Wie plukt de Nederlandse vruchten van het vrije verkeer? - Main contents
OPINIE - Uit het optreden van Minister Kamp bij Pauw & Witteman bleek maar weer eens dat er in zijn beleving drie soorten mensen zijn: Nederlanders, Polen en Roemenen. Voor de eerste categorie geldt dat ze aardbeien moeten plukken, ook al willen ze dat niet. Voor de Polen geldt (tot spijt van Kamp) de Europese regel dat ze in Nederland aardbeien mogen plukken. Echter, de sociale zekerheid en maatschappelijke opvang zijn, ik citeer de minister, "niet voor hen bedoeld". Tenslotte zijn er de Roemenen. Deze derde categorie is weliswaar sinds 2007 EU-burger, en tot op het bot gemotiveerd om aardbeien te plukken voor het minimumloon, maar niet meer welkom in Nederland totdat 'Brussel' ons daar in 2014 toe verplicht.
Wie plukt er eigenlijk de vruchten van dit xenofobe beleid? Inderdaad, helemaal niemand.
Het vrije verkeer zorgt ervoor dat vraag en aanbod van werk elkaar ook over de grens ontmoet. Het bestrijdt daarmee werkloosheid en krapte op de arbeidsmarkt. De mobiliteit van werknemers in Europa zorgt er bovendien voor dat werknemers kennis en ervaring verspreiden en daarmee innovatie aanjagen.
Geen windeieren voor Nederland
Het vrije verkeer binnen de uitgebreide Europese Unie heeft Nederland geen windeieren gelegd. Zo is de Nederlandse export naar Polen sinds de EU-toetreding van dat land in 2004 verdubbeld tot zes miljard euro per jaar. Daaraan heeft Nederland een hoop welvaart en banen te danken. Duizenden Nederlanders maken gebruik van hun recht om overal in de EU een bedrijf te starten, te werken, en toe te treden tot sociale zekerheidsstelsels.
In 2007 stelde Nederland de arbeidsmarkt volledig open voor Midden- en Oosteuropese werknemers. Daardoor konden duizenden Europeanen legaal aan de slag in banen die moeilijk door Nederlanders konden worden opgevuld. Andere landen, waaronder Duitsland beperkten de toegang zo lang mogelijk, maar moeten sinds 1 mei, zeven jaar na de EU-uitbreiding, ook het volledig vrije verkeer respecteren. Veel hooggekwalificeerde Polen hebben landen zonder overgangsmaatregelen zoals Groot-Brittannië of Ierland al boven Duitsland verkozen. Economisch onderzoek toont aan dat Duitsland hierdoor welvaartsgroei is misgelopen. Kamp doet nu wat Duitsland deed: hij houdt Bulgaren en Roemenen buiten Nederland. Hij voorkomen alsof hij daarmee "de wet volgt", terwijl het zijn eigen beslissing is om de grenzen voor hen dicht te houden tot 2014.
Europese arbeidsmarkt
Van al deze feiten trekt dit kabinet zich niets aan. Het concept van een Europese arbeidsmarkt is Kamp volledig vreemd. In plaats van de voordelen van zestig jaar Europese integratie te benutten, haakt hij zonder schaamte aan bij het wereldbeeld van Wilders waarin iedereen Pool of Bulgaar zo hard mogelijk moet worden ontmoedigd om voet op Hollandse bodem te zetten.
Regels oprekken
Voor de mensen uit Polen en andere landen die sinds 2004 bij de EU horen (categorie 2), wil Kamp de toegang tot sociale zekerheid en maatschappelijke opvang beperken en als het even kan de Europese regels daartoe oprekken. Voor Bulgaren en Roemenen (categorie 3) wordt de klok teruggedraaid. Zij werden mondjesmaat binnengelaten om het vuile werk in de land- en tuinbouw op te knappen, maar worden per 1 juli ook de deur gewezen. Dit zelfs tot ergernis van Kamp's eigen achterban, de ondernemers, die geen gemotiveerde mensen meer vinden om hun aardbeien te plukken. De productiviteit van werklozen die gedwongen aardbeien plukken zal niet hoog zijn en het moment dat Kamp een oplossing wil bieden zijn de aardbeien verrot.
En ook al doet de minister al deze narigheid natuurlijk voor de bestwil van categorie 1, uiteindelijk zijn ook die slechter af. Over drie jaar zal de Nederlandse arbeidsmarkt geopend zijn voor iedere EU-burger. Een vergrijzend Nederland met een tekort aan werknemers zal vragen of een Roemeense verpleegster en een Bulgaarse aardbeiplukker alsjeblieft willen komen werken. Maar ze zullen hun heil in andere landen zoeken waar 'Europeaan' de enige relevante categorie is.
Dit opinie-artikel van Europarlementariër Marije Cornelissen verscheen eerder op Joop.nl.