Een gekozen burgemeester is half werk - Main contents
De voorstellen van minister De Graaf over een gekozen burgemeester zijn slecht doordacht. Ronald van Raak vreest politieke verlamming en pleit voor handhaving van een echte vertegenwoordigende democratie.
door Ronald van Raak, Eerste-Kamerlid voor de SP
De kiezers krijgen een burgemeester die ze nooit hebben gekozen. Tijdens de laatste verkiezingen was D66 de enige partij die zich uitsprak voor een direct gekozen burgemeester. Tijdens de kabinetsformatie bleken Balkenende en Zalm snel bereid dit staatsrechtelijke novum als politiek wisselgeld voor recordbezuinigingen te accepteren. Ook PvdA-leider Wouter Bos neemt plotseling afstand van zijn verkiezingsbeloften. Waarom is juist in dit onderwerp ineens zoveel vaart gekomen in de anders zo stroperige Haagse politiek?
Niet omdat de voorstellen goed zijn. De direct gekozen burgemeester is een verbetering in vergelijking met de benoemde burgemeester, maar de voorstellen van De Graaf zijn slecht doordacht. Tijdens de nieuwe burgemeestersverkiezingen zal een kandidaat zichzelf moeten profileren tegenover andere kandidaten. We mogen hopen dat dit niet leidt tot ‘Amerikaanse toestanden’, waarbij vooral de hoeveelheid geld van een lokale bouwer of kroegbaas doorslaggevend is. Het grootste probleem is echter het verkiezingsprogramma van zo’n burgemeester, dat haaks kan staan op de wensen van de gemeenteraad. Onduidelijk is wie in dat geval de baas wordt in de gemeente.
De Graaf gaat dit probleem uit de weg. Hij stelt dat de dwang tot samenwerking tussen burgemeester en gemeenteraad er toe zal leiden dat conflicten ‘vanzelf’ worden opgelost. De minister blijkt een naïef idee te hebben van het lokaal bestuur: problemen verdwijnen hier zelden vanzelf. Bovendien is het staatsrecht juist bedoeld om uitsluitsel te geven in dergelijke bestuurlijke conflicten.
Ook over de macht van de nieuwe burgemeesters is in de voorstellen van De Graaf nog veel onduidelijk. Nederlandse burgemeesters hebben nu een beperkte taak, meestal openbare orde en veiligheid. En zelfs voor dit beleid zal de burgemeester veelal instemming nodig hebben van de gemeenteraad. En dat is goed, want de raad vertegenwoordigt de lokale politieke meningen en voorkeuren.
Dit betekent ook dat de nieuwe burgemeester nu geen zinvol verkiezingsprogramma aan de bevolking kan voorleggen. Het alternatief is dat de direct gekozen burgemeester meer macht opeist. Als de burgemeester zijn of haar beloften wél nakomt zal deze de confrontatie moeten aangaan met de gemeenteraad. En deze eveneens direct gekozen volksvertegenwoordiging heeft dan weinig mogelijkheden om zich van een dwarsliggende burgemeester te ontdoen: beiden hebben immers de steun van de kiezers. Het zijn alleen zij die de nieuwe burgemeester na vier jaar weer kunnen wegstemmen.
Het gevaar is dat het lokale bestuur wordt lamgelegd, doordat voorstellen van de burgemeester geen meerderheid halen in de gemeenteraad, en andersom voorstellen van de raad door de burgemeester niet worden uitgevoerd. Vertrouwen op een goede afloop, zoals minister De Graaf doet, lijkt me in zo’n geval geen goed idee.
Waarom volgen de grote partijen dan toch zo snel het voorbeeld van D66 - overigens de grote verliezer van de laatste verkiezingen? Dit lijkt - naast het politieke wisselgeld - vooral voort te komen uit angst voor de kiezer. Balkenende, Bos en Zalm zijn bang om zich te branden aan de positie van de burgemeester, een staatsrechtelijk onderwerp dat voor veel burgers abstract en ingewikkeld is. In plaats van hun verkiezingsprogramma te verdedigen, sluiten zij zich aan bij de wellicht populaire, maar ook slechte doordachte ideeën van De Graaf.
Achter deze opstelling schuilt een verkeerd idee van politieke vernieuwing. Een van de redenen voor de direct gekozen burgemeester is om het lokale bestuur meer zichtbaar te maken voor de burgers. Formele staatsrechtelijke veranderingen zullen daartoe echter niet volstaan. Veel belangrijker is dat in de lokale politiek openlijk debat wordt gevoerd, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de politieke partijen. Met de direct gekozen burgemeester krijgen we een sterke lokale president, maar verliezen we een sterke lokale volksvertegenwoordiging.
Niet staatsrechtelijke hervorming, maar meer politiek debat zal de politiek dichter bij de burgers brengen. Daarvoor is het belangrijk om vast te blijven houden aan een echte vertegenwoordigingsdemocratie. Dit betekent gelukkig niet dat we de huidige benoemde burgemeester moeten handhaven. Om de positie van de gemeenteraden te versterken zou het beter zijn om de burgemeester, net als nu de wethouders, door de gemeenteraad te laten kiezen - een voorstel dat waarschijnlijk mag rekenen op een grote meerderheid in de Tweede Kamer. De leiders van de grote politieke partijen zouden het goede voorbeeld kunnen geven van verlevendiging van het politieke debat door nu in alle openheid hun verkiezingsbeloften te verdedigen.
(Dit artikel verscheen in de Volkskrant, 10 oktober 2003)