Van gemeenten wordt straks meer gevraagd - Main contents
Deze week beschrijft onze minister Ronald Plasterk in een brief aan de Tweede Kamer hoe gemeenten voor 2014 meer taken krijgen. Want in het regeerakkoord hebben we afgesproken toe te werken naar een decentralisatie van onder meer werk en zorg aan langdurige zieken en ouderen, maar ook de jeugdzorg.
Deze veranderingen vragen natuurlijk veel van onze lokale bestuurders. Wethouders, maar ook raadsleden, ze zullen soms met nieuwe problemen geconfronteerd worden. Wij doen daar vanuit de partij alles aan om hen te ondersteunen, coachen en trainen waar mogelijk. Daarvoor kennen we onder meer de Suze Groenwegschool, die biedt een aantal opleidingen voor nieuwe wethouders of nieuwe raadsleden.
We verschuiven de taken omdat we als PvdA vinden dat juist gemeenten die dichtbij mensen staan meestal de beste oplossingen hebben voor problemen waar hun inwoners soms tegenaan lopen. Ik zie tegelijk dat sommige gemeenten worstelen met deze toegenomen arbeid.
Daarom ben ik blij dat Ronald Plasterk in dezelfde brief schrijft dat hij de bestuurlijke en ambtelijke slagkracht wil versterken. Dat kan door gemeentelijke samenwerking, door het stroomlijnen van toezicht en het terugdringen van regeldruk voor de lokale overheid. Gemeenten werken nu ook al vaak samen. Kijk bijvoorbeeld naar de maatschappelijke opvang. Vaak slaan buurgemeenten hier al de handen ineen.
Cynici onder de reageerders zullen zeggen dat het alleen maar om een ordinaire bezuiniging gaat. Het klopt dat we met deze maatregelen geld besparen, maar dat is niet het voornaamste doel. We hopen vooral te bereiken dat de mensen die bijvoorbeeld langdurige zorg nodig hebben, zo goed mogelijk worden geholpen, thuis of dichtbij huis. En de gemeente is daar bij uitstek geschikt voor. We hebben daar nu al ook een aantal uitstekende wethouders en raadsleden zitten, die zich hiervoor inzetten.
Wie anders dan de wethouder of raadslid weet nu beter wat er speelt in een buurt of wijk?