Eigen bijdragen gezondheidszorg bevorderen consumentisme - Main contents
In 1983 werd de 'medicijnknaak' ingevoerd. Per aflevering moest voor medicijnen een rijksdaalder worden bijbetaald, tot een maximum van 125 gulden per jaar. De maatregel leidde echter niet tot bezuinigingen, wél tot allerlei ongewenste bij-effecten: administratieve rompslomp, patiënten die om onverantwoord grote hoeveelheden medicijnen vroegen en de nodige frustraties bij artsen, apothekers en patiënten. Met name chronische patiënten met een groot medicijngebruik werden de dupe. Na verloop van tijd werd de maatregel geschrapt.
door Jan Marijnissen, voorzitter Tweede-Kamerfractie SP en Henk van Gerven, huisarts verbonden aan de SP-Gezondheidsdienst
In 1988 kregen we het 'specialistengeeltje'. Een poliklinische verwijzing naar de specialist kostte de patiënt 25 gulden, tot een maximum van 75 gulden per jaar. Evenmin als de medicijnknaak leidde het specialistengeeltje tot minder verwijzingen en evenals de medicijnmaatregel dupeerde deze maatregel het minder koopkrachtige en minder gezonde deel van Nederland. En ook deze maatregel werd bij gebrek aan resultaat geschrapt.
Al tientallen jaren strijden de opvattingen over wel of geen eigen bijdragen om de voorrang. Tegenover de 'liberale' opvatting die de nadruk legt op eigen verantwoordelijkheid en afremmen van de kosten, staat de 'sociale' opvatting die wijst op allerlei nadelige effecten van eigen bijdragen. Tot in de jaren tachtig was alleen de VVD een uitgesproken voorstander van de 'liberale' opvatting en daarmee vóór de invoering van eigen bijdragen. Nu zien we echter dat alle grote politieke partijen overhellen naar de liberale opvatting en dus kiezen voor eigen bijdragen in de gezondheidszorg.
Dat wordt mede ingegeven door het klemmende regeerakkoord. Daarin heeft de coalitie bepaald dat de uitgaven voor de zorg jaarlijks met slechts 1,3 procent mogen stijgen, één procent lager dan de gemiddelde stijging van de afgelopen jaren die 2,3 procent bedroeg. Dit beleid leidt tot enorme tekorten. Eerder concludeerde professor Van der Zwan in het rapport 'Gezondheidszorg in tel' dat alleen al in de ziekenhuissector door het regeerakkoord een jaarlijks 'zorggat' gaapt van 400 miljoen gulden. Het Sociaal en Cultureel Planbureau bevestigt dit in het rapport 'Sociale en culturele verkenningen'. Het SCP noemt de vanwege het regeerakkoord doorgevoerde bezuinigingen 'niet verantwoord' en zegt dat er niet-gewenste effecten kunnen optreden zoals ziekenhuizen die patiënten de deur wijzen.Omdat nog meer bezuinigingen op de gezondheidszorgvoorzieningen op steeds grotere weerstand zullen stuiten, heeft 'paars' er nu voor gekozen te vluchten in eigen bijdragen om de regeerakkoorddoelstelling te halen.
Maar wat levert zo'n maatregel op? Bij herhaling heeft minister Borst gezegd voorstander te zijn van doelmatige zorg. In dit licht bezien is er voor eigen bijdragen alleen plaats als ze onnodig gebruik afremmen. Daarvan is echter geen sprake. In België kennen we een woud van 'remgelden' zoals ze dat daar zo duidelijk noemen, ook voor de huisarts. Het remgeld voor visites verviervoudigde de afgelopen twintig jaar tot ruim twaalf gulden - maar dat had géén invloed op het aantal afgelegde huisbezoeken. Bepalend hiervoor waren factoren als de werkwijze van de huisarts, de praktijkgrootte en huisartsendichtheid en de leeftijd van patiënten.
Bovendien toont het bekende Amerikaanse Randexperiment aan dat patiënten zowel van nuttige als van onnodige zorg afzien door de eigen bijdragen. Voor patiënten is het nu eenmaal buitengewoon moeilijk de waarde van aangeboden zorg op de juiste waarde te schatten.Voor de lagere inkomens en ouderen, waar ziekte en ongezondheid zich ophopen, kunnen eigen bijdragen in toenemende mate een belemmering vormen om adequate zorg te krijgen en zo de gezondheid nadelig beïnvloeden. Diegenen die de zorg het meeste nodig hebben, dreigen hiervan verstoken te blijven.
De regering hoopt dat het aantal bezoeken aan de huisarts door de eigen bijdragen zal dalen. Zij hoopt tevens dat daardoor het aantal verwijzingen naar de specialistische zorg zal afnemen. Het is een opvatting die vraagtekens oproept. Mensen doen steeds meer een beroep op huisartsen en specialisten, dat is waar. Maar is dit verkeerd? En hoe komt dat? Mensen worden steeds ouder, hechten meer dan vroeger aan hun gezondheid en door medisch technische ontwikkelingen zijn er meer mogelijkheden. Daarnaast zijn er allerlei maatschappelijke ontwikkelingen die de medische consumptie opstuwen zoals het wegvallen van allerlei zekerheden en de flexibilisering en intensivering van de arbeid. Men kan proberen deze maatschappelijke ontwikkeling tot hogere medische consumptie te keren door eigen bijdragen. Het zal echter leiden tot vergroting van de spanningen in de spreekkamers. Men kan de vraag ontkennen. Beter is echter er op een verstandige manier mee om te gaan door adequate zorg te leveren én de oorzaken te bestrijden.
Een ander belangrijk aspect bij eigen bijdragen - dat leren de ervaringen met het specialistengeeltje en de medicijnknaak - is het veranderend gedrag van patiënten. Van patiënt worden ze meer tot consument of klant: 'Ik moet bijbetalen en daarom wil ik waar voor mijn geld'. Dat betekent in de praktijk nogal eens: meer onderzoek, sneller behandelen, meer medicijnen, eerder doorverwijzen dan medisch gezien noodzakelijk. Het bevorderen van dit consumentisme door de eigen bijdragen schaadt de arts-patiëntrelatie en heeft een negatieve invloed op het geneeskundig handelen van artsen en andere hulpverleners.