Downing Street 10

Source: F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, published on Thursday, April 19 2007.

19 april 2007

Met een klein propellervliegtuig steken wij de Noordzee over om op London City Airport te landen. Dit vliegveld ligt in de Londense docks en beroept zich erop dat je vanaf daar sneller in de stad kunt zijn dan als je op Heathrow landt. Meestal leidt dat voor de reiziger tot een teleurstelling, want door het drukke verkeer stadinwaarts, ben je vanaf Heathrow sneller. Niet echter, als je zoals de Nederlandse premier een politie escorte meekrijgt. Door die escorte rijden we niet erg snel, maar we rijden wel dóór. Wat de Britten ons niet verteld hebben is dat wij te vroeg zijn voor ons bezoek aan Downing Street. In plaats van ons nog even te laten wachten op het vliegveld, besluiten zij ons een hele omweg door de City te laten maken. Mij bekruipt een licht gevoel van gêne omdat wij mensen zo onnodig lastig vallen met onze stoet, maar ik kan er niets aan doen, wij zijn in handen van onze Britse gastheren. Overigens wel leuk natuurlijk dat ons een blik op de Londense binnenstad, badend in het zonlicht, wordt geboden. Thuis moet ik al steeds uitleggen dat ik wekelijks de mooiste Europese steden aandoe, maar dat ik geen mooie verhalen of foto’s - laat staan souvenirs voor de kinderen - meebreng, omdat ik zelden meer zie dan vergaderzalen en hotelkamers.

Als wij Downing Street inrijden, staat de deur op ‘number 10’ al open. In de deuropening ontvangt Tony Blair Jan Peter Balkenende allerhartelijkst. Je merkt meteen dat een aantal jaren samen in de Europese Raad een band schept: de heren kennen elkaar goed en weten precies wat zij aan elkaar hebben. Wij lopen door de gang naar de achterzijde van het pand en nemen de trap naar de eerste verdieping. Wie de trap oploopt, krijgt een korte les Britse politieke geschiedenis, want er hangen portretten van alle Britse premiers uit de afgelopen ongeveer honderd jaar. Wie weleens een film heeft gezien die zich afpeelt op ‘number 10’ (Love Actually, bijvoorbeeld…), weet wat ik bedoel. Wij moeten even wachten eer wij voor de werklunch aan tafel kunnen. Dat geeft mij de kans de schilderijen in de eetkamer eens goed in mij op te nemen. Boven de schouw hangt een werkelijk prachtig portret van Koningin Elisabeth I. Het gerucht dat zij het bepaald niet van haar schoonheid moest hebben, blijkt zeker niet overdreven te zijn geweest. Daar staat tegenover dat rechts van dit vrij kleine portret een groot schilderij hangt van Sarah Churchill, de eerste hertogin van Marlborough, wier schoonheid, in vol ornaat uitgestrekt op een bank, de bezoeker niet kan ontgaan. Een pittige tante, die Lady Churchill. Beroemd om haar ruzies met zo’n beetje iedereen die ook maar iets voorstelde in het Engeland van eind zeventiende eeuw. Onaantastbaar ook, vanwege haar innige vriendschap met Queen Anne. Een vriendschap die, zo wordt beweerd, het platonische ver oversteeg. Zou het een keuze van Thatcher zijn geweest om deze twee zo verschillende vrouwen met wel beiden haar op de tanden naast elkaar te hangen? Hoe dan ook, dat degene die de schilderijen in de eetzaal heeft uitgekozen niet wars is van humor en ironie, blijkt even later als ik een klein zestiende-eeuws portret van een mooie vrouw bestudeer, dat tegenover het portret van Elisabeth hangt. De rozenkrans om haar nek en het wapen van Schotland in de linker bovenhoek verraden dat zij Mary Queen of Scots is. In de eetkamer van ‘number 10’ kijken zij en de vrouw die haar liet onthoofden elkaar voortdurend recht in de ogen. Historisch besef en een ironische inslag gaan in Engeland hand in hand, zo blijkt maar weer.

En de besprekingen met Blair? Die verliepen prima, onder de vorsende blik van deze dames. Blair maakte een ontspannen indruk en pikte feilloos de politieke essentie uit de verdragsdiscussie Met Nederland is het Verenigd Koninkrijk van mening dat een nieuw verdrag echt nodig is. Ook over de vorm waarin dat gegoten moet worden zijn we het snel eens: een nieuw verdrag moet zich duidelijk onderscheiden van het grondwettelijk verdrag dat in 2005 is afgewezen door de Nederlandse bevolking. Blair sloot zich herhaaldelijk aan bij onze visie. Bovendien streelde hij mijn ijdelheid door daarbij te citeren uit de brief die we eerder al naar de Tweede Kamer hadden gestuurd en die de Britten hadden laten vertalen. Blair benadrukte dat wij alleen een kans hebben hier uit te komen als wij er in slagen ook snel tot resultaten te komen. Het liefst ziet hij dat een nieuw verdrag van kracht is vóór de Europese verkiezingen van 2009. Om dat te kunnen halen moet de Europese Raad van juni niet alleen het tijdpad vastleggen, maar ook precies aangeven welke onderwerpen zullen worden besproken. Ik kan het daar alleen maar mee eens zijn. Daarom is het goed dat we in Europa nu keihard samen met partners aan de slag zijn om op die Europese Raad ook de Nederlandse wensen bij de onderwerpen opgenomen te krijgen.