Universiteit Leiden en vrijheid van godsdienstuiting - Main contents
Bolwerk van vrijheid. Dit veelbelovende motto siert de Universiteit Leiden. Met trots vermeldt de website dat Nederlands oudste universiteit als protestantse instelling een bolwerk van vrijheid was in het katholieke Europa. De nieuwe universiteit zou een belangrijke functie moeten vervullen bij het vormen van jonge mensen voor verantwoordelijke posities in de jonge Republiek. Het krachtige motto gaat terug op een uitspraak van Willem van Oranje. Als oprichter ervan betitelde hij de universiteit als “een vast steunsel ende onderhoudt der vryheyt“. Ook vandaag voert de universiteit het vrije woord aan als een van de succesfactoren voor haar bloei in de tijd van de Gouden Eeuw. Niet in 1575 maar anno 2012 verbood het bolwerk van vrijheid een juridisch promovendus een tekst op te nemen als opdracht vóór in zijn proefschrift.
Om welke tekst ging het? Was het een schokkende tekst, waarvoor de vrijheid op het scherp van de snede verdedigd had moeten worden? Was het een onwelgevoegelijke of kwetsende tekst die anderen in hun waardigheid aantast? Waren er slepende rechtszaken te verwachten? Was het misschien een frivole tekst die misplaatst was en die de geloofwaardigheid of het gezag van universiteit of wetenschap zou aantasten? Nee, niets van dit alles.
Het was een Bijbels citaat. ‘Het begin van wijsheid is ontzag voor de Heer. Zijn roem houdt stand, voor altijd,’ zo luidt Psalm 111, vers 10 in de Nieuwe Bijbelvertaling. De tekst maakt duidelijk dat voor het verwerven van werkelijk inzicht zelfgerichtheid niet volstaat: de mens is daarvoor niet de maat der dingen. Daarvoor moeten wij open staan voor wat onszelf als individu overstijgt. De tekst beveelt aan een bepaalde manier in het leven te staan: in vertrouwen en geloof. Het bijbelboek Spreuken dat allerlei praktische levenslessen bevat, kent een vergelijkbare tekst. Zo ook het boek Job. De tekst is het overdenken waard ongeacht welk geloof of welke geloofsrichting men nu aanhangt, en of men nu gelovig is of niet. Zo’n tekst biedt ‘food for thought’, zeker in een ik-gericht tijdperk als het onze. Zeker voor wetenschappers.
Afgaande op de berichten in de media, lijkt een duidelijke grondslag voor het verbod te ontbreken, maar over de formele kant van de zaak wil ik het hier niet hebben. Het opnemen van een opdracht in een proefschrift is niet ongebruikelijk. Wat kan dan de diepere reden voor het verbod zijn geweest? De berichtgeving geeft ons daarover niet veel duidelijkheid.
Promovendus Schonewille zelf sprak van een ‘seculier fundamentalisme’. Misschien is daarvan sprake. Ik weet het in elk geval niet, al kan ik mij goed indenken dat hij het zo ervaart. Maar zinniger dan direct al met krachttermen te komen, is het eens na te gaan wat de concrete redenen voor zo’n verbod zouden kunnen zijn.
Leiden is begonnen als protestantse universiteit. Dat is zij al lang niet meer. Zou de universiteit door het toelaten van een opdracht in een proefschrift ervan ‘verdacht’ kunnen worden dat zij niet neutraal is en zelf een religieuze overtuiging is toegedaan? De vraag stellen is de vraag beantwoorden: dat is uitgesloten. Wanneer er een studente of docente op de universiteit een hoofddoekje draagt als uitdrukking van het geloof zal niemand vermoeden dat de Universiteit Leiden als instelling zelf de Islam is toegedaan.
Misschien gaan achter het verbod opvattingen over ‘waardevrije wetenschap’ schuil: wetenschap die niet beïnvloed mag worden door persoonlijke overtuigingen. Maar de opkomst en ondergang van wetenschapsgebieden, wetenschappelijke hypothesen en perspectieven van waaruit wetenschappelijke vraagstellingen worden benaderd, zijn nooit waardevrij. Als dit al geldt al voor exacte wereld, temeer dan ook voor mens- en maatschappijwetenschappen. Wetenschap is een menselijke onderneming en mensen worden door waarden en inzichten gedreven. Uiteraard kent elk wetenschapsgebied zijn methoden en technieken, en regels van argumentatie en bewijsvoering. Maar daarover gaat het hier niet. Wat zou een dergelijke reden trouwens zeggen over het verleden van de universiteit en over de legitimiteit van Nederlandse universiteiten nu, die wél een vanuit een christelijke traditie opereren zoals de VU, Nijmegen en Tilburg? Wanneer de reden van het verbod is ingegeven door een bepaald idee van waardevrije wetenschap, wordt wellicht nog een bepaald type ‘kennis’ verward met ‘wijsheid’.
Of gaat de opstelling van Leiden uit van het idee dat religieuze teksten zich alleen lenen voor letterlijke interpretatie en bevangt dit de universiteit vervolgens met huiver? Misschien leidt die visie op religie tot conclusies over onverenigbaarheid van wetenschap en religie. En welke universiteit wil vanuit die gedachte met religie worden geassocieerd? Van een universiteit die zich in de voorhoede van de wetenschap wil bewegen, mag echter verwacht worden dat zij niet een primitieve visie als deze tot de hare maakt. De oudste universiteit van Nederland zou beter moeten weten.
Een laatste argument dat ik kan bedenken is angst voor predecentwerking en het beginsel van gelijke behandeling. Dagblad Trouw tekende uit de mond van een woordvoerster van de universiteit op dat voorwoorden ‘sober’ dienen te zijn. ‘Dankbetuigingen aan God en huisdieren rezen de pan uit.’ Nu kunnen wij alleen al zeggen dat die dankbetuigingen alleen niets zeggen of een boekopdracht of voorwoord in hun totaliteit sober zijn of niet. Maar meer to the point: een dergelijk over één kam scheren van totaal verschillende zaken toont weinig vertrouwen in het eigen onderscheidings- en oordeelsvermogen.
Het verbod kan natuurlijk gewoon een vergissing zijn waar wij niet al te veel achter moeten zoeken. Aan de andere kant is moeilijk vol te houden dat de universiteit hier helemaal niet bij heeft nagedacht. Het uitvaardigen van een verbod is een bewuste actie: dat gaat niet vanzelf. Iets van een reden zal er dus wel geweest moeten zijn. En als alle motieven die ik net heb genoemd geen rol hebben gespeeld, is er nog een argument waarom die boekopdracht toegestaan zou moeten worden: vrijheid. De universiteit heeft turbulente tijden gekend. Daarin speelden religieuze overtuigingen soms direct een rol. Maar desondanks bleef ‘vrijheid’ in het vaandel staan. |
Is het belangrijk om hierbij stil te staan? Naar mijn mening wel. In dit kleine voorbeeld komen grote thema’s samen. Behalve vrijheid gaat het om waar het christendom voor staat, al was het maar als een van de pijlers van de cultuur, om visies op religie, de verhouding tussen religie en wetenschap en de betekenis van gelijke behandeling.
Politiek redacteur Piet de Jong van het Nederlands Dagblad schreef onlangs in ander verband: “in het publieke debat en in het spreken en denken over de rol van religie in het publieke domein, overheerst spanning, kramp en achterdocht over alles wat religieus gedreven mensen beweegt. Het wordt tijd dat het debat over religie uit die onvruchtbare patstelling geraakt.”
De door de universiteit van Leiden verketterde tekst gaat over wijsheid. Het zou van wijsheid getuigen wanneer de universiteit haar zienswijze bijstelt. Zij moet zich daarbij de vraag stellen of haar motto alleen een overblijfsel uit het verleden is of een mission statement dat betekenis heeft voor het handelen nu. Wanneer een instelling zich zo uitdrukkelijk beroept op de eigen cultuur-historische wortels houdt dit misschien ook een opdracht in voor de toekomst: Noblesse oblige.
Geraadpleegde en geciteerde sites (alle op 22 april 2012):