Precies 1 jaar geleden overleed mijn vader - Main contents
In de eerste weken van de vorige zomervakantie lagen mijn beide ouders in het ziekenhuis. Een absurde situatie. Mijn moeder lag wekenlang in een Amsterdams ziekenhuis voor een buikoperatie, en mijn vader voor een longontsteking, in weer een ander Amsterdams ziekenhuis. Mijn vader was er slecht aan toe. De jaren daarvoor was hij door ziektes verzwakt geraakt, en een longontsteking is dan gevaarlijk. Ze worden cynisch 'the old men's friend' genoemd, omdat ze dodelijk kunnen zijn bij verzwakte, vaak oudere mensen. Maar zoals mijn vader wel vaker op wonderbaarlijke wijze opkrabbelde, leek dat weer te gebeuren. De dokters speculeerden al over ontslag uit het ziekenhuis.
Maar opeens sloeg het om. Opnieuw werd hij benauwd. Tijdens een treinrit van Den Haag naar Amsterdam hoorde ik door de telefoon dat de artsen hem aan de mechanische beademing wilden hebben. Hij moest onder narcose worden gebracht en naar Almere getransporteerd, omdat er geen plaats meer was. De artsen zeiden dat het niet zeker was dat hij uit de narcose zou ontwaken. En daar zit je dan, even later op de rand van het bed. Mijn moeder lag nog in een ander ziekenhuis, mijn zus haastte zich om er op tijd te zijn voor de narcose. Dan praat je wat, je zegt dat je van 'm houdt. Ik heb z'n broers, mijn moeder en mijn zus opgebeld om alvast even iets tegen hem te zeggen. Er kon niet langer gewacht worden. Hij kreeg het kapje over zijn mond voor de narcose.
Dagen later kwam hij weer bij. Hij had een dikke slang in zijn keel en had er zichtbaar last van. Maar hij kon ook een brede grijns trekken, alsof hij moest lachen om de situatie: "Wat lig ik hier als een stakker!' Na weer een paar dagen was de slang uit z'n mond en zat hij rechtop op in bed. We namen samen de krant door, en las willekeurige berichtjes voor. "Wie is naast Barack Obama de meest waarschijnlijke presidentskandidaat voor de Democraten?", vroeg ik hem. "Hillary?", probeerde hij. Ook een stuk over een energie-eiland op de Noordzee waar een kunstmatige stuwmeer moet komen. "Dat wordt me wat", zei hij peinzend
Hij mocht weer terug naar Amsterdam. Daar aangekomen ging het weer slecht. Mijn moeder was inmiddels uit haar ziekenhuis ontslagen. In de middag van de 18de juli gingen we samen langs. Hij lag veel te slapen en was weinig aanspreekbaar. Maar toen ik mijn moeder met de rolstoel de kamer binnenreed, veerde hij op. "Laura, wat zie je er goed uit!" Ze spraken wat, en bij het weggaan wreef mijn moeder over zijn hand en wenste hem sterkte. Hij knikte.
's Avonds kwam ik opnieuw langs en praatte wat. "Hij is stabiel. Als er reden is om te komen, bellen we u meteen..", zei de avondzuster. Ik fluisterde dat we elkaar de volgende dag weer zouden zien. Hij mompelde 'ja' en knikte. Ik kuste hem op z'n voorhoofd. Bij het verlaten van het ziekenhuis was de grote entreehal uitgestorven. Buiten had de lucht een waas van lila, de zon was bijna onder.
Om half vijf 's ochtends ging mijn mobiele telefoon. Een broeder zei: "Het spijt me u te moeten meedelen.. dat het niet zo goed gaat met uw vader." Ik sprong meteen in de taxi. Tijdens het korte ritje vroeg ik me af wat die broeder nou bedoelde. Het eerste deel van de zin leek aanstalte te maken mij zijn dood te melden, maar het tweede deel zei dat het 'niet goed' met hem ging. Ik hoopte hem nog levend te treffen. We liepen de afdeling op. Aan de deur van mijn vaders kamer hing het bordje 'BELET'. Ik slikte. Dat bordje herkende ik. Dat hang je op de deur van een overledene. Mijn vader was dood. Dat was hij al een uur, hoorde we later. Overleden tijdens het slapen. The 'old men's friend' was gepasseerd.
Floor van der Ham, 69 jaar. Ik mis hem nog elke dag.
Mijn blogs van vorig jaar:
-Vader op intensive care (Aftellen en bijplussen; de laatste werkdag)