Voorstel van wet - Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van griffierechten

Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 33757 - Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van griffierechten i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van griffierechten; Voorstel van wet; Voorstel van wet
Document date 26-09-2013
Publication date 26-09-2013
Nummer KST337572
Reference 33757, nr. 2
External link original article
Original document in PDF

2.

Text

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2013–2014

33 757

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van griffierechten

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de griffierechten voor het instellen van of deelnemen aan rechterlijke procedures aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8:41, tweede lid, wordt «€ 44» vervangen door «€ 77», «€ 160» door «€ 163» en «€ 318» door: € 324.

In artikel 8:109, eerste lid, wordt «€ 118» vervangen door «€ 189», «€ 239» door «€ 311» en «€ 478» door: € 488.

Artikel 2 van bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd: Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen
  • 2. 
    De zinsnede met betrekking tot de Wet op de huurtoeslag vervalt.

B

C

ARTIKEL II

De Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd: A

In artikel 17, eerste lid, wordt «€ 581» vervangen door: € 669. B

In artikel 19, eerste lid, wordt «€ 346» vervangen door: € 398. C

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het derde lid wordt «€ 19» vervangen door: € 22.
  • 2. 
    Het vierde lid vervalt. D

In artikel 22, eerste lid, wordt «€ 117» vervangen door: € 135. E Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    In het eerste lid wordt «€ 176» vervangen door: € 203.
  • 2. 
    In het tweede en derde lid wordt «€ 19» telkens vervangen door: € 22.

F

De bijlage behorend bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt vervangen door de bijlage behorend bij deze wet.

ARTIKEL III

In artikel 7.67 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt «€ 44» vervangen door: € 77.

ARTIKEL IV

  • 1. 
    Op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening tegen een besluit dat is bekendgemaakt voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, blijft het griffierecht van toepassing zoals het voor dat tijdstip gold.
  • 2. 
    Op het hoger beroep en het verzoek om voorlopige voorziening tegen een uitspraak van de bestuursrechter of de voorzieningenrechter die is bekendgemaakt voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, blijft het griffierecht van toepassing zoals het voor dat tijdstip gold.
  • 3. 
    Op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening tegen een beslissing van een orgaan van een instelling voor hoger onderwijs die is bekendgemaakt voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel III, blijft het griffierecht van toepassing zoals het voor dat tijdstip gold.
  • 4. 
    In zaken waarbij de dagvaarding is uitgebracht of het verzoekschrift is ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, blijft het griffierecht van toepassing zoals het voor dat tijdstip gold.

ARTIKEL V

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Bijlage bij artikel II, onderdeel F, van de Wet

Bijlage bij de artikelen 3, vijfde lid, en 16 van de Wet

Aard c.q. hoogte van de vordering of het verzoek

Griffierecht voor niet-natuurlijke personen

Griffierecht voor natuurlijke personen

Griffierecht voor onvermogenden

Griffierechten bij de rechtbank voor kantonzaken

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

– van onbepaalde waarde of

– met een beloop van niet meer dan € 500

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 500 en niet meer dan € 12.500

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12.500

Griffierechten bij de rechtbank voor andere zaken dan kantonzaken

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek van onbepaalde waarde

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van niet meer dan € 100.000

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000 en niet meer dan € 1 miljoen

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1 miljoen

Griffierechten bij de gerechtshoven en de Hoge Raad

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

– van onbepaalde waarde of

– met een beloop van niet meer dan € 12.500

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12.500 en niet meer dan € 100.000

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100.000 en niet meer dan € 1 miljoen

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 1 miljoen

€ 114

€ 448

€ 914

€ 601

€ 1.873

€ 3.789

€ 7.430

€ 1.366

€ 3.724

€ 7.442

€ 14.883

€ 77

€ 213

€ 457

€ 279

€ 859

€ 1.503

€ 1.503

€ 598

€ 1.366

€ 2.718

€ 2.718

€ 77

€ 77

€ 77

€ 77

€ 77

€ 77

€ 77

€ 305

€ 305

€ 305

€ 305


 
 
 

3.

More information

 

4.

Parlementaire Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.