Protocol 12: Betreffende de procedure bij buitensporige tekorten

DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,

GELEID DOOR DE WENS nadere bepalingen vast te stellen voor de in artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bedoelde procedure bij buitensporige tekorten,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT omtrent de volgende bepalingen, welke aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gehecht:

Artikel 1

De in artikel 126, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bedoelde referentiewaarden zijn:

  • 3 % voor de verhouding tussen het voorziene of feitelijke overheidstekort en het bruto binnenlands product tegen marktprijzen;
  • 60 % voor de verhouding tussen de overheidsschuld en het bruto binnenlands product tegen marktprijzen.

Artikel 2

In artikel 126 van dat Verdrag en in dit protocol wordt verstaan onder:

  • overheid: de algemene overheid, dat wil zeggen de centrale overheid, de regionale of lokale overheid en de fondsen voor sociale zekerheid onder uitsluiting van commerciĆ«le transacties, als omschreven in het Europees Stelsel van economische rekeningen;
  • tekort: netto financieringstekort als omschreven in het Europees Stelsel van economische rekeningen;
  • investeringen: bruto investeringen in vaste activa als omschreven in het Europees Stelsel van economische rekeningen;
  • schuld: totale aan het eind van het jaar uitstaande brutoschuld tegen nominale waarde, geconsolideerd tussen en binnen de sectoren van de algemene overheid als omschreven in het eerste streepje.

Artikel 3

Teneinde een doeltreffende werking van de procedure bij buitensporige tekorten te verzekeren, zijn de regeringen van de lidstaten in het kader van deze procedure aansprakelijk voor de tekorten van de algemene overheid als omschreven in artikel 2, eerste streepje. De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale procedures op begrotingsgebied hen in staat stellen hun verdragsverplichtingen op dit gebied na te komen. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld en regelmatig in kennis van hun voorziene en feitelijke tekorten en van de omvang van hun schuld.

Artikel 4

De voor de toepassing van dit protocol benodigde statistische gegevens worden door de Commissie verstrekt.