Wat is de ideologie van Wouter Bos? - Main contents
Het is een goede gewoonte dat lijsttrekkers in aanloop naar verkiezingen inzicht geven in hun politieke uitgangspunten. SP-leider Jan Marijnissen begon hier in 1996 mee, met het boek Tegenstemmen. Bij de daaropvolgende verkiezingen verschenen Effe dimmen (1998), Schrale rijkdom (2002) en Nieuw optimisme (2003). Ook de uitgangspunten van lijstrekker André Rouvoet van de ChristenUnie zijn in Politiek met een hart (2000) na te lezen. In mei 2002 verscheen Pim Fortuyns De puinhopen van acht jaar Paars, kort daarop gevolgd door Jan Peter Balkenendes Anders en Beter.
Door Ronald van Raak
Een boek van Bos, de grote winnaar van de afgelopen verkiezingen, ontbreekt nog. Mede daarom is het onduidelijk wat precies de inzet is van de sociaal-democraten in de formatie. Kan vrede worden afgedwongen door oorlog, of door diplomatie? Moet Nederland concurreren op lage loonkosten, of op een hoog kennisniveau? Wordt de samenleving veiliger door bestrijding van misdaad, of door bestrijding van armoede? Nadat Wim Kok de partij eind 1995 de ideologische veren afschudde is het stil geworden aan het PvdA-beginselenfront, zo liet Bart Tromp onlangs nog zien in Het sociaal-democratisch programma. Met het oog op de mogelijke regeringsdeelname van de PvdA is het belangrijk dat Bos opnieuw duidelijk maakt op basis van welke uitgangspunten de partij politiek wil bedrijven.
Het verschijnsel van de schrijvende politici valt samen met een meer algemene groei van de politieke betrokkenheid van burgers. In april 2002 uitten Gerrit Voerman en Paul Lucardie in Het democratisch tekort, uitgegeven door de Teldersstichting, nog hun zorg over de politieke betrokkenheid van burgers: een dalende opkomst bij verkiezingen en een slinkende ledenaanhang van partijen zouden zelfs duiden op een crisis. Twee verkiezingen later is dit beeld volledig gekanteld: ruim 80 procent van de kiezers heeft bij de laatste verkiezingen zijn of haar stem uitgebracht en de ledenadministraties van de politieke partijen maken overuren. Vooral een uitgesproken partij als de SP, die met ruim 40.000 leden op weg is de derde partij van het land te worden, profiteert van deze hernieuwde belangstelling.
Mensen blijken wel degelijk geïnteresseerd in politiek, op voorwaarde dat er iets te kiezen valt. De ideologische herbewapening vergroot de legitimiteit van de politieke partijen, die zich duidelijker van elkaar onderscheiden. Zij bevordert ook de integriteit van politici: door duidelijke uitgangspunten krijgen kiezers inzicht in hoe politici nieuwe problemen zullen aanpakken - partijprogramma's zijn soms op de dag van de verkiezingen al achterhaald. Bovendien is het dan eenvoudiger om bestuurders af te rekenen op hun beloften.
De ideologische armoede van de PvdA is het gevolg van een zeer beperkte opvatting van parlementaire democratie. Democratie gaat over meer dan het praktische bestuur van het land, hoe we de problemen van nu oplossen. Van politici mag worden verwacht dat zij kiezers een visie voorhouden, over hoe Nederland er in de toekomst uit moet zien. Het is aan de leiders van partijen om in deze ideologische behoefte te voorzien, zoals ook Balkenende deed.
Gedurende de Paarse oppositiejaren van het CDA was Balkenende een belangrijke initiator van de ideologische vernieuwing binnen de christen-democratie. In Anders en beter krijgen belegen christelijke begrippen als 'soevereiniteit in eigen kring' een modern jasje. Balkenende noemt dit nu het 'primaat van de samenleving', waarbij de overheid moet vertrouwen op het probleemoplossend vermogen van maatschappelijke organisaties, zoals kerken, woningcorporaties, scholen en zorginstellingen. Om aan deze vrijheid en verantwoordelijkheid opnieuw ruimte te geven moet de greep van de overheid op de samenleving, door subsidiëring en regels, verminderen.
Met de eigen woorden van lijsttrekker Balkenende in de hand kan minister-president Balkenende worden afgerekend op zijn politieke keuzes. Hem kan worden gevraagd hoe het primaat van maatschappelijke organisaties is te rijmen met het verbod voor kerken om uitgezette vluchtelingen op te vangen? Of hoe het beroep op het probleemoplossend vermogen van organisaties samengaat met bezuinigingen op buurtagenten, schoolconciërges en verpleegsters?
Hoewel ook de Bos Brainbox, het informele campagneteam van Wouter Bos, in aanloop naar de laatste verkiezingen aandrong op publicatie van zijn uitgangspunten, is een boek van Bos tot op heden uitgebleven. Onduidelijk is of de PvdA gaat breken met de neoliberale politiek en kiest voor meer overheidsregie in het publieke domein, zoals Frans Becker, Paul Kalma en Ed van Thijn voorafgaand aan de verkiezingen wilden in NRC Handelsblad. Of dat de PvdA - evenals het CDA - vertrouwt op het 'zelforganiserend vermogen van de samenleving', zoals Bos Brainboxer Edith Mastenbroek na de verkiezingen voorstelde in Socialisme & Democratie.
Bos zal duidelijkheid moeten verschaffen, door snel werk te maken van de ideologische vernieuwing van zijn partij. Alleen dan kan de winnaar van 22 januari ontkomen aan het historische oordeel dat de door hem gepropageerde verandering van de PvdA voornamelijk een cosmetische operatie was.
Ronald van Raak is historicus aan de Universiteit van Amsterdam en medewerker van het Wetenschappelijk Bureau van de SP.
Dit artikel verscheen op 10 maart 2003 in de Volkskrant