Hof van Justitie (onderdeel Hof van Justitie van de EU) - Main contents
Het Hof van Justitie ziet toe op de de eerbiediging en de toepassing van de regelgeving en de oprichtingsverdragen van de Europese Unie. Het Hof doet uitspraak in geschillen tussen lidstaten i, EU-instellingen i, bedrijven en individuen waarbij EU-wetgeving aan de orde is. Belanghebbenden kunnen zich tot het Hof wenden als Europese regels worden overtreden.
Het Hof van Justitie is één van de rechtsprekende instanties van het Hof van Justitie van de Europese Unie i. Beroepszaken tegen instellingen van de Europese Unie zijn ondergebracht bij het Gerecht i. Ook was er een apart Gerecht voor ambtenarenzaken i.
Contents
Locatie (Stad) |
Luxemburg |
---|---|
Locatie (Land) |
|
Grondslag |
Artikel VwEU 251 t/m 281 |
Opgericht |
1952 |
Aard organisatie |
Orgaan van de Europese Unie |
President |
Koen Lenaers |
Het Hof oordeelt over of de Europese regels correct worden nageleefd. Formeel gezegd, het Hof is bevoegd om uitspraak te doen over de handelingen van de Unie, Europese wet- en regelgeving en verplichtingen die voortvloeien uit de Europese verdragen i. Uitzondering hierop zijn de bepalingen op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid of operaties in de sfeer van politiële of justitiële samenwerking.
Toen het Handvest van de grondrechten i dezelfde juridische status kreeg als de Europese Verdragen werd het Hof ook bevoegd zich over zaken die daar onder vallen te beoordelen, mits het om zaken gaan die het recht van de Unie betreffen. De bevoegdheid op dit vlak geldt echter niet voor Polen.
In 1989 is het Gerecht opgericht, dat veel zaken in eerste instantie oppakt. Het Hof richt zich vooral op zaken waar het gaat om de vraag hoe Europese regels uitgelegd moeten worden. Die richting geeft het Hof ook door het beantwoorden van vragen van nationale rechters over wat de juiste uitleg is van Europese regelgeving (zogenaamde prejudiciële beslissingen).
Het Hof van Justitie is in Luxemburg gevestigd. Het aantal rechters is vastgesteld bij het statuut van het Hof. Het Hof bestaat uit:
-
-27 rechters waaronder één president
-
-11 advocaten-generaal, waaronder één eerste advocaat-generaal
-
-een griffier
De rechters en advocaten-generaal worden in onderlinge overeenstemming door de regeringen van de lidstaten voor zes jaar benoemd. Rechters en advocaten-generaal kunnen worden herbenoemd.
De rechters kiezen uit hun midden een president, voor een periode van drie jaar. De president heeft de leiding over de werkzaamheden en de diensten van het Hof. Hij zit de terechtzittingen en beraadslagingen voor als het Hof in voltallige zitting of in grote kamer bijeenkomt.
De advocaten-generaal geven in het openbaar, onpartijdig en onafhankelijk advies aan het Hof over de oplossing van de zaken die het Hof behandelt. Hun functie is niet te vergelijken met die van een openbaar aanklager; deze rol wordt meestal vervuld door de Europese Commissie i die als hoedster van het gemeenschapsbelang optreedt.
Het Hof heeft voor naleving een groot aantal instrumenten gekregen. Zo kan de Europese Commissie i een procedure i starten bij het Hof als lidstaten de Europese regels niet goed handhaven, waarna het Hof een boete of dwangsom kan opleggen. Ook kan bij het Hof een procedure gestart worden om besluiten van Europese instanties nietig te verklaren. Behalve de Commissie kunnen de lidstaten, en in bepaalde gevallen ook andere instellingen van de Europese Unie, zaken aan het Hof voorleggen. Daarnaast bepaalt het Hof op verzoek van nationale rechters wat de juiste uitleg is van Europese regelgeving (zogenaamde prejudiciële beslissingen). Uitspraak van het Hof zijn bindend.
Het Hof heeft zes Kamers met elk drie of vijf rechters. Het Hof kan ook bijeenkomen in voltallige zitting (27 rechters) of in grote kamer (15 rechters).
Het Hof komt in voltallige samenstelling bijeen in de volgende situaties:
-
-een lidstaat of gemeenschapsinstelling die bij de zaak betrokken is verzoekt hierom; of
-
-in bijzonder ingewikkelde of belangrijke zaken
Bij het Hof zijn verschillende procedures mogelijk:
Het beroep wegens niet-nakoming
Het Hof van Justitie kan nagaan of de lidstaten de verplichtingen nakomen die voorvloeien uit het gemeenschapsrecht. Voor de zaak bij het Hof van Justitie aanhangig wordt gemaakt, leidt de Europese Commissie i eerst een procedure in, waarbij de betrokken lidstaat zijn opmerkingen kan maken over de hem betreffende bezwaren. Indien de lidstaat in het kader van deze procedure nog geen einde maakt aan de niet-nakoming, kan bij het Hof van Justitie een beroep wegens schending van het gemeenschapsrecht worden ingesteld.
Dit beroep kan worden ingesteld door de Commissie - wat in de praktijk het meest voorkomt - of door een lidstaat i. Als het Hof van Justitie de niet-nakoming vaststelt, is de lidstaat verplicht deze zo spoedig mogelijk te beëindigen. Als het Hof van Justitie, na een nieuw beroep van de Commissie, vaststelt dat de betrokken lidstaat het arrest niet heeft uitgevoerd, kan het deze lidstaat de betaling van boete en/of een dwangsom opleggen.
Het beroep wegens nalaten
In dit beroep kan worden nagegaan of de gemeenschapsinstellingen in strijd met het gemeenschapsrecht hebben nagelaten een besluit te nemen. Het kan alleen worden ingesteld als de betrokken instelling vooraf is gevraagd een besluit te nemen. Als het nalaten strijdig met het gemeenschapsrecht is verklaard, moet de betrokken instelling deze situatie met gepaste maatregelen beëindigen.
Het beroep tot nietigverklaring
Met dit beroep vordert de verzoeker nietigverklaring van een handeling van een instelling (verordening, richtlijn, beschikking). Het kan gaan om een beroep dat is ingesteld door een lidstaat tegen het Europees Parlement i, de Raad i (behalve voor handelingen van laatstgenoemde inzake staatssteun, dumping en uitvoeringsbevoegdheden) of de Europese Raad i, of door een gemeenschapsinstelling tegen een andere gemeenschapsinstelling.
Ook particulieren (personen en instanties) kunnen beroep instellen tegen beslissingen van de Europese instellingen. Voorwaarde is dat het besluit hen rechtstreeks raakt.
Het Hof heeft ook de bevoegdheid gekregen uitspraak te doen over beroepen tot nietigverklaring van wetgevingshandelingen wegens schending van het subsidiariteitsbeginsel i.
Schending van de Verdragen
Het Hof heeft de bevoegdheid om uitspraak te doen over schendingen of gevallen van misbruik van verdragen door een instelling van de EU of een lidstaat.
De prejudiciële beslissing
Deze procedure is bedoeld om te voorkomen dat de nationale rechters het gemeenschapsrecht op verschillende wijzen uitleggen. Dit moet leiden tot een doeltreffende en consequente toepassing van de gemeenschapswetgeving. Nationale rechters kunnen - en moeten soms - het Hof van Justitie om nadere uitleg van een onderdeel van het gemeenschapsrecht verzoeken. Zo kunnen zij bijvoorbeeld de verenigbaarheid van hun nationale wetgeving met het gemeenschapsrecht verifiëren.
Voorts kan het verzoek om een prejudiciële beslissing de geldigheid van een handeling van gemeenschapsrecht betreffen. De nationale rechter is gebonden aan de gegeven uitlegging wanneer hij uitspraak doet in de bij hem aangebrachte zaak. Het arrest van het Hof van Justitie is eveneens verbindend voor andere nationale rechterlijke instanties die over een identieke vraag uitspraak moeten doen.
Als het gaat om vragen over het vrije verkeer van personen (zoals visa, asiel, migratie) en de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, kunnen nationale rechterlijke instanties zich tot het Hof wenden.
Arbitragegeding
Het Hof is bevoegd uitspraken te doen in zaken waar de EU of één van de Europese instellingen een publiek- of privaatrechtelijke overeenkomst is aangegaan.
De hogere voorziening
Bij het Hof van Justitie kan tegen beslissingen van het Gerecht i van eerste aanleg beroep worden ingesteld. Dit blijft beperkt tot rechtsvragen. Als het beroep gegrond is, vernietigt het Hof de beslissing van het Gerecht. Het Hof kan de zaak in sommige gevallen zelf afdoen. In andere gevallen moet het de zaak terugverwijzen naar het Gerecht, dat gebonden is aan de beslissing van het Hof in hogere voorziening.
Bij het Hof van Justitie kan tegen beslissingen van het Gerecht van eerste aanleg beroep worden ingesteld. Dit kan niet als de zaak eerder behandeld is door EUIPO i, CVPO, ECHA i en EASA i tenzij vooraf toestemming is verleend door het Hof van Justitie. Toestemming wordt enkel verleend in gevallen waarbij een vraag wordt gesteld die significant is in het licht van de eenheid, consistentie en ontwikkeling van Unierecht. Als het beroep gegrond is, vernietigt het Hof de beslissing van het Gerecht. Het Hof kan de zaak in sommige gevallen zelf afdoen. In andere gevallen moet het de zaak terugverwijzen naar het Gerecht, dat gebonden is aan de beslissing van het Hof.
Het heronderzoek
De beslissingen van het Gerecht van eerste aanleg over beroepen die werden ingesteld tegen beslissingen van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie, kunnen in uitzonderlijke gevallen opnieuw worden onderzocht door het Hof van Justitie.
Ongeacht de aard van de zaak is er altijd een schriftelijke en in het algemeen ook een mondelinge fase; deze laatste is openbaar.
Er zijn versnelde procedures en een vereenvoudigde procedure mogelijk. De prejudiciële spoedprocedure stelt het Hof van Justitie in staat, de gevoeligste vragen betreffende de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (politiële en justitiële samenwerking in burgerlijke en in strafzaken, alsmede visa, asiel, immigratie en andere met het vrije verkeer van personen verband houdende beleidsterreinen) binnen een aanzienlijk kortere termijn te behandelen.
Het kort geding is gericht op de opschorting van de tenuitvoerlegging van een handeling van een instelling waartegen eveneens beroep is ingesteld, of het treffen van een voorlopige maatregel om ernstige en onherstelbare schade in het nadeel van een partij te voorkomen.
In alle procedures worden de partijen, zodra de schriftelijke procedure is afgesloten, verzocht binnen een maand te laten weten of en waarom zij een terechtzitting wensen. De zaak wordt in een openbare zitting van het Hof bepleit. De advocaat-generaal i brengt daarna een conclusie uit en stelt een oplossing voor.
De rechters leggen hun beslissing vast in een arrest, dat in een openbare zitting wordt uitgesproken.
Het Hof is samengesteld uit evenveel rechters als er lidstaten zijn: uit elke lidstaat één rechter. De rechters en advocaten-generaal van het Europese Hof van Justitie worden benoemd door de Europese regeringsleiders tijdens de Europese Raad i, voor een periode van zes jaar. In de Europese Raad moet onderlinge overeenstemming bestaan over de voordrachten.
Sinds de oprichting van het Hof in 1952 waren de volgende Nederlanders er rechter in het Hof of advocaat-generaal:
Rechter
-
A.Prechal (vanaf 1 juni 2010)
▪ C.W.A. Timmermans (van 7 oktober 2000 tot 1 juni 2010)
▪ T. Koopmans (van 29 maart 1979 tot 29 maart 1990)
▪ A. van Kleffens (van 10 december 1952 tot 6 oktober 1958)
Advocaat-generaal
▪ P. VerLoren van Themaat (van 4 juni 1981 tot 13 januari 1986)
Nederlandse vertegenwoordiging bij zaken voor het Hof
Bij processen waarbij Nederland betrokken is als partij wordt het vertegenwoordigd door ambtenaren van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (afdeling Europees recht).
Een commissie waar alle ministeries in zijn vertegenwoordigd (het ICER) bekijkt alle zaken die voor het Hof komen. Nederland kan besluiten om een inbreng te leveren bij een zaak die ook gevolgen kan hebben voor Nederlandse regelgeving of Nederlands beleid.