Een Amerikaanse uitdaging

Source: F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, published on Monday, February 2 2009.

Nederland besteedt dit jaar samen met de stad en de staat New York veel aandacht aan de vierhonderd jaar wederzijdse verbondenheid. Het begon allemaal met de reis van VOC-kapitein Henry Hudson in 1609. Ik zal er in de loop van het jaar met enige regelmaat op terug komen, niet alleen omdat het programma daar regelmatig aanleiding toe zal geven, maar ook omdat er zoveel te zeggen valt over de overeenkomsten en verschillen in de (wordings)geschiedenis van Nederland en de VS. Zaken die van rechtstreeks belang zijn voor ons land, nu en in de toekomst.

Nu wilde ik bij iets anders stilstaan. De lancering van dit NY400-jaar bracht mij vorige week in New York. In alle gesprekken, of het nu met burgemeester Bloomberg was, gouverneur Paterson, burgemeester Jennings van Albany of leden van het Congres in Washington, merk ik dat er echt iets is veranderd in de afgelopen maanden. Het zal ongetwijfeld te maken hebben met de verkiezingen en de grote overwinning van President Obama. Maar het blijft toch een grote verrassing: de enorm toegenomen belangstelling voor de buitenwereld en dan met name Europa. Zeker, het heeft ook te maken met de zeer, zeer grote economische en financiële problemen, maar er speelt meer. Niet alleen mensen uit de politiek, maar ook uit de wetenschap, de kunst, de journalistiek, hunkeren naar een andere verhouding met de buitenwereld. Amerikanen zijn de rol van kwaaie pier beu. Zij willen af van ‘wie niet voor ons is, is tegen ons’. Zij willen, en daarbij halen ze steevast de beeldspraak van Obama aan, niet langer met een vuist, maar met een uitgestoken hand naar de rest van de wereld staan. Dit gevoel is zo sterk en zo alom vertegenwoordigd, dat het niet kan worden afgedaan als een tijdelijke gril.

Voor Europa en Nederland is dit een echte uitdaging. Een situatie met kansen, maar ook risico’s. Eerst en vooral is het natuurlijk geweldig dat zich nu een grotere kans voordoet om ook echt gezamenlijk de problemen aan te pakken, die geen van ons alleen aankan. Of het nu gaat om de economie, het klimaat, het energievraagstuk of de grote veiligheidspolitieke vraagstukken: noch de VS, noch Europa kan hier alleen het verschil maken. Maar samen kunnen wij wel de loop der dingen beslissend beïnvloeden. Samen een uitgestoken hand naar de rest van de wereld richten, zoals wij dat in het verleden ook deden, is de beste kans die de wereld heeft om ook snel uit de crisis te geraken en snel de gigantische dreiging van de klimaatcrisis aan te pakken.

Dit is allemaal niet zonder risico’s. In de eerste plaats grijpt de economische crisis nu zo snel om zich heen, dat de verleiding van protectionisme steeds groter wordt. Als die verleiding niet wordt weerstaan, wachten ons nog zeer zware tijden. De crisis in de jaren dertig van de vorige eeuw begon ook op de financiële markten, maar werd pas echt een ramp toen de internationale handel bijna tot stilstand kwam door een onstopbare escalatie van protectionisme. Dit mag niet nog eens gebeuren. Wat ons verder parten kan gaan spelen zijn de verschillen in de aard van de crisis. Voor met name de VS en het Verenigd Koninkrijk zal de aanpak van de crisis gepaard moeten gaan met verregaande structurele aanpassingen. Dat is voor de meeste landen in continentaal Europa niet nodig. Hoewel daar meestal ook structurele hervormingen nodig zullen zijn om het sociaal-economische systeem duurzaam te maken (in alle betekenissen van het woord), zijn deze hervormingen niet rechtstreeks gelieerd aan de huidige crisis. Dat is in de VS en het VK anders, dus daar zal men geneigd zijn te streven naar zeer verregaande aanpassingen, die niet noodzakelijk ook in het belang zijn van de andere Europese landen. Dit kan een bron van spanning worden.

En dan is er natuurlijk ook nog altijd de veiligheidspolitieke agenda. Het is hartverwarmend van een Amerikaanse president te horen dat zijn topprioriteit is het herstellen van de morele autoriteit van de VS. Dat raakt ons allemaal rechtstreeks, want het is een illusie te denken dat Europa zich in de buitenwereld kan loszingen van het beeld dat van de VS bestaat. Voor de buitenwereld zijn wij allemaal het Westen en is er ten hoogste sprake van nuanceverschillen. Dus een terugkeer van de Amerikanen naar het duidelijk verbinden van hun geopolitieke handelen aan hun kernwaarden dient het belang van de hele wereld, van Europa in het bijzonder. Maar het schept ook verplichtingen. Immers, wij kunnen dan niet meer onze handen in onschuld wassen als er in het belang van ons allemaal internationaal moet worden opgetreden. Voor Nederland zie ik hier niet direct een probleem, aangezien wij op dit vlak niet zijn weggelopen voor onze verantwoordelijkheid. Maar voor die Europese landen die zich comfortabel tegen Bush hebben afgezet in de afgelopen zes jaar, breekt nu wel een moment van de waarheid aan. Nemen zij de uitgestoken hand van Obama aan en zijn zij bereid een grotere verantwoordelijkheid te dragen? Veel zal afhangen van het antwoord op deze vraag.