‘Marktwerking maakt vaak meer kapot dan je lief is’

Source: J.G.Ch.A. (Jan) Marijnissen i, published on Wednesday, May 30 2007.

Hieronder de bijdrage van Agnes Kant aan het debat over marktwerking in de publieke sector.

Het nieuws van vanochtend: energiebedrijven zijn klantonvriendelijk. En gisteren: de Brabantse chauffeurs zijn woedend over plannen dat ze meer moeten werken voor hetzelfde geld. Dit soort gevolgen van de marktwerking in de publieke sector is niet van gisteren, maar kennen we al langer. Er staan helaas zelden berichten tegenover dat de stroom goedkoper wordt, of het streekvervoer beter.

Het Paarse kabinet had al geëxperimenteerd met marktwerking in de thuiszorg. De gevolgen: ontduiken van de CAO en bezuiniging op personeel en het pikken van de krenten uit de pap. En ook kwamen de leasebakken, dure kantoren en hoge salarissen de thuiszorg binnen. Zoals in veel sectoren schoot de overhead omhoog, terwijl de kwaliteit onder druk kwam te staan. Na veel kritiek werd dit proces van meer marktwerking bevroren.

In plaats van daar lessen uit te trekken, kwam de marktwerking met de WMO in de thuiszorg weer uit de ijskast. Met ijskoude gevolgen: door de concurrentie op prijs worden ervaren thuiszorgwerkers ingeruild voor goedkopere minder gekwalificeerde krachten; patiënten kunnen hun vaste hulp verliezen en krijgen soms minder zorg.

Bij de marktwerking in het streekvervoer zagen en zien we: het opheffen van onrendabele lijnen. Zoals in Friesland en heel actueel lijn 145 van Amsterdam naar Leiden. Maar ook slechtere arbeidsvoorwaarden, minder toezicht en bezuinigingen op onderhoud. Neem bijvoorbeeld de afgekeurde Arriva-bussen die van de weg zijn gehaald.

Aanbesteden leidt ertoe dat de arbeidsvoorwaarden structureel in een neerwaartse spiraal belanden. En de dienstverlening en afstemming werd er ook niet beter op. Een persoonlijke ervaring op het station in Zutphen: ik vroeg aan een conducteur of hij wist op welk perron ik de aansluiting naar mijn trein in de Achterhoek kon halen. Het antwoord: mevrouw daar ga ik niet over, dat is een ander bedrijf.”

De vermarkting leverde - uitgezonderd de telefonie misschien - geen succesverhalen op.

Bij de notarissen leidde het tot hogere tarieven: de onafhankelijkheid en onpartijdigheid is in het geding.

Bij de reïntegratie: honderden miljoenen over de balk.

Bij de kabel: de tarieven zijn gestegen en de dienstverlening is gedaald.

Bij de zorg: berichten over beunhazerij in de tandzorg en via een zorgveiling kan je op een soort marktplaats naast koelkasten binnenkort ook een wortelkanaalbehandeling scoren.

Bij de energie: de toegezegde prijsdaling bleef uit, er kwamen slechtere CAO’s maar hogere bonussen. Bij reparaties aan huis komt de stopwatch te voorschijn, het lijkt de thuiszorg wel.

De markt zou het beter maken, de werkelijkheid is anders. De markt heeft in deze sectoren geleid tot ongelijke toegang, slechtere kwaliteit en dienstverlening, hogere kosten, slechtere arbeidsvoorwaarden, onvoldoende noodzakelijke investeringen, geen goede afstemming / samenwerking.

Mijn vraag aan de minister is dan ook: hoe weegt u, na jaren ervaring, deze effecten van marktwerking in de publieke sector?

De markt is voor veel producten een geschikt sturingsmechanisme om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Maar de markt heeft geen moraal, geen publiek belang en geen solidariteit. Ze houd geen rekening met de lange termijn en het algemeen belang. Bovendien wordt niet samenwerking, maar concurrentie gestimuleerd. Winstbejag is de belangrijkste drijfveer, in plaats van dienstbaarheid of beroepseer.

Solidariteit, publiek belang, democratische legitimiteit, gelijkwaardigheid, dienstbaarheid en beroepseer zouden de belangrijkste uitgangspunten moeten zijn van de publieke sector, maar worden ondermijnd door het belang van winst maken en concurrentie op prijs. Erkent de minister dat deze belangen niet te rijmen zijn?

In de publieke sector maakt volgens de SP de markt meer kapot dan ons lief is.

Het antwoord op een overheid die het niet goed doet is niet de markt, maar een overheid die het wél goed doet. Door te stoppen met het georganiseerde wantrouwen jegens de werkers in de publieke sector die leidt tot overmatige bureaucratie. Door herstel van vertrouwen en waardering van de werkers in de publiek sector, en mede daarmee hun beroepseer.

Het kabinet doet zelf dit jaar een onderzoek naar de gevolgen van de marktwerking in de publieke sector. Wat houd dat precies in, wat wordt er onderzocht? Het kabinet doet het onderzoek omdat, zoals ze zelf stelt in haar brief: “Lessen uit het verleden richting kunnen geven aan discussie over de toekomst.” Dan is het toch vreemd het kabinet vervolgens stelt dat ze “in de tussentijd geen reden ziet voor een moratorium op de marktwerking” ?

Ook de FNV pleit voor een Time-out in de marktwerkingsprocessen die nu gaande zijn. Waarom nu doorgaan met nieuwe plannen voor marktwerking? Zoals de plannen om de uitvoering van de WAO voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten de markt op te gooien? Meer markwerking in de zorg, het stadsvervoer, het loodswezen?

Waarom geen pas op de plaats, maar blind doorgaan zonder even de uitkomsten van uw eigen onderzoek af te wachten?