Initiatiefwetgeving en de Eerste Kamer - Main contents
De Eerste Kamer i beschikt niet over een recht van initiatief i. Zij kan dus niet zelf wetsvoorstellen indienen, waar de Tweede Kamer i dat wel kan. De Eerste Kamer kan wel initiatiefvoorstellen tegenhouden en dat gebeurt relatief vaak.
De verwerping van het initiatiefvoorstel van VVD en PvdA over abortus in 1976 had veruit de grootste impact. De Eerste Kamer verwierp dit voorstel onverwachts, doordat de meerderheid van de VVD-fractie tegenstemde.
Een voorbeeld van een recente verwerping was in 2022 het voorstel voor het bevorderen van de keuzemogelijkheid tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma. In 2023 verwierp de Eerste Kamer met 38 tegen 37 stemmen een initiatiefvoorstel van D66 en GroenLinks over het recht om thuis te werken. De Tweede Kamer had het voorstel aangenomen, met alleen de stemmen tegen van PVV, FVD en Groep-Van Haga.
Contents
Initiatiefvoorstellen van Tweede Kamerleden stranden naar verhouding veel vaker dan wetsvoorstellen van het kabinet. Sinds jaar 1995 zijn 34 wetsvoorstellen verworpen in de Eerste Kamer, waarvan 16 initiatiefvoorstellen (47 procent).
Een belangrijke reden voor het feit dat initiatiefvoorstellen relatief vaak stranden in de Eerste Kamer is dat bij verwerping normaliter geen kabinetscrisis op de loer ligt. Het voorstel maakte immers geen deel uit van het regeerakkoord. Senatoren zullen zich hierdoor vrijer voelen een kritische opstelling aan te nemen, waar zij in andere gevallen wellicht de stabiliteit van het kabinet zwaarder laten wegen.
Voor 1945 kwam verwerping van initiatiefwetsvoorstel al voor, maar toen maakten Kamerleden veel minder gebruik van dat recht. De bekendste verwerping vóór 1945 was het voorstel over invoering van het staatspensioen in 1918. Verder verwierp de Eerste Kamer in 1922 en 1925 voorstellen om een plaatselijk referendum in te voeren over verkoop van sterke drank.
Na 1945 kwam het veel vaker voor dat initiatiefvoorstellen van Tweede Kamerleden in de Eerste Kamer werden verworpen. Hieronder volgen een aantal bekende voorbeelden. Neem contact op met de redactie van PDC voor een volledig overzicht sinds 1945.
Aansprakelijkheid ouders voor gedragingen kinderen
In 2015 stemde de Eerste Kamer in meerderheid tegen een initiatiefvoorstel van de CDA'er Peter Oskam i om de aansprakelijkheid van ouders voor gedragingen van kinderen vanaf veertien jaar te verruimen. Op het voorstel kwam bij de behandeling in 2013 veel kritiek, onder meer vanwege het ontbreken van een 'vrijpleitmogelijkheid'. Uiteindelijk stemden in mei 2015 alleen CDA en PVV voor.
Verbod onverdoofd ritueel slachten
Het door PvdD-fractievoorzitter Marianne Thieme i ingediende voorstel over verplichte verdoving van dieren bij ritueel slachten kreeg in 2012 geen meerderheid, omdat er volgens de meerderheid onvoldoende rekening was gehouden met de vrijheid van godsdienst.
Scheiding zonder rechterlijke tussenkomst
In juni 2006 verwierp de Eerste Kamer een voorstel i van de VVD'er Ruud Luchtenveld i over scheiding zonder rechterlijke tussenkomst. Ouders zouden verantwoordelijk worden voor een ouderschapsplan voor de opvoeding van de kinderen na de scheiding. Een meerderheid vreesde onder meer een te grote toeloop naar de rechter bij problemen over het ouderschapsplan. Verder waren er juridische bezwaren tegen het voorstel. Alleen D66 stemde uiteindelijk voor. In 2008 kwam een wet tot stand die vooral het voortgezette ouderschap na echtscheiding regelde.
meer over
Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over moties, stemgedrag, Kamervragen of andere parlementaire activiteiten? PDC, partner van het Montesquieu Instituut, kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC i van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.