Naar een nieuwe deal voor Europa

Source: M. (Thijs) Berman i, published on Wednesday, May 11 2011.

Het is vandaag de Dag van Europa (9 mei). We staan stil bij het feit dat op deze dag in 1950 de Franse minister Schuman in een ambitieuze verklaring aangaf dat er een supranationale organisatie zou worden opgericht die we nu kennen als de Europese Unie. Het doel was 'nooit meer oorlog' in Europa, dankzij vervlechting van de nationale economieën van de twee grootste rivalen, Duitsland en Frankrijk. Die gedachte staat nog steeds als een huis.

Volledige werkgelegenheid en de verzorgingsstaat

Na de Tweede Wereldoorlog werd er politieke consensus bereikt in West Europa over een Keynesiaanse indeling van de economie, gericht op volledige werkgelegenheid en een verzorgingsstaat. Het leidde tot meer dan 2 decennia van economische groei en de internationalisering van kapitaal en arbeid nam toe. Dit waren de basisingrediënten voor het ontstaan en de uitbreiding van de EU en haar gemeenschappelijke markt zoals we die nu kennen.

De consensus over het verdelende en regelgevende karakter van de staat zorgde bovendien voor een vergroting van de uitgaven voor de verzorgingsstaat. Ook al waren er grote verschillen tussen de Europese verzorgingsstaten, de relatief lage werkloosheid en hoge economische groei zorgden voor een toename van uitgaven voor de verzorgingsstaat in alle delen van Noordwest Europa. De zuidelijke lidstaten waren daarentegen straatarm en van een verzorgingsstaat kon hier niet gesproken worden. De huidige economische voorsprong van Noordwest Europa is niets nieuws.

Bezuinigingen op welvaartsstaat

De erkenning van de grenzen van de macht van de natiestaat en de financiële 'last' van de verzorgingsstaat stimuleerden een zoektocht naar nieuwe neoliberale grootschalige toezichtsystemen waarin de macht van de overheid moest krimpen. Het leidde tot een herdefiniëring van de grenzen tussen de publieke sector en de private sector. Het leidde ook tot zware bezuinigingen op de welvaartsstaat. De verschillende verzorgingsstaten in de EU begonnen door deze veranderingen meer op elkaar te lijken. De lidstaten bleven echter verantwoordelijk voor hun sociale regelgeving, beleid en identiteit.

De nationale economische soevereiniteit nam af en men zag een grote rol voor de EU weggelegd in de vormgeving van de nationale economieën. De rol van de EU in sociale zekerheid is echter sterk beperkt gebleven. Er zijn veel barrières om de Europese Commissie een grotere rol te geven in sociaal beleid. De belangrijkste is dat de EU over te weinig instrumenten beschikt om een werkgelegenheidsstrategie te voeren. Dit komt door een grote mate van intergouvernementalisme, budgettaire beperkingen en moeilijkheden om de culturele verschillen tussen de Europese verzorgingsstaten te harmoniseren.

Economische crisis

Anders dan de leiders na de Tweede Wereldoorlog durven de huidige conservatief-liberale regeringleiders geen duidelijke keuze voor Europa te maken, terwijl de EU aan de vooravond staat van een aantal wezenlijke beslissingen.

De belangrijkste keuze die we zullen moeten maken is de manier waarop we uit de economische crisis komen. De reactie van Europa op crises is altijd afhankelijk geweest van de politieke wind die waaide door het continent. Op dit moment komt de wind van rechts en in sommige landen zelfs van zeer rechts. De keuzes die nu worden gemaakt zijn daardoor hard. Dit geldt voor alle landen, maar vooral voor Griekenland, Ierland en Portugal. Zij hebben de controle over hun economie verloren aan de markt en staan nu onder curatele van de Europese Unie en het Internationaal Monetaire Fonds. Saneren luidt het devies. De verschillen in Europa zullen hard gaan toenemen de komende jaren.

Toename sociale verschillen

Het debat over de economische toekomst zal gaan over de keuze tussen een sterke economische rol van nationale staat of een grotere rol voor de EU. In beide gevallen ziet het er naar uit dat de machtige markt het bereik en de controle van de staat zal beperken en de richting van Europa voor een groot deel zal bepalen. We gaan een onzekere toekomst tegemoet als we ons lot in handen van de markt leggen. De sociale verschillen zullen verder toenemen en ongelijkheid zal worden vergroot. De sociaaldemocraten hebben gepoogd met De Derde Weg de marktkrachten te gebruiken om juist deze sociale verschillen op te heffen. Dat project is mislukt, de ongelijkheid nam toe. De markt te veel vrijheid geven is een optie waarvan we de sociale gevolgen op de lange termijn niet kunnen betalen.

New Deal

We zullen grote stappen moeten zetten die tegenwicht bieden aan de markt en de bevolking weer de controle teruggeeft over haar eigen toekomst. Solidariteit mag niet worden neergezet als een financiële last die we ons niet kunnen permitteren.

Wat we nodig hebben is een New Deal, zoals president Roosevelt uitvoerde na de grote crisis van de jaren '30. Het zal een plan moeten zijn waarin we op onorthodoxe wijze de crisis te lijf gaan, en waarin we naast de bezuinigingen een serieus plan voorstellen om te investeren in kennis, innovatie en technologie.

Bovendien laten we de banken meebetalen aan de crisis via een financiële transactietaks. De bankensector komt niet onder een sanering uit, en heeft strak toezicht nodig. De risicodragende zakenbank moeten we scheiden van de consumentenbank. Alleen die laatste zal dan nog overheidsgaranties kunnen krijgen. In zo’n plan praten we niet alleen over matiging van de lonen van werknemers, maar ook over begrenzing van de bonussen van managers. De milieuproblematiek wordt serieus genomen en we komen op voor de zwaksten in de wereld, omdat een duurzame, rechtvaardige ontwikkeling leidt tot stabiliteit en vrede.

Al deze keuzes zijn alleen mogelijk wanneer we op onorthodoxe wijze te werk gaan. Helaas zit dat er momenteel niet in met een conservatief-liberale meerderheid in Europa. Toch mag een mens dromen van betere tijden. Dat deden ze 60 jaar geleden ook.