Handen af van parlement - Main contents
Een meerderheid van de toekomstige Tweede Kamer is naar verwachting voor een districtenstelsel. Toch zal ook de afgevaardigde namens Amsterdam de Haagse politiek niet dichter bij de Amsterdammers brengen, denkt Ronald van Raak.
Door Ronald van Raak
'Die pronkkamer van Nederlandse middelmatigheden, dat muzeum van misdadige nietigheid', zo typeerde Multatuli in 1862 de Tweede Kamer. Kamerleden werden destijds rechtstreeks gekozen via districten, totdat met het algemeen kiesrecht in 1917 de evenredige vertegenwoordiging werd ingevoerd. Na D66 en CDA verklaarde ook de PvdA zich vorige week voorstander van een (gemengd) districtenstelsel. Een deel van de Kamer moet in de toekomst rechtstreeks, een deel per district gekozen worden. Op deze wijze hopen deze partijen het parlementaire debat te verlevendigen en de politiek dichter bij de burgers te brengen. Doordat ook Leefbaar Nederland voorstander is van een districtenstelsel is na de verkiezingen van 15 mei waarschijnlijk een Kamermeerderheid voor dit systeem. Toch zal ook de mogelijke afgevaardigde namens Amsterdam de Haagse politiek niet dichter bij de Amsterdammers brengen.
Het is weinig zinvol om het Kamerwerk te willen vernieuwen door verandering van het kiessysteem. Voor meer en beter politiek debat is toch vooral de durf en kwaliteit van politici van belang en minder de wijze waarop zij worden gekozen. Bovendien verzekert juist de evenredige vertegenwoordiging een kleurrijk parlement, waarin veel mensen hun stem terughoren. Dit was ook een reden waarom dit systeem in 1917 op de schop werd genomen: in de verschillende districten werden partijen destijds gedwongen nauw samen te werken. Om een meerderheid in een district te verwerven stelden partijen vaak kleurloze kandidaten, waaraan niemand aanstoot kon nemen. Of steunden zij al even kleurloze kandidaten van andere partijen, om de keuze van uitgesproken tegenstanders te voorkomen.
Bij invoering van bijvoorbeeld een district Amsterdam gaan veel stemmen verloren. Zeker bij een duidelijke meerderheid zal de animo om te gaan stemmen afnemen en de opkomst nog verder dalen. Minder partijen zullen in de Kamer vertegenwoordigd zijn (of met veel minder leden), waardoor minder kiezers hun stem in het parlement terughoren. Ook dit zal de betrokkenheid met de Haagse politiek doen afnemen. Een minder pluriforme Kamer leidt tot minder oppositie, of in ieder geval tot een minder kleurrijke oppositie, waardoor het debat verder vervlakt. Bovendien wordt in een districtenstelsel, meer nog dan nu, de persoon van de politicus belangrijker dan zijn boodschap. En worden politici steeds meer belangenbehartigers voor hun regio.
Voor lokale en regionale problemen hebben we de gemeenteraad en de Provinciale Staten. Kamerleden hebben een andere taak: zij moeten de belangen van verschillende groepen en regio's afwegen. Voorkomen moet worden dat de afgevaardigde uit Amsterdam zijn of haar herverkiezing moet veiligstellen door, zoals de 'back-benchers' in het Britse Lagerhuis, zo nu en dan plichtmatig iets te roepen in het belang van het thuisdistrict. Districten zullen niet voorkomen dat het parlement ook in de toekomst een pronkkamer is van Nederlandse middelmatigheden. Dat kan niet worden bereikt door een ander kiesstelsel, maar alleen door andere politici. Amsterdamse leden van de Tweede Kamer moeten zich bezighouden met alle burgers van Nederland. Amsterdammers moeten aankloppen bij de Amsterdamse gemeenteraad.
Dr Ronald van Raak is historicus en filosoof aan de Universiteit van Amsterdam en kandidaat-raadslid voor de SP.
Dit artikel verscheen op 27 december 2001 in Het Parool