Propaganda leren lezen: waarom er geen vredesproces is - Main contents
(Haniye en Abbas)
Dezelfde Tim Haughton die kennelijk de enige was die de moeite nam om na te gaan wat er nou eigenlijk waar was van het Rode Kruis-verhaal dat er geen humanitaire crisis in Gaza zou zijn (hier), schreef net een verhaal over een hobby van hem: hij leest graag de website van het Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken (hier). Je vindt er prachtige voorbeelden in van propaganda op hoog niveau (hier).
De drie heilige woorden die in de propaganda belangrijk zijn, schrijft Haughton, en die al jarenlang verhullen dat Israël (en de VS) geen vreedzame regeling met de Palestijnen willen, zijn:
Concession. Intransigance. Precondition.
(Vertaald: Concessie; Onverzettelijkheid - niet bereid te zijn tot compromissen; Voorwaarden vooraf.) De eerste twee termen gaan meestal vergezeld van een vaste kwalificatie. Het gaat altijd om de Israëlische bereidheid tot concessies, en om de Palestijnse weigering om compromissen te sluiten. Dat zijn steevast de termen die je in elk verslag over het ‘vredesproces’ en de ‘onderhandelingen’ terug zult vinden. De Israëli’s doen hun best, de Palestijnen weigeren.
En het zijn de Palestijnen, in die verslagen, die altijd bezig zijn onmogelijke voorwaarden te stellen voor onderhandelingen, zoals daar zijn dat Israël op moet houden met nederzettingen te bouwen op de Westoever, of dat Israël zich zou moeten houden aan het internationaal recht. Hoe komen ze erop.
De manier waarop deze termen steeds weer terugkomen, is een gaaf voorbeeld van de omdraaiing van de waarheid, wat Orwell doublespeak noemde.
Want vraag de Israël-verdedigers eens naar de concessies die Israël dan heeft gedaan sinds 1948, en na lang nadenken komen er twee: nou, om der wille van de vrede heeft Israël Gaza ‘teruggegeven’, en ook de Sinai. In beide gevallen wordt gemakshalve over het hoofd gezien dat een fundamenteel punt in het internationale recht is dat het verboden is om land toe te eigenen door het voeren van oorlog, en dat Gaza en de Sinai dus niet van Israël waren en dus ook niet konden worden ‘teruggegeven’. Dit is wat je Israël steeds kunt zien doen: in die zeldzame gevallen dat ze zich aan het internationale recht houden, noemen ze dat steevast een ‘concessie’. Daar moeten de Palestijnen dus dankbaar voor zijn. (Nog afgezien van het feit dat Gaza niet is teruggegeven, maar dat de aard van de bezetting veranderde. In plaats van nederzettingen binnen Gaza zelf, die zijn opgedoekt omdat ze onrendabel waren, en het stationeren van een leger binnen de strook, heeft het leger zich nu teruggetrokken tot de grens, de Gazastrook werd hermetisch wordt afgesloten. En let wel: dat gebeurde lang voor Hamas aan de macht was. Zie voor meer gegevens hierover mijn boek, Oorlog als er vrede dreigt. )
De intransigence - de zogenaamde weigerachtigheid van de Palestijnen om een compromis te sluiten - komt altijd ter sprake wanneer de Palestijnen de Israëli’s wijzen op hun rechten volgens de internationale verdragen. Dat doen ze overigens zelden. Uit de Palestine Papers weten we inmiddels hoever Het Palestijns gezag, dat wil zeggen Abbas, wilde gaan om hun rechten op te geven. Dat waren dus werkelijke concessies, die zoals bekend door Israël zonder meer van de hand werden gewezen.
Overigens, Tim Haughton heeft het daar niet over, werd de enige, werkelijk grote concessie al gedaan door Arafat, die bereid bleek, en er zelfs in slaagde om de meerderheid van de bevolking in mee te krijgen, om driekwart van het oorspronkelijke Palestina op te geven voor de staat Israël (meer nog dus dan het verdelingsplan voorschreef) op voorwaarde dat de overgebleven kwart voor de Palestijnse staat zou zijn. Arafat heeft geen standbeeld gekregen voor deze enorme historische concessie. Integendeel. Israël stak die concessie in de zak alsof het niks was, en ging er vervolgens toe over zogenaamd te onderhandelen over de verdeling van die overgebleven kwart. Arafat was zo stom om te geloven in een soort gentlemans agreement, hij had die concessie vergezeld moeten laten gaan van waterdichte en internationaal gecontroleerde contracten. Dat hij dat niet heeft gedaan, met als gevolg dat de Palestijnen het grootste deel van hun land hebben weggegeven, en nog steeds geen eigen staat hebben, is een van de redenen dat Hamas veel minder bereid is om trouwhartig te geloven wat Israël zegt. Nog afgezien van het feit dat ze niks meer over hebben om ‘concessies’ mee te doen.
Terug naar Tim Haughton. Binnen een frame van internationaal recht worden de termen die Israël hanteert belachelijk. Het enige frame waarbinnen ze passen is het frame van Israëls pogingen om zich nog meer territorium toe te eigenen.
Die preconditions, de voorwaarden vooraf, blijken ook een geweldig bruikbaar propagandistisch middel, en ook die zijn alleen te begrijpen wanneer we uitgaan van Israëls territoriale ambities. Want in het frame van het internationale recht zijn ze absurd. Het internationale recht hoort gewoon opgevolgd te worden, zonder het stellen van voorwaarden vooraf.
Dit waren tot voor kort de belangrijkste voorwaarden die Israël stelde:
-
1.Het moet Israël toegestaan worden om door te gaan met het schenden van het internationaal recht en de mensenrechten zolang er nog wordt onderhandeld.
-
2.Het moet Israël toegestaan zijn om door te gaan met het stelen van Palestijns land zolang de onderhandelingen duren.
-
3.Israël mag ondertussen rustig doorgaan met het uitvoeren van een (langzame) etnische zuivering.
Het is duidelijk dat geen enkele onderhandelaar met enig zelfrespect die voorwaarden zou accepteren. Nog afgezien van het feit dat dergelijke voorwaarden een absolute garantie zijn dat Israël nooit aan zal sturen op het bevredigend beëindigen van de onderhandelingen, ze hebben er vooral belang bij om die zo lang mogelijk te rekken, en dat doen ze ook.
Ondertussen slagen ze er aardig in om te suggereren dat het die koppige Palestijnen zijn die voortdurend nieuwe obstakels creëren om het ‘vredesproces’ te torpederen. De Palestijnen mogen geen voorwaarden stellen. De Israëli’s natuurlijk wel. We kennen al de drie klassieke eisen - die achtereenvolgens ook onze drie ministers van Buitenlandse Zaken uit hun hoofd waren geleerd en die ze braaf opzeiden als je ze vroeg waarom er een verbod was om met Hamas te praten: ze moeten geweld opgeven, ze moeten zich aan de verdragen houden, ze moeten Israël erkennen. Uiteraard kreeg je noch van Ben Bot, noch van Maxime Verhagen, noch van Uri Rosenthal enig steekhoudend antwoord als je vroeg waarom diezelfde voorwaarden niet aan Israël werden gesteld. (Hier en hier over Ben Bot)
Diezelfde voorwaarden zijn opnieuw uit de kast gehaald nu er eenheid dreigt tussen Fatah en Hamas. In plaats van daar met gepaste vreugde op te reageren - nu is het eindelijk mogelijk om tegelijkertijd met alle Palestijnen die onder Israëlische bezetting leven tot één verdrag te komen - wordt Fatah nu aan alle kanten gedreigd dat ook zij niet meer mee mogen doen aan de onderhandelingen als ze opnieuw in zee gaan met hun eigen landgenoten. Alsof Israël daarover gaat, trouwens.
En zo zien we weer dat Israël/deVS opnieuw eisen dat Hamas elke vorm van geweld opgeeft, terwijl Israëli’s rustig met hun routinegeweld door mogen gaan. (Het vermoorden van leiders, met tanks Gaza binnenrijden, schieten op vissers, schieten op mensen die in hun eigen land te dicht bij de grens zouden komen, enzovoorts). En ten tweede eisen ze van Hamas dat die Israël erkent, maar mag van Israël absoluut niet worden verwacht dat ze Palestina erkennen - ben je gek.
Eindeloos wordt er bij dit soort betogen gewezen op het Handvest van Hamas, waarin wordt gepleit voor de vernietiging van Israël. Dat is geen mooie tekst. Maar. Het is een tekst uit 1987, bijna een kwart eeuw oud, en in de praktijk allang ingehaald door vele andere teksten, en vooral daden. Zoals ik op dit weblog al vele malen heb betoogd, wordt het echt tijd om het aanbod van Hamas om te onderhandelen over een staat op de grenzen van 1967 in te gaan (hier en hier). Natuurlijk gebeurt dat niet, het is Israël dat graag doorgaat met het opwerpen van barricades om werkelijk te onderhandelen, en nu is er weer een nieuwe smoes. Als Fatah weer samenwerkt met Hamas, wat uiteraard hun goed recht is, het gaat over hun volk en hun land ten slotte, dan wordt ook Fatah uitgesloten van de onderhandelingen, is de dreiging van Netanyahu. Die dat ondertussen waarschijnlijk aan zijn reet zal roesten, want al die jaren dat Abbas en de zijnen braaf deden wat Israël van hen vroeg schoten ze geen millimeter op. Ze gaven geweld op. Ze hielden hun eigen volk in bedwang, alsof zij de politie waren in dienst van Israël. Er waren geen aanslagen meer. Ze lieten toe dat Israël doorging met land inpikken terwijl ze ondertussen vrijwel niets deden aan het aanhoudende geweld van de kolonisten tegen de Palestijnse bevolking. En wat zijn ze ermee opgeschoten na vele jaren brave onderwerping? Helemaal niks. En dan zou Hamas gevoelig moeten zijn om aan diezelfde voorwaarden te voldoen? En waar zijn ze dan? Ongeveer waar Fatah nu is. Big deal.
De grap, zegt Tim Haughton, is dat iedereen het heeft over het Handvest van Hamas, maar niemand de moeite neemt om het Handvest van Likoed eens te lezen. Ik denk dat hij die suggestie heeft van Yusuf Munayyer, (hier.) Die deed wat bijna iedereen vergeet te doen, die las het Handvest van Likoed eens na. Qua taal is dat ongetwijfeld netter dan het Handvest van Hamas. Geen gewelddadige taal. Maar ondertussen, staat daar luid en duidelijk in dat Likoed geen Palestijns-Arabische staat zal accepteren ten westen van de rivier de Jordaan. En dat het geheel in de lijn van de zionistische waarden valt dat er joodse kolonies gevestigd mogen worden in ‘Judea, Samaria en Gaza’. En dat Likoed er in het belang van de staat Israël alles aan zal doen om te voorkomen dat de nederzettingen worden verwijderd. (Handvest van Likoed: hier) Waarmee, overigens, Israël niet alleen stiekem, maar ook officieel weigert om de Road Map-overeenkomst na te volgen die de Knesset aannam in 2003. Een van de eisen, dus, die aan de Palestijnen wel wordt gesteld, maar die kennelijk niet geldt voor Israël.
Likoed is in de huidige lappendekenregering nog een van de gematigde partijen, vergeleken bij het rabiate anti-Arabieren en anti-democratiegeschreeuw van de nog rechtsere partijen. En die Likoed zegt in hun eigen handvest dus dat het geen enkele zin heeft om met hen te onderhandelen, aangezien ze allang hebben besloten dat de nederzettingen moeten blijven en er geen Palestijnse staat komt.
Wat het Handvest van Likoed en dat van Hamas met elkaar gemeenschappelijk hebben is dat geen van hen bereid is om in hun tekst het bestaansrecht van de ander te erkennen. Het grote verschil, zegt Munayyer, is dat Likoed de macht heeft, de macht om hun intentie in de praktijk uit te voeren, en dat ook letterlijk doet: door de nederzettingen uit te breiden, en langzaam maar zeker het laatste beetje dat de Palestijnen nog over hebben van de kaart te vegen.
Kunnen we verwachten dat de Westerse mogendheden nu eens zeggen dat er maar eens sancties tegen Israël ingezet moeten worden, zolang Likoed geen afstand neemt van hun Handvest, en van de regering eist eens te laten zien dat ze serieus werken aan de mogelijkheid van een Palestijnse staat? Reken daar maar niet op. De VS zullen vrolijk doorgaan met het subsidiëren van de verdergaande kolonisatie van Palestijnse land, en tegelijkertijd de partij die het minste macht heeft erop aankijken dat die het ‘vredesproces’ blokkeert. Uiteraard zal ook onze minister van Buitenlandse Zaken zich daar van harte bij aansluiten.