet meer in Nederlandse handen, zoals de energiesector laat zien. Ook het politieke leven is niet onbeschadigd hieruit gekomen: gekozen organen hebben geen grip op de uitvoering van publieke taken, en het openbaar bestuur voltrekt zich in een transactiemodel, waarbij ook mede-overheden concurrenten kunnen zijn van elkaar. Dit verlies aan zicht op het publiek belang schaadt het politieke leven. Dit kabinet heeft een Ministeriele Werkgroep Publieke Belangen ingericht die zich bezint op publieke belangen en met voorstellen moet komen. Kan er iets gezegd worden over de opbrengst van deze bezinning?
Voor een vitale politieke gemeenschap is het nodig dat er onbelemmerde zeggenschap is over publieke zaken. Een factor die ons hierbij steeds weer parten speelt is de Europese Interne Markt. Die is bedoeld om het economisch leven van Europa te versterken, niet om de politiek in de lidstaten te belemmeren. Hoe kan het dan, vraag ik aan de MP, dat de keuze van Nederland om geen algehele marktwerking op het spoor toe te laten en NS niet te privatiseren voortdurend wordt aangevochten door beleid van de Europese Commissie, nu weer in het Vierde Spoorpakket? De gedachte dat de markt publieke zaken beter weet te ordenen dan overheden ligt toch echt wel achter ons. De Interne Markt fungeert nogal eens als breekijzer om de rol van nationale overheden in eigen land terug te dringen. Wordt het niet eens tijd de tegendraadse effecten van de Interne Markt aan de orde te stellen? Zou dit een mooie vervolgactie zijn op het initiatief van dit kabinet om te inventariseren waar Brussel niet over moet gaan?
Onze fractie is blij met de ‘trendbreuk’ in de uitgaven voor defensie. Deze Kamer heeft per motie gevraagd wat de visie is van het kabinet op de toekomst van de krijgsmacht in het licht van een veranderde veiligheidssituatie en jarenlange bezuinigingen op Defensie. Daarbij hebben we eraan herinnerd dat Nederland al lang niet meer de NAVO-norm van 2% haalt en daarmee niet voldoet aan haar internationale verplichtingen. Teleurstellend is echter dat wij, ook na herhaald aandringen, deze visie niet hebben mogen vernemen. De vraag hoe wij de opbouw van onze eigen krijgsmacht en de toekomst ervan nu zien, is niet beantwoord. Ook hier zoeken we naar het verhaal van dit kabinet.
Vorig jaar hebben we al gesproken over onze staatsinstellingen en ons parlementair stelsel. Ik heb toen naar de opvatting van het kabinet gevraagd omtrent de formatie en de ‘vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal’. De MP heeft toegezegd dat in de notitie over de Eerste Kamer dit punt zou terugkeren. Wij hebben een stuk gekregen, maar, hoewel aangekondigd, mis ik dit punt. Graag nog een reactie. Naar de mening van mijn fractie heeft de Tweede Kamer de formatie eenzijdig naar zich toe getrokken en daarmee gepolitiseerd en zou het wijs zijn de formatie weer in handen van de Koning te brengen. Dat brengt de hoge Colleges van Staat in het formatieproces in een gelijke positie.
Voorzitter, zelfbeheer en zelfbestuur zijn vanouds belangrijke begrippen in Nederland. Dit land is opgebouwd door burgers die er zelf verantwoordelijkheid voor namen. Dat is het kapitaal waarmee we solidariteit in stand houden, vrede kunnen bewaren en invulling geven aan een gemeenschappelijk bestaan, waarin eenieder naar eigen overtuiging kan leven en bijdragen aan de samenleving. Wil Nederland als politieke gemeenschap niet verrommelen in een internationaal krachtenveld, dan zullen de contouren hiervan scherp moeten blijven. Dan zal duidelijk moeten worden wat het ‘politieke idee’ is dat ons verbindt. Wij wensende regering sterkte met deze taak en wensen haar Gods zegen daarbij.