SP waakt ook over belang Pool en Bulgaar - Main contents
Waarom staan SP’ers niet te boek als xenofobische griezels, vraagt Elma Drayer zich af (Trouw, 5 december). Wij hebben wel eens moeilijkere vragen gehad.
Emile Roemer is voorzitter van de SP-fractie in de Tweede Kamer. Paul Ulenbelt is Tweede Kamerlid voor de SP.
Iedereen die de analyse en oplossingen van de SP voor arbeidsmigratie kent, weet immers waarom onze partij dat predicaat niet past. Er zijn goede sociale redenen om concurrentie op loon en arbeidsvoorwaarden te voorkomen en de SP is bij uitstek een partij die zich op alle mogelijke vlakken tegen discriminatie en uitbuiting van minderheden verzet.
Al in 2005 wees SP-Kamerlid Jan de Wit op de risico’s van ongereguleerde toestroom: “De Polen worden uitgebuit, Nederlandse werknemers worden verdrongen, en kleine ondernemingen en zelfstandigen worden steeds vaker uit de markt geduwd.”
De SP deed onderzoek, bekeek hoe cao’s werden ontdoken en zag hoe duizenden Oost-Europese werknemers werden onderbetaald, slecht gehuisvest en uitgebuit. Ons voorstel om de instroom uit Oost-Europa te reguleren was toen al een antwoord op concrete sociaaleconomische problemen. Dat anderen veel later een Polenmeldpunt openen om anoniem te klikken over ‘vervuiling’ en 'overlast’ door Oost-Europeanen heeft met de analyse van de SP niets te maken. Wij wijzen dergelijke hetzes af. Vreemdelingenhaat moet bestreden worden.
Op initiatief van de SP is de parlementaire commissie Lessen uit Recente Arbeidsmigratie in het leven geroepen. Die concludeerde in 2011 dat de toestroom van Poolse en andere Oost-Europese arbeidsmigranten is ‘onderschat’ en dat ons Nederlandse huis niet op orde is om een grote toestroom te ontvangen.
Helaas is dat vandaag de dag niet anders. Bij de aanleg van de A2 en de A4 zijn buitenlandse werknemers uitgebuit. Onder truckers vindt massaal verdringing plaats en in de bouw werken mensen die zwaar worden onderbetaald of als zelfstandige niet onder de Nederlandse cao vallen. Oost-Europese én Nederlandse werknemers lijden onder deze situatie.
Arbeidsmigratie schaadt ook Polen,Bulgarije en Roemenië. Daar is een groot tekort aan vakkrachten, met name in de zorg. De concurrentie op arbeidsvoorwaarden leidt door heel Europa tot grote stromen van nomaden;
honderdduizenden Europeanen wonen ver van huis en haard in erbarmelijke omstandigheden en werken voor een hongerloon. In Polen ontdekten we ‘eurowezen’: kinderen waarvan beide ouders in het buitenland werken, opgevoed door oma, of oudste broer of zus. Het vrije verkeer van werknemers in de Europese Unie mag niet misbruikt worden om de arbeiders uit verschillende lidstaten te laten concurreren op salaris en arbeidsvoorwaarden.
Het geloofsartikel dat de Europese Commissie en eurofiele partijen in de Tweede Kamer van het vrije verkeer maken, leidt tot grote schade, met name onder werknemers die toch al klappen krijgen. Er zijn juist veel sociale redenen om wel de instroom van Oost-Europese werknemers te reguleren. Dertig jaar neoliberale politiek leidt tot wat we op steeds grote schaal zien: uitbuiting, soms bijna slavernij. Reguleren van arbeidsmigratie is niet xenofoob maar verstandige sociale en economische politiek.
Als buitenlandse werknemers worden onderbetaald en uitgebuit, kunnen zij rekenen op onze steun, net zoals Nederlandse bouwvakkers bij ons terecht kunnen wanneer hun werk wordt overgenomen door mensen die buiten de cao om hetzelfde werk uitvoeren. Dat is niet xenofoob, maar juist heel sociaal. Een goed systeem van werkvergunningen voor buitenlandse werknemers is nodig
om uitbuiting van buitenlanders én verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt
te voorkomen.
Dit artikel stond op 6 december 2013 in dagblad Trouw