Vervolg Buza: Waar is het élan? - Main contents
Inbreng Arjan El Fassed in tweede termijn begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken
Voorzitter. Ik dank beide bewindslieden voor de antwoorden in eerste termijn.
Wat vooral opvalt is het gemis van élan als het gaat om mensenrechten. Dat bracht voorganger Verhagen maar dat mis ik bij deze minister van buitenlandse zaken.
Het is mij opnieuw duidelijk geworden dat dit kabinet uit is op een verschraling van het internationaal beleid. Het is het gemak waarmee zogenoemd eigenbelang bovenaan wordt gezet. En dus niet het gemeenschappelijk belang, namelijk die van een stabiele wereld. Dit is desastreus voor een open economie als de onze. Beide bewindslieden bezigen struisvogelpolitiek door zich achter de dijken te verschuilen met de kop in het veen. Dit kabinet bezuinigt fors en in rap tempo, zonder na te denken over de gevolgen, laat staan die te overzien.
Internationale samenwerking – zoals ook het WRR rapport bepleit – is een noodzaak. Nederland kan zich internationaal onderscheiden door ondernemingszin, duurzaamheid, mensenrechten, transparantie en eerlijke handel voorop te stellen – maar kiest ervoor om zoveel mogelijk thuis te blijven. En dat terwijl de crises waarvan we hier in Nederland de gevolgen merken juist een ínternationale aanpak vergen.
De minister wil opzichtig afstappen van een buitenlands beleid gestoeld op idealen en loopt het liefst met een grote boog om de mensenrechten heen. Terwijl het in ons eigen belang en het belang van de BV Nederland is om juist de mensenrechten hoog in het vaandel te houden. Stabiliteit en veiligheid zijn vereisten voor duurzame economische ontwikkeling en zijn alleen te realiseren door de rechten van burgers voorop te stellen. En daarbij zullen we gebruik moeten kunnen maken van alle instrumenten die we hebben op het gebied van diplomatie, defensie en ontwikkelingssamenwerking.
Dat geldt niet alleen in Afghanistan, waar de minister voor wat betreft de 3D-benadering mooie verhalen verkondigd, dat geldt ook voor Afrika en het Midden-Oosten.
Oók in Soedan, zou ik graag tegen de heer Ormel willen zeggen. Want hoewel ik zijn betrokkenheid bij Soedan op prijs stel, begrijp ik niet dat hij dat niet vertaalt in de noodzaak om júist in Soedan alle 3D elementen onverminderd in te blijven zetten. Ontwikkelingssamenwerking is daar héél belangrijk bij. Soedan staat op een kruispunt. Wij kunnen invloed hebben op de richting die het land opgaat. Ik roep de staatssecretaris dan ook op om Soedan wel degelijk een prioriteitsland te maken in zijn nieuwe beleid. En niet alleen de staatssecretaris, ook de minister van Buitenlandse Zaken.
Echte keuzes, die de effectiviteit van ons beleid bevorderen, daar is GroenLinks een groot voorstander van. Een vereiste om de juiste keuzes te maken is een coherente benadering. Niet de holle woorden van het CDA of de VVD, maar een goed afgestemd beleid hier én daar. Ook dat is in ons eigen belang.
Voorzitter, gisteravond las ik in NRC Handelsblad over het stelen en onteigenen van landbouwgronden in Afrika. Dat vindt onder andere door China en Saoedi-Arabië op grote schaal plaats. Dit zorgt niet voor economische ontwikkeling van Afrikaanse landen of hun burgers, maar vooral voor meer eten en biomassa in het Midden-Oosten. Ik heb inmiddels bij het WGO van de staatssecretaris begrepen dat hij zich in zal zetten voor kleine boeren in ontwikkelingslanden, maar ik zou van hem nog willen vragen om ook duidelijk afstand te nemen van deze landroof. Dit kán niet zijn wat hij bedoelt met het ondersteunen van het bedrijfsleven.
De etalage van BV Nederland staat vól met mooie produkten en technologieën op het gebied van duurzaamheid, landbouw en design. Onze baggeraars krijgen over de hele wereld opdrachten en de door ons geproduceerde medicijnen staan in ziekenhuizen in tal van landen. Het Nederlandse bedrijfsleven zal blij zijn met de aandacht van de minister voor haar belang, maar zal de eerste zijn om te erkennen dat alleen door een brede inzet op ontwikkeling, mensenrechten en goed bestuur nieuwe afzetmarkten kunnen ontstaan.
Voorzitter. Voor ons soort economie is een stabiele wereld essentieel. In post-conflictlanden zijn daarvoor de aanpak van straffeloosheid, de opbouw van justitie en vrouwenrechten uitermate belangrijk. In veel landen zijn het juist mensenrechtenverdedigers die de ruimte proberen te scheppen voor stabiliteit en economische ontwikkeling.
Nieuwe digitale ontwikkelingen, zoals sociale media, brengen een wezenlijke verandering in de manier en mogelijkheden waarop mensen in ontwikkelingslanden en oorlogsgebieden kunnen communiceren met de buitenwereld. Het is belangrijk dat iedereen een stem heeft en die vrij kan uiten, het is minstens zo belangrijk dat er ook mensen naar luisteren.
Voorzitter. Mensenrechtenverdedigers die de regering ondersteunt kunnen gevaar lopen omdat zij worden bedreigd. Als zij in levensgevaar komen en geen enkele andere uitweg meer hebben, kunnen zij enorm worden geholpen met een korte verblijfsperiode buiten hun eigen land waardoor de dreigende situatie kan worden doorbroken.
Daarom de volgende motie:
Voorzitter. Iedereen heeft het recht op vrije meningsuiting en nieuwsgaring. Helaas zijn er weinig mogelijkheden om de naleving van deze rechten te controleren.
Daarom de volgende motie:
(2) Toetsing en nalevingsmechanismen vrijheid van meningsuiting
Voorzitter. Nieuwe digitale media en technologieën bieden ongekende mogelijkheden voor mensenrechtenverdedigers, maar ook voor de onderdrukking van hun werk.
Daarom de volgende motie:
(3) EU handboek voor mensenrechtenverdedigers en internet
Voorzitter. De regering zoekt naar verbreding van de relatie met energielanden – in die landen vinden echter veel mensenrechtenschendingen plaats. GroenLinks wil de garantie dat de regering hier voldoende aandacht voor blijft houden.
Daarom de volgende motie:
(4) mensenrechten in energiepartnerlanden
Tot slot voorzitter. Het is duidelijk dat het maatschappelijk middenveld bij de bezuinigingen de grootste klap krijgt. Het is via het maatschappelijk middenveld en de vele mensenrechtenverdedigers die daarmee worden gesteund dat overheden worden aangesproken op hun gedrag. GroenLinks is daarom zeer ontstemt over de onterechte en onevenredige bezuinigingen op het MFS subsidiekader. Dat is ook de reden waarom wij hierover een amendement hebben ingediend.
Mocht de bezuiniging toch doorgang vinden, dan wil GroenLinks op zijn minst bereiken dat de kwaliteit van de aanvragen leidend is bij de toewijzing van de korting.
Vandaar de volgende motie: