Tweede Kamerfractie Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP)
De Sociaal-Democartische Arbeiderspartij1 was van 21 september 1897 tot 9 februari 1946 in de Tweede Kamer2 vertegenwoordigd. Tot de invoering van het algemeen (mannen)kiesrecht was de SDAP een relatief kleine fractie, na 1918 was het de tweede fractie in grootte. In 1946 ging de SDAP, samen met de CDU3 en de VDB4, op in de nieuwgevormde PvdA5.
De SDAP-fractie speelde in het parlement een actieve rol, met onder meer initiatiefvoorstellen over afschaffing van de Eerste Kamer en over ontwapening. Leden maakten veel gebruik van het recht van interpellatie.
Behalve de politieke leiders Troelstra, Albarda en Drees waren vooraanstaande leden onder anderen Jan Schaper6, H.H. van Kol7, Jan Duijs8, W.H. Vliegen9, Suze Groeneweg10 en jhr. Marinus van der Goes van Naters11.
jaar |
zetels |
jaar |
zetels |
---|---|---|---|
1918 |
22 |
1929 |
24 |
1922 |
20 |
1933 |
22 |
1925 |
24 |
1937 |
23 |
foto | naam fractievoorzitter | aanvang functie | einde functie |
---|---|---|---|
W. (Willem) Drees | 1939-09-05 | 1945-06-24 | |
J.W. (Willem) Albarda | 1925-09-15 | 1939-08-09 | |
J.H.A. (Jan) Schaper | 1925-07-10 | 1925-09-15 | |
P.J. (Pieter Jelles) Troelstra | 1902-12-13 | 1925-07-12 | |
H.H. (Henri) van Kol | 1901-09-04 | 1902-12-07 | |
P.J. (Pieter Jelles) Troelstra | 1897-09-21 | 1901-09-04 |
Meer over
- 1.De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische partij, die lange tijd tevens republikeins en antimilitaristisch was. De SDAP werd in 1894 opgericht en kan als opvolger van de revolutionair-socialistische SDB (Socialistenbond) worden beschouwd. De partij was onderdeel van de socialistische zuil en nauw verbonden met organisaties als het NVV, dagblad Het Volk, de Arbeiderspers en de VARA. In 1946 ging de SDAP met VDB en CDU op in de PvdA.
- 2.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 3.De CDU was een protestants-christelijke, antimilitaristische partij. De partij ontstond in 1926 uit drie kleine christen-socialistische partijen. Na de Tweede Wereldoorlog ging de CDU op in de Partij van de Arbeid.
- 4.De Vrijzinnig-Democratische Bond VDB was een links-liberale partij, die in 1901 werd opgericht. In zekere zin is zij als voorloper van D66 te beschouwen. De partij werd gevormd door van de Liberale Unie afgescheiden leden en door voormalige Radicale Bonders. Richtte zich onder meer op internationale ontwapening, emancipatie van de vrouw en invoering van een staatspensioen.
- 5.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 6.Voormalige schildersgezel die naast Troelstra en Vliegen een belangrijk voorman van de SDAP was. Kwam in 1899 in de Tweede Kamer en had daarin tot zijn dood in 1934 zitting. Fel en goed debater, die het middel van de parlementaire obstructie niet schuwde. Sprak over uiteenlopende onderwerpen. Toen Troelstra in 1901 niet was herkozen, leidde hij ruim een jaar de SDAP-fractie. Vele jaren vicevoorzitter van de Tweede Kamer. Behoorde tot de gematigde vleugel van de SDAP. Nam in november 1918 in de Tweede Kamer behendig afstand van Troelstra's revolutiepoging, zonder zijn leider openlijk af te vallen. Nuchtere Groninger die met beide benen op de grond stond. Gewaardeerd door andersdenkenden vanwege zijn pragmatische opstelling. Was in de periode 1926-1934 tevens lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.
- 7.Internationaal georiënteerde koloniale woordvoerder uit de beginjaren van de SDAP. Medeoprichter van de SDAP. Was aanvankelijk ingenieur in Nederlands-Indië. Toen Troelstra in 1901 niet was herkozen, leidde hij de SDAP-fractie. In 1913 behoorde hij tot de voorstanders van regeringsdeelname van de SDAP en achtte hij zichzelf ministeriabel. Bombastisch, emotioneel en hartstochtelijk spreker. Vermogend man wiens heimelijke zakelijke activiteiten in de kolonie Nederlands-Indië op gespannen voet stonden met de idealen van de SDAP. In Nederland de royale sponsor van de socialistische beweging.
- 8.SDAP-Tweede Kamerlid uit Zaandam. Fel en venijnig debater, die vooral goed thuis was op het gebied van de sociale wetgeving, omdat hij daarvan tijdens zijn werk als bibliothecaris van de Rijksverzekeringsbank studie had gemaakt. Kwam in de Kamer vaak in botsing met de voorzitter. Hield in 1913 de langste parlementaire redevoering aller tijden om afhandeling van de Tariefwet te voorkomen en leidde in 1920 de obstructie tegen de Anti-revolutiewet. Zorgde er in 1913 voor dat al direct 'staatspensioentjes' werden uitgekeerd aan 70-plussers. Brak later met de SDAP en kwam in ultrarechts vaarwater.
- 9.Eén van de grote voormannen van de sociaaldemocraten in de eerste helft van de twintigste eeuw. Was typograaf en propagandist in Limburg en werd later redacteur van dagblad Het Volk. Als politicus voor alles een pragmatisch reformist en in 1913 daarom voorstander van regeringsdeelname van de SDAP. Keerde zich in 1918 ook tegen Troelstra's revolutiepoging. Naast Kamerlid en partijvoorzitter tevens wethouder in Amsterdam. Eenvoudige arbeider, die zich door zelfstudie opwerkte tot een welsprekende afgevaardigde die goed gedocumenteerde betogen hield. Geschiedschrijver van de vooroorlogse sociaaldemocratie. Ook buiten eigen kring gerespecteerd.
- 10.Prominent SDAP-politica en in 1918 het eerste vrouwelijke Tweede Kamerlid. Was onderwijzeres in onder meer Dordrecht en Rotterdam en als onderwijswoordvoerster van de SDAP-fractie pleitbezorgster van volksonderwijs. Feministe, maar pragmatisch ingesteld en tegenstander van aparte vrouwenorganisaties. Naast Tweede Kamerlid ook Statenlid en lid van de gemeenteraad van Rotterdam. Vurig socialiste, volgens Oud geen 'katje om zonder handschoenen aan te pakken'. Goed spreekster op partijbijeenkomsten, die haar beter lagen dan parlementaire vergaderingen. Actief in de drankbestrijding en antimilitariste.
- 11.'Rode advocaat' uit Nijmegen. Voor de oorlog justitie-woordvoerder van de SDAP en al snel vooraanstaand fractielid. Volgde in 1945 Drees op als fractievoorzitter en leidde in 1946 ook de eerste PvdA-fractie. Opereerde in die functie nogal solistisch. Kwam in 1951 in conflict met zijn partij over het beleid ten aanzien van Nieuw-Guinea en moest toen opstappen als fractievoorzitter. Pleitbezorger van Europese integratie, zorg voor het milieu, natuurbehoud en ontwikkelingssamenwerking. Was actief in het EGKS-parlement en het Europees Parlement. Kleurrijke, wat geaffecteerd sprekende, rebelse, maar ook vooruitziende figuur in sociaaldemocratische kring.