VVD: Nederland moet meer profiteren van internationalisering hoger onderwijs - Main contents
in Politiek, In de kamer
De VVD heeft er vandaag voor gepleit dat internationalisering van het hoger onderwijs meer ten bate komt van de BV Nederland. Daartoe daagde VVD-onderwijswoordvoerder Anne-Wil Lucas haar collega’s en de Staatsecretaris van Onderwijs uit tot een reëel debat over de kosten en baten van de internationalisering. "Internationalisering van het Hoger Onderwijs en internationale mobiliteit van studenten is te lang een doel op zich geweest. Zonder dat goed gekeken werd naar de baten werden er kosten gemaakt om hoger onderwijs internationale te maken. Allerhande subsidies moesten Nederlandse studenten de wereld over sturen en buitenlandse studenten naar Nederland lokken. Mijn vraag is heel concreet: wat leveren al die uitgaven Nederland nu eigenlijk op?", aldus Lucas.
De VVD onderschrijft dat het van meerwaarde is voor de ontwikkeling van Nederlandse studenten als zij tijdelijk studeren in het buitenland zodat zij meer voorbereid zijn op de internationaliserende Nederlandse arbeidsmarkt. De Nederlandse kenniseconomie kan daar vervolgens van profiteren. Het probleem is echter dat niet duidelijk is wat de mobiliteit van buitenlandse studenten naar Nederland, onze kenniseconomie oplevert. Zo heeft de VVD eerder al kritische vragen gesteld over de relatief veel Duitse studenten die naar Nederland komen. Op lasten van de Nederlandse belastingbetaler doen zij vaak een studie die qua kennis en kunde vooral gericht is op de arbeidsmarkt van het land van herkomst. Lucas: "We hebben de Staatsecretaris toen gevraagd of een dergelijke studie die in het Duits aan Duitse studenten voor de Duitse arbeidsmarkt wordt gegeven, wel een verrijking van het Nederlandse academische klimaat is waar de Nederlandse belastingbetaler voor moet opdraaien. Waarom zouden wij de economie van ons buurlandland met onderwijsgelden spekken, in plaats van de Nederlandse Kenniseconomie te versterken?”
Al eerder pleitte de VVD er ook voor om in kaart te brengen wat internationaliseringsgeld Nederland in brede zin brengt. Dat geldt voor de onderwijseuro’s die door onderwijsinstellingen zelf worden besteed aan internationalisering, bijvoorbeeld aan buitenlandse reizen, promotie in het buitenland of het opzetten van seminars in het buitenland. En dat geldt ook de brei aan clubs en instituten die “iets internationaals” doen of betrokken zijn bij het stimuleren van internationalisering. Deze uitgaven dienen beter verantwoord te woorden. Lucas: "Dat iets 'internationaal' is, wil niet meteen zeggen dat het ook 'goed' of ‘sexy’ is. Net zomin als het eisen van een reële analyse ván - en een reëel debat óver - de kosten en baten van deze internationalisering ‘xenofoob’ of ‘kleinzerig’ is. Onderwijsgelden moeten de Nederlandse kenniseconomie versterken. Zeker in deze tijden van budgettaire krapte is het belangrijk dat de beperkte middelen die er zijn zo effectief worden besteed. Als we niet zeker weten dat ze dat doen, is het onze taak om daar kritisch naar te kijken en zo nodig in te grijpen.” Lucas pleitte er vandaag onder andere voor dat onderwijsinstelling zich meer gaan richten op het uitsturen van Nederlandse studenten naar het buitenland dan naar het lokken van buitenlandse studenten naar Nederland, dat een meer modern beurzensysteem wordt opgezet en dat meer selectie aan de poort van buitenlandse studenten wordt mogelijk gemaakt. De staatssecretaris zegde toe snel met meer informatie te komen over de effectiviteit van internationale onderwijsuitgaven.