Tweedeling tussen vaste en flexibele werknemer van de baan - Main contents
Met het deelakkoord van Partij van de Arbeid en VVD is een slechtere inkomensbescherming voor flexibele werknemers bij ziekte van de baan. Een enorme opsteker, stellen Esther-Mirjam Sent en ik vast.
Op de arbeidsmarkt zijn de verschillen tussen vaste werknemers en flexibele werknemers nu al groot. Flexibele werknemers leven te veel in onzekerheid of ze binnenkort nog wel een baan hebben. Het was en is voor de PvdA onaanvaardbaar dat zieke flex-werknemers als tweederangs werknemers worden behandeld in de sociale zekerheid, zoals dreigde te gaan gebeuren door het Kunduz-akkoord.
De PvdA heeft met het deelakkoord weten te voorkomen dat er een tweedeling ontstaat in de sociale zekerheid tussen werknemers met vaste contracten en flexibele werknemers. Voor dat gedeelte van het wetsvoorstel ('De prikkels voor werknemers') kan nu worden gezocht naar een alternatief. Vakbonden en werkgevers hebben aangeboden mee te denken en afspraken te maken over het terugdringen van het ziekteverzuim en het aan werk helpen van flexibele werknemers.
De PvdA wil niet dat flexibele werknemers onnodig lang een beroep moeten doen op de Ziektewet. Zieke flexibele werknemers hebben immers al een slechtere uitgangspositie, omdat ze bij langdurige ziekte geen werkgever meer hebben. Daarom waren wij tegen het aantasten van de inkomensbescherming van zieke flexibele werknemers. Volgens ons is een betere begeleiding van zieke flexwerkers de succesvolste manier om weer aan de slag te komen.
Door het deelakkoord tussen PvdA en VVD krijgen sociale partners nu langer te de tijd om aan een alternatief te werken, zodat zieke flex-werknemers naar eigen mogelijkheden weer kunnen gaan werken.