Maastricht

Source: F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, published on Monday, March 26 2007.

Het is niet de meest vrolijke film waar het festival in Maastricht zondag mee wordt geopend. Een rolprent van Milos Forman over de Spaanse inquisitie ten tijde van de Franse revolutie en de Napoleontische oorlogen, gezien vanuit het perspectief van de grote schilder Francisco Goya. Een fanatieke priester blaast de inquisitie nieuw leven in door het martelen weer in ere te herstellen met catastrofale gevolgen voor een jong meisje uit een rijke handelsfamilie.

Samen met burgemeester Gerd Leers mocht ik in Maastricht het aan ‘de rafelranden van Europa’ gewijde festival openen. Na afloop waren Leers en ik het erover eens: Forman is erin geslaagd zaken met eeuwigheidswaarde aan de orde te stellen. Zaken die, zelfs in het vreedzame en beschaafde Europa van nu, nog steeds aan de orde zijn. Vandaag juicht het volk voor de Koning, morgen voor diens vijanden als zij aan de macht komen en overmorgen weer voor de zoon van de Koning als hij de troon herovert. Zo wispelturig kunnen wij zijn. Maar tegelijkertijd moeten wij niets hebben van buitenlandse overheersers, ook al beweren deze vrijheid, gelijkheid en broederschap te komen brengen. Fanatici komen ook altijd aan hun trekken: de priester die eerst hartstochtelijk zijn best doet ketters op de brandstapel te doen belanden wordt even later de even hartstochtelijke bestrijder van de zwartrokken, in naam van de Verlichting en Napoleon. Voor zeloten is de ideologie steeds ondergeschikt aan het fanatisme. Ook dat is van alle tijden.

De gemeente Maastricht besteedt dit jaar heel veel aandacht aan ’50 jaar Europese Verdragen’ en zelfs het Preuvenemint wordt in stelling gebracht om in de meest Europese stad van Nederland stil te staan bij de betekenis van Europese samenwerking en vooral ook bij de diversiteit van de Europese culturen. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien wat op ‘een feestje om het feestje’: als er iets te vieren valt, staan wij Limburgers toch al snel vooraan, zo is onze reputatie. Maar hier is veel meer aan de hand.

In de talloze publicaties over Europa naar aanleiding van ’50 jaar Europese Verdragen’ komen Europeanen uit alle windstreken aan het woord. Twee zaken klinken steeds duidelijk door. In de eerste plaats dat Europese samenwerking niet meer is weg te denken en in de toekomst zeker niet aan belang zal inboeten. In de tweede plaats dat Europeanen de anonieme Europese bureaucratie wantrouwen en dat zij niets voelen voor Europa als grote grijsmaker: als een wasmachine waar de bonte verscheidenheid van Europese landen en culturen in wordt gepropt om er op hoge temperatuur tot één grijze massa in te worden verwassen. “Europa oké, als het maar niet ten koste gaat van onze eigenheid”, is een sterk gevoel dat wordt gedeeld van Riga tot Nicosia, van Dublin tot Sofia. Alleen door te laten zien dat onze cultuur niet door Europa wordt weggepoetst, maar juist door de voortdurende aanraking met andere culturen wordt versterkt, kunnen wij deze angst overwinnen. En dat doen we niet vanuit Brussel, dat doen we in Maastricht, in Groningen, in Middelburg en in Alkmaar en al die andere kleinere en grotere Europese steden waar je tegenwoordig net zo makkelijk een cappuccino bestelt als in Rome.