Een bananenpartij? De dubbele petten van Wouter Bos - Main contents
Volgens Wouter Bos is Nederland een ‘Bananenrepubliek’. In een column in ‘de Volkskrant’ rekent de oud-leider van de PvdA af met zijn oude vrienden van het CDA. Bos richt zijn pijlen vooral op Elco Brinkman, voorzitter van het CDA in de Eerste Kamer, maar ook voorzitter van Bouwend Nederland. Brinkman is lobbyist voor de bouwwereld, maar bepaalt als senator tegelijk het bouwbeleid.
Bos weet het dus wel, dat dit niet kan. Maar waarom schrijft hij dan geen column over Marleen Barth, die behalve voorzitter van de PvdA in de Eerste Kamer ook voorzitter is van GGZ-Nederland? Waarom mag zij als lobbyist voor de GGZ wel het beleid bepalen over de geestelijke gezondheidszorg? Waarom geen column over André Postema, senator voor de PvdA, maar ook vicevoorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Maastricht? Waar zoveel mensen meer geld krijgen dan de Balkenendenorm?
Waarom geen column over PvdA-senator Klaas de Vries, commissaris bij Eneco en Haskoning, over PvdA-senator Ruud Koole, voorzitter van de Raad van Toezicht van de VARA, of PvdA-senator Joyce Sylvester, die als burgemeester van Naarden directe belangen heeft bij de herindeling van deze gemeente? Wouter Bos heeft een goed punt te pakken, als hij zegt dat dubbele petten in het bestuur leiden tot belangenverstrengeling en ondoorzichtige besluitvorming. Maar een oud-partijleider die zo helder de problemen ziet bij een ander, waarom ziet die niet de fouten bij zijn eigen partij?
Of de fouten bij zichzelf? Na zijn aftreden als minister van Financiën in 2010 ging Wouter Bos aan de slag als partner bij KPMG. Dat was voor dit consultancybureau een goede vangst. Wouter Bos is adviseur voor de publieke sector, in het bijzonder de gezondheidszorg. Daarnaast is hij adviseur voor de financiële sector. Een oud-minister van Financiën heeft specifieke kennis en goede netwerken, die voor een consultancybedrijf van groot belang zijn. In 2012 werd Wouter Bos informateur van de regering Rutte II. Daar kon de consultant van KPMG zijn stempel drukken op het nieuwe regeringsbeleid.
De SP heeft al vaak voorstellen gedaan om nevenfuncties te beperken. Bijvoorbeeld door regels voor het aantal bijbanen voor politici. Maar dat is niet voldoende. Het is moeilijk om beperkingen op te leggen aan senatoren, die deeltijdpolitici zijn, naast een reguliere baan. Hier is denk ik vooral een rol weggelegd voor politieke partijen, die mensen wel of niet op een lijst kunnen zetten. Of Nederland een bananenrepubliek is, zoals Wouter Bos schrijft, weet ik niet. Niet in alle politieke partijen zijn zoveel mensen te vinden met zoveel dubbele functies. Die vind je wel bij de PvdA. Mogen wij deze partij dan, op gezag van Wouter Bos, een bananenpartij noemen?