Grote stap in aanpak topinkomens - Main contents
Foto Flickr / Public Domain Photos
Ondanks pogingen tot uitstel en zo mogelijk afstel gaat de strengere Wet Normering Topinkomens er toch komen. Vanavond en morgen behandelt de Tweede Kamer het wetsvoorstel van PvdA-minister Plasterk om het salaris van bestuurders in bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en in de sector woningcorporaties te verlagen naar dat van een minister. De PvdA is daar blij mee: onze belastingcenten moeten naar prettig wonen, excellent onderwijs en goede zorg. Niet naar torenhoge salarissen van woningcorporatiedirecteuren, onderwijsbestuurders en zorgbazen.
Heel veel mensen zijn niet zomaar, toevallig, in de publieke of semi-publieke sector werkzaam. Of voor het geld. Ze werken er, omdat ze graag en met veel plezier de publieke zaak en onze samenleving dienen. Ons land en z'n inwoners. Nederland beter willen maken. Daar hebben ze bewust voor gekozen. En daar verdienen ze lof voor. Niet alleen de mannen en vrouwen aan de top overigens, maar zeker ook al die leraren, corporatiemedewerkers en mensen die bijvoorbeeld in de zorg werken.
Daarom is het zo jammer dat het toch vaak mis gaat. Te vaak. Een torenhoog salaris hier, een vette bonus of gouden handdruk daar en weer ergens anders een gevalletje van fraude. Het afsluiten van een arbeidscontract voor een dienstverband van 110% bijvoorbeeld: dan kun je jezelf ook 110% laten uitbetalen. Het hebben van twee dienstverbanden, waardoor je twee keer de norm mag verdienen. Of wat te denken van het op de loonlijst staan als bestuurder en je daarnaast als adviseur laten inhuren. Door dezelfde organisatie. Kassa!
De afgelopen jaren hebben de incidenten zich opgestapeld. De stapel is zo hoog geworden dat je je kunt afvragen of er nog wel sprake is van incidenten. Of al die gevallen niet iets anders blootleggen: een cultuur, die ver af is komen te staan van wat we met het dienen van de publieke zaak beogen en welk gedrag daar bij past. Een cultuur die past bij een sector woningcorporaties waar prestige-objecten ontwikkelen belangrijker leek dan sociale woningbouw, die past bij een sector onderwijs waar kolossen van leerfabrieken werden aangestuurd (of niet) vanuit ivoren torens terwijl de leraar voor de klas 't maar moest uitzoeken, een cultuur die past bij een zorgsector waar verspilling hoogtij vierde en er voor de professional in 't veld een stopwatch restte. Een cultuur die het imago van de publieke en semi-publieke sector geen goed deed.
Daarom is het goed dat nu paal en perk wordt gesteld aan de ontspoorde topsalarissen in de publieke en semi-publieke sector. En trouwens ook, omdat een ministerssalaris een prima salaris is. Zes keer zo hoog als dat van de gemiddelde 'hardwerkende Nederlander', negen keer zo hoog als het minimumloon. En dat terwijl een brood bij de bakker voor iedereen even duur is.