Nîmes: Suiker met een Europese vlag voor Franse armen - Main contents
Europarlementariërs gaan regelmatig op werkbezoek en komen dan op plaatsen in heel Europa. Marije Cornelissen heeft het dossier armoede in haar portefeuille en probeert tijdens elke reis ook steeds een lokale voedselbank te bezoeken. De komende weken publiceren we haar ervaringen in de serie Voedselbanken in Europa.
In Nimes bezoek ik een centraal distributiepunt voor de uitgifte van voedselpakketten in de wijde regio. Het is een gigantische loods waar van alles staat; enorme pallets met suiker, macaroni, couscous, maar ook schappen met allerlei verschillende soorten voedsel in kleinere hoeveelheden die geschonken worden door supermarkten en kruideniers. Als ik aankom is het spitsuur van toeleveranciers net over. Het staat buiten vol met etenswaren die hun plek moeten vinden in de loods.
Talenknobbel
De manager van het distributiepunt, monsieur Fallaurd, is heel blij met mijn komst. Hij heeft speciaal een lokale vertaler geregeld van Frans naar Nederlands. De vertaler is een ontzettend aardige pensionaris die als vrijwilliger actief is bij Maison Europe. Hij spreekt verbazingwekkend goed en accentloos Nederlands, hij had zo uit Haarlem kunnen komen. Als hij vertelt dat hij in zijn leven maar twee keer heel kort in Nederland is geweest, decennia geleden, ben ik sprakeloos. “Ach, ik lijk een talenknobbel te hebben”, zegt hij bescheiden. Dat kun je wel zeggen.
Oormerken
Het voedsel dat binnengebracht wordt is allemaal gemerkt met een code, naar gelang de bron. Die bron maakt uit voor wat het distributiecentrum ermee mag doen. Ze krijgen voedsel van lokale supermarkten en kruideniers, van de lokale overheid, de regionale overheid, de nationale overheid en van Europa. De Europese producten zijn er ook zonder code makkelijk uit te vissen; er staan gigantische Europese vlaggen op. Vooral de pakken suiker vind ik hilarisch. De ontwerper van de verpakking heeft blijkbaar als opdracht meegekregen dat het geen arme mag ontgaan door wie ze bijgestaan worden.
Sociale kruideniers
“Wij leveren aan allerlei verschillende uitgiftepunten”, legt monsieur Fallaurd me uit. “In de steden en dorpen in de regio delen kerkelijke organisaties, het Rode Kruis, voedselbanken en sociale kruideniers de voedingswaren uit. Bij de meeste uitgiftepunten wordt het voedsel in pakketten gratis uitgedeeld, één of meer malen per week. Bij de paar sociale kruideniers in de regio kunnen mensen producten kopen tegen veel lagere prijzen dan in de supermarkt. We letten goed op wat we waarheen sturen. Het voedsel van de Europese Unie mag absoluut niet verkocht worden, en dus niet naar sociale kruideniers gaan. We moeten van die producten de distributie heel minutieus nagaan en verantwoorden. Met het voedsel van regionale en lokale overheden en een aantal private donateurs mogen we iets soepeler omgaan.”
Banques Allimentaires
De Franse voedselbanken zijn onderdeel van een gigantische keten, de Banques Allimentaires. Zij verdelen voedsel in heel Frankrijk via dit soort distributiecentra en lokale uitgiftepunten. De helft van de inkomsten komt van de Europese Unie, via het programma voor de distributie van voedsel voor de minst bedeelden. Een kwart komt van de nationale, regionale en lokale overheden, en het overige kwart van bedrijven en privédonaties.
Evaluatie EU-programma
Het EU-programma voor voedseldistributie staat op de rol om in 2011 geëvalueerd te worden. Onder andere daarom is monsieur zo blij met mijn komst; hij benadrukt bij herhaling hoe ontzettend belangrijk de EU-middelen zijn voor het voortbestaan van de Banques Allimentaires. Als ik vertel dat in Nederland en een aantal andere landen de voedselbanken helemaal losstaan van de overheid en louter door bedrijven en privépersonen worden gesponsord, gelooft hij me volgens mij niet helemaal. Voor hem is het ondenkbaar dat de organisatie zou kunnen bestaan zonder. Het EU-programma is de drijvende kracht van de voedselbanken in Frankrijk.
Gezellige werkkring
De Franse organisatie drijft op vrijwilligers. Bij mijn bezoek aan het distributiecentrum ontmoet ik een tiental van de vijftig die bij het centrum werken. Voor het grootste deel zijn het autochtone Franse gepensioneerden. Ze werken hier vanwege het gevoel iets goeds te doen voor de samenleving, uit religieuze of sociale overtuiging, en om een gezellige werkkring te hebben. Er wordt tegelijk veel gelachen en hard gewerkt.
Schijf van vijf zes
De voedselbanken voelen naast het simpel uitdelen van voedsel aan minderbedeelden ook een sociale verantwoordelijkheid voor hun klanten. De schijf van vijf, die in Frankrijk overigens een schijf van zes blijkt te zijn, is leidraad bij het samenstellen van de voedselpakketten en er zijn twee dames die met een verrijdbare kitchenette de uitgiftepunten in de dorpen afgaan om mensen te leren hoe zij eten goed en gezond kunnen bereiden. Met trots worden de schijf-van-zes-poster die onder alle uitgiftepunten is verspreid, de kalender met gezonde recepten voor bezoekers en de kitchenette aan mij getoond.
Visitatiecommissie
Op de vraag naar de criteria die in Frankrijk gehanteerd worden om gebruik te mogen maken van de voedselbank kan monsieur geen eenduidig antwoord geven. De uitgiftepunten bepalen individueel hun beleid. Wel worden ze gecontroleerd. Er is een interne visitatiecommissie die alle uitgiftepunten één of twee keer per jaar bezoekt en ook het distributiecentrum controleert. Terwijl ik er ben komen twee vrouwen van de visitatiecommissie toevallig ook langs. Zij zijn tegelijk de dames van de rijdende kitchenette.
Zendingsdrang voor de Franse keuken
Discriminatie in distributie vindt niet plaats, vertellen ze. Het merendeel van de klanten is allochtoon, en de criteria om gebruik te mogen maken van een voedselbank zijn zeer ruim. Toch kan ik me niet helemaal aan de indruk onttrekken dat juist omdat het merendeel van de klanten allochtoon is, er een bepaalde zendingsdrang is onder de vrijwilligers om de cliënten te onderwijzen over gezonde voeding en manieren om ‘Frans eten’ te koken. Maar als er inderdaad enig paternalisme in het spel is, zijn de medewerkers van het distributiecentrum in Nîmes zich daar in ieder geval niet van bewust. Ze werken hard, met trots op de organisatie en hart voor de zaak.
Voedselbanken in Europa weergeven op een grotere kaart