Spreektekst Onderwijsbegroting Anne-Wil Lucas - Main contents
in Politiek, In de kamer
Bijgaand treft u aan de spreektekst van VVD-Onderwijswoordvoerder Anne-Wil Lucas, zoals uitgesproken tijdens de behandeling van de OCW-begroting 2012 (heden, d.d. 30 november 2011).
Enkel het gesproken woord geldt daarbij.
Spreektekst Anne-Wil Lucas OCW-begroting 2012
30 november 2011 VVD
Voorzitter,
Begin deze maand werd mijn zoon 9. En ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik denk op zo’n moment: waar zouden we over 9 jaar staan? Wellicht op een open dag van een hogeschool of universiteit. Vol dromen en ambities over de toekomst. Ik denk dat iedere beginnende student - en met hem zijn ouders- een romantisch, bijna filmisch beeld voor zich heeft als hij aan zijn studie begint: interessante colleges volgen, pittige discussies met de hoogleraar, kleine groepjes studenten die samen aan opdrachten werken. Op sommige plekken, zoals bijvoorbeeld de university colleges, wordt die droom werkelijkheid. Maar helaas lang niet voor alle studenten. Sommige studenten hebben maar 4 of 5 uur college per week en het contact met de hoogleraar blijft beperkt tot de mail. Niet vreemd dat te veel studenten zich niet uitgedaagd voelen en dat nog veel meer studenten al na een jaar switchen van studie.
[[ gemiddeld besteed NL student maar 20 uur per week aan zijn studie: daar gaan we de internationale concurrentie niet mee winnen]]
Voorzitter, we moeten dat tij keren. Kennis is de motor van de moderne economie. In Nederland en Europa. Maar die motor kan en moet krachtiger worden, door de lat hoger te leggen in het onderwijs en de blik naar buiten te richten bij ons wetenschappelijk onderzoek.
Daadkracht
Voorzitter, ik heb echter goede hoop dat mijn zoon, en de studenten voor hem, echt zullen worden uitgedaagd om te presteren. Om het beste uit zichzelf te halen en goed voorbereid op de arbeidsmarkt te verschijnen.
Want, voorzitter, dit kabinet is nu ruim een jaar onderweg en de staatssecretaris van Hoger Onderwijs laat daadkracht zien als het gaat om de kwaliteit van ons hoger onderwijs. Met de langstudeerregeling, met selectie aan de poort en intensiever onderwijs leggen we de lat hoger voor de studenten. Door het aanpakken van fraude, het terugvorderen van te veel ontvangen salaris, het verscherpen van het toezicht op de kwaliteit en er de harde afspraken die worden gemaakt met de bestuurders over contacturen, kwaliteit van docenten en het terugdringen van de uitval in het hoger onderwijs leggen we de lat hoger voor de onderwijsinstellingen.
Afspraken nakomen
De teugels worden aangetrokken. We verschuilen ons niet langer achter de autonomie van het onderwijs, maar grijpen daar waar nodig in. En voorzitter, die bemoeienis valt de bestuurders in het hoger onderwijs zwaar. De PR-machines van de hogescholen draaien op volle toeren om ons te laten geloven dat alles al beter is, en dat harde prestatieafspraken met financiële consequenties niet meer nodig zouden zijn.
Dus wat doen we als Kamer: laten we ons zand in de ogen strooien door de mooie woorden van de bestuurders of pakken we deze keer door? Door de maatregelen te nemen die nodig zijn om weer controle te krijgen op ons hoger onderwijs. Door vrijheid weer te koppelen aan verantwoordelijkheid en verantwoording afleggen.
Voorzitter, gelukkig heeft een meerderheid van deze Kamer vrijdag aan de HBO-raad laten weten dat afspraken over meer kwaliteit alleen maar zin hebben, als er ook consequenties aan verbonden zijn! De VVD heeft daarom vertrouwen in de toekomst. Er gaan de komende jaren echt dingen veranderen in ons hoger onderwijs, en ten goede!
Voorzitter, Zet de VVD daarmee de autonomie van het onderwijs overboord? Nee. Maar autonomie over het HOE kan alleen als wij duidelijker durven aan te geven WAT we verwachten en wij de instellingen daar vervolgens ook aan houden.
Aansluiting arbeidsmarkt en eerlijke voorlichting
Ik verwacht dat studenten uitgedaagd worden. Ik verwacht dat opleidingen, zeker in het HBO aansluiten op de arbeidsmarkt. Ik verwacht dat studenten al tijdens hun studie de kans krijgen om de theorie te toetsen aan de praktijk. En voorzitter, ik verwacht in ieder geval dat studenten eerlijk worden voorgelicht over hun studie en het arbeidsmarktperspectief van die studie. Het bericht rondom de studie Omgangskunde, waar ik 2 weken geleden vragen over heb gesteld, laat zien dat hier nog een wereld te winnen is. Om die reden breng ik mijn aangehouden motie over betere en eerlijkere voorlichting van aankomende studenten alsnog gewijzigd in stemming.
Betaalbaar houden onderwijs
Voorzitter, naast het verbeteren van de kwaliteit van het hoger onderwijs, wacht ons nog een aantal grote uitdagingen. Het aantal studenten dat een hoger onderwijsopleiding gaat volgen stijgt.
[[ 660.000 dit studiejaar versus 690.000 in 2014/2015 en 830.000 in 2025 ]]
Die stijging, gekoppeld aan de relatief lange studieduur van Nederlandse studenten [[5,2 jaar tov 4,5 jaar gemiddeld in Europa]] en de hoge uitvalpercentages, slechts tweederde heeft na 7 jaar diploma, plaatsen ons voor grote financiële uitdagingen in de toekomst.
Hoe houden we het onderwijs ook op de langere termijn betaalbaar?
We vragen nu een grotere investering van de student zelf door de langstudeerregeling en het sociaal leenstelsel. Deels vanuit een financiële overweging, maar ook omdat de VVD er van overtuigd is dat als we de lat hoger leggen voor studenten en we ze vragen ook zelf te investeren in hun studie, zij hun studie serieuzer zullen nemen en uitgedaagd worden alles uit zichzelf te halen.
We leggen de lat dus hoger voor de student en de instellingen, maar de VVD kijkt ook kritisch waar dit ministerie haar geld aan besteedt. Die kritische blik was ook de achtergrond van mijn motie vorige week bij het begrotingsonderzoek, om nog eens goed te kijken waar alle middelen voor ‘het stimuleren van internationalisering’ nu precies terecht komen en vooral welke doelen we daarmee bereiken.
Open Universiteit in de verkoop
En voorzitter, diezelfde kritische blik brengt mij bij de Open Universiteit. De OU ontleent haar bestaansrecht aan het tweede kans onderwijs. Om mensen die eerder niet in de gelegenheid waren om een opleiding op WO-niveau te volgen, alsnog die kans te geven. Inmiddels weten we dat ruim 2/3 van de studenten aan de OU al een opleiding op HBO of WO-niveau heeft afgerond. Van tweede kans-onderwijs is dus maar in zeer geringe mate sprake. Terwijl er 25.000 studenten ingeschreven staan bij de OU, zijn er in 2010 nog geen 1000 diploma’s uitgereikt. Voorzitter, laat het helder zijn: de VVD is een groot voorstander van een leven lang leren en tweede kans onderwijs. Maar laten we wel kritisch durven kijken of van beide wel sprake is bij de OU. Is het nog wel van deze tijd om het afstandsonderwijs via de aanbodkant te financieren? En waarom heeft de OU het alleenrecht op universitair afstandsonderwijs? Er is inmiddels een prima functionerende private markt ontstaan voor HBO-afstandsonderwijs die jaarlijks 70.000 studenten opleidt. Nu ook de OU zich op die markt lijkt te willen begeven leidt dat wat de VVD betreft tot oneerlijke concurrentie. Voorzitter, wij wachten met smart op de evaluatie van de OU en kondigen hierbij alvast aan dat wat de VVD betreft we kritisch moeten durven kijken of wij hier onze schaarse middelen aan willen blijven besteden. Zeker als er belangstelling is vanuit de markt om de OU over te nemen. Kan de staatssecretaris aangeven wanneer we een standpunt van de regering tegemoet kunnen zien over de OU? En deelt hij de mening van de VVD dat we daarbij ook verkoop aan een particuliere partij moeten overwegen?
Valorisatie en Topsectorenbeleid
Voorzitter, dan het onderzoeksbeleid. Het is goed dat er meer aandacht komt voor het vermarkten van onze kennis. Maar we moeten uitkijken dat valorisatie niet alleen vertaald wordt in mooie woorden en gebouwen. Voorzitter, u wilt niet weten hoeveel incubators, valorisatiekantoren, centres of entrepeneurships en centres of expertise ik het afgelopen jaar voorbij heb zien komen. Het risico bestaat dat valorisatie de nieuwe hobby voor alle bestuurders in het hoger onderwijs wordt, terwijl het juist de hobby van alle hoogleraren en docenten moet worden om zich iedere dag weer af te vragen hoe hun kennis benut kan worden: zowel economisch als maatschappelijk. Kunnen we hier geld mee verdienen? Draagt mijn vinding bij aan één van de grote maatschappelijke uitdagingen waar we als land voor staan? Voorzitter, Onderzoek hoort niet in een ivoren toren. Daar is het veel te belangrijk voor!
En valorisatie is geen kwestie van papieren beleid of mooie gebouwen, maar vooral een kwestie van mensen en cultuur. En die cultuurverandering is niet alleen nodig in de tweede geldstroom, waar het topsectorenbeleid zich nu op richt. Die cultuuromslag is ook nodig bij het HBO-onderzoek, onze promovendi en het onderzoek in de eerste geldstroom. Juist daar moet de blik meer naar buiten worden gericht.
Voorzitter, het topsectorenbeleid richt zich in de ogen van de VVD nog te veel op onderzoek, en nog te weinig op onderwijs. Voor onze economie is het van groot belang dat we talent opleiden dat aansluit op de vraag van de arbeidsmarkt. Het is daarom goed dat vanuit de topsectoren naast onderzoeksagenda’s ook opleidingsagenda’s worden opgesteld, waarbij die aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt centraal staat. Ik wil de staatssecretaris vragen om, als die agenda’s er straks zijn, er voor te zorgen dat ze ook hun vertaling krijgen in de instellingsplannen van universiteiten en hogescholen. [[Een mooier handvat om te snijden in de wildgroei aan opleidingen is er niet.]] Als tegenprestatie verwacht ik dan wel dat ook het bedrijfsleven royaal met scholarships over de brug zal komen.
Oyster
Voorzitter, ook gezamenlijke onderzoeksfaciliteiten, waar wetenschap en bedrijfsleven letterlijk zij aan zij werken aan innovaties, dragen bij aan die blik naar buiten. Bij de kernreactor in Delft liggen daarvoor kansen. Kan de staatssecretaris aangeven wat zijn inzet is rondom het project Oyster en wanneer hierover een besluit wordt genomen?
[[De VVD vindt Oyster van belang voor zowel het onderzoek, maar ook voor het onderwijs. Als wij toe willen naar meer kernenergie in Nederland, dan is het van belang dat we ook mensen opleiden die de kennis in huis hebben en dat we beschikken over een topfaciliteit waar we ervaring kunnen opdoen met de nieuwste technologieën.]]
Lat omhoog, blik naar buiten
Voorzitter, afsluitend: De VVD wil met kracht door op de ingezette weg van de lat omhoog en de blik naar buiten. Voor de studenten, de instellingen en het ministerie van OCW. Alleen dan maken we onze ambities op het gebied van de kenniseconomie waar. En dit kabinet laat zien dat zij die ambitie serieus neemt. Niet met mooie woorden, maar met daadkrachtig beleid. Want voorzitter, zoals we in Friesland zeggen: it is mei sizzen net te dwaan! [[Vrij vertaald: geen woorden, maar daden!]]