Jeltsin op een tank - Main contents
Gisteren is Boris Jeltsin overleden. Televisiekijkers over de hele wereld herinneren hem als de man die op een tank klom en daarmee de staatsgreep van 19 augustus 1991 de nek omdraaide. Ik stond bij die tank in Moskou. Ter herinnering aan zijn dood mijn beleving van die historische gebeurtenis.
Het was een staatsgreep op z’n Russisch. Gorbatsjov werd door zijn secondanten opzij gezet in een poging de ontmanteling van de Sovjetunie en de vrijmaking van markt en samenleving te voorkomen. Het was niet bedoeld als staatsgreep, maar meer als leiderschapswissel in aloude sovjettraditie. Gorbatsjov werd door de mensen om hem heen vastgehouden op zijn vakantie adres in een poging een geruisloze paleiscoup te laten slagen. Net zoals Beria in juni 1953 door een aantal hoge militairen werd verwijderd en Chroesjtsjov in 1954 door het Centraal Comité op permanente vakantie werd gestuurd.
Maar deze keer ging het mis. De belangrijkste reden was dat één man, Boris Jeltsin, zich niet bij die paleiscoup wenste neer te leggen. En in zijn kielzog bevonden zich talloze Moskovieten en andere Russen die evenmin terug wilden naar de donkerste dagen van de Sovjetera en die bereid waren daarvoor de straat op te gaan. De combinatie van een standvastige Jeltsin en een dreigende volksopstand was genoeg om de junta onder leiding van slappeling en drinkebroer Janajev bibberend op de knieën te krijgen. De coup van 19 augustus 1991 was niet bedoeld als staatsgreep en werd alleen zo gezien omdat Jeltsin dat wilde. De echte ‘staatsgreep’ vond ook pas op 21 augustus plaats. Want toen kwam Gorbatsjov terug uit ballingsschap en werd hij door Jeltsin aan de kant gezet. En Jeltsin verwijderde niet alleen de president, hij verwijderde de hele bovenste bestuurslaag door een einde te maken aan de Sovjetunie, in samenspraak met de meeste leiders van de deelrepublieken. Zo maakte de staatsgreep indirect een einde aan de Sovjetunie. Een einde dat misschien anders ook wel was gekomen, maar dat nu in een stroomversnelling raakte.
In die tijd werkte ik op de Nederlandse ambassade in Moskou. De maanden voorafgaande aan de coup zagen wij Gorbatsjov steeds verder afraken van zijn hervormingskoers en zich steeds meer omringen met communistische hardliners. De Communistische Partij en democratie mengen net zo makkelijk als water en olie, maar de enige die dat niet doorhad was Gorbatsjov, die de partij tot zijn laatste snik is blijven verdedigen. Zelfs vijftien jaar later schrijft hij nog dat het hem bijna was gelukt de communistische partij te hervormen, zodat in de Sovjetunie de ideale mix van socialisme en kapitalisme had kunnen ontstaan. Verblind door zijn ideaal, zag Gorbatsjov niet dat hij moest kiezen tussen de Communistische Partij en de democratie. Dat is hem fataal geworden.
Op de vroege ochtend van 19 augustus 2001 werd ik gebeld door Jaap Ramaker, die de leiding had van de Nederlandse ambassade omdat ambassadeur Vos in Zeeland van zijn vakantie genoot. Jaap had zojuist op de BBC World Service gehoord dat Gorbatsjov op zijn vakantieadres ziek was geworden en de leiding van de Sovjetunie had overgedragen aan een Staatscomité voor de Noodtoestand onder leiding van vice-president Janajev. Omdat het al maanden rommelde in Moskou, voelde Jaap dat we hier wel eens met een coup van doen zouden kunnen hebben en hij vroeg mij zo snel mogelijk naar de ambassade te komen. Om ongeveer kwart over zeven stapte ik in mijn auto en reed over de Leninprospekt naar het centrum, normaalgesproken een drukke verkeersader, maar midden in de vakantie een rustige, brede verkeersweg die mij via het monument van Joeri Gagarin en de Stenen Brug naast het Kremlin naar de ambassade aan de Kalasjnisteeg bracht. Onderweg zag ik een paar mensen op de bus wachten of naar de metro lopen. Er heerste een serene rust: ik zag geen extra agenten op straat, laat staan militairen of tanks.
De eerste stafvergadering op de ambassade had iets komisch. Daar zaten wij dan, zo’n man of zes: wat stond ons te doen? De eerste nerveuze telefoontjes van andere ambassades kwamen binnen, maar niemand had enig idee van wat er aan de hand was. Onze contacten op de ministeries en bij het Centraal Comité van de CPSU lagen nog op één oor, zaten nog op hun datsja of namen gewoon de telefoon niet op. Altijd verstandig in de Sovjetunie: laat je pas weer zien als je weet wat er is gebeurd en - vooral - wie er de baas is. Ook de persbureaus zwegen nog in alle toonaarden, dus op de hele situatie viel geen peil te trekken.
Omdat er naar mijn inschatting maar één iemand was die snel stelling zou betrekken, Boris Jeltsin, besloot ik naar het Witte Huis te gaan, waar toen de regering huisde van de deelrepubliek Rusland, waarvan Jeltsin in juni op democratische wijze tot president was gekozen. Cees Ros, onze adjunct-defensie attaché, sloot zich bij mij aan. In mijn auto reden wij naar het Witte Huis. Er was geen bewaking, dus wij konden helemaal doorrijden naar de voordeur, via een oprit aan de zijkant van het gebouw. Er was niemand te zien. Wij stapten uit en belden keurig aan. Na enige tijd kwam er iemand kijken die vroeg wat wij wilden. “Wij willen graag Boris Nikolajevitsch spreken en van hem horen wat er nu in het land aan de hand is”, was ons brutale antwoord. Na enige aarzelingen en wat telefonische ruggespraak met een verder onbekend gebleven meerdere, liet de portier ons binnen en stuurde ons naar de perszaal.
Het was inmiddels een uur of negen. De zaal was nog leeg. Even later werden wij begroet door Andrej Kozyrev, de net benoemde Russische Minister van Buitenlandse Zaken. Nerveus vertelde hij dat wij ons geen zand in de ogen moesten laten strooien, dat de schoften van het Centraal Comité een paleiscoup hadden gepleegd, maar dat Jeltsin absoluut niet van plan was zich erbij neer te leggen. Kozyrev vroeg ons nog even geduld te hebben, want Jeltsin zou om 10 uur een persconferentie geven waarin hij zijn standpunt bekend zou maken. Verder vertelde Kozyrev ons dat iedereen in het Witte Huis onvoorwaardelijk achter Jeltsin stond en dat zij al druk aan het bellen waren met alle regio’s van Rusland om steun te verwerven. Aan de andere kant van de telefoon troffen zij steeds mensen in verwarring aan, want in het hele land heerste totale rust. Militairen en veiligheidsdiensten bleven gewoon in de kazernes. Niet zonder ironie zei Kozyrev: “Die lui zijn zo stom dat ze nog niet eens een behoorlijke staatsgreep kunnen organiseren. Maar helaas zijn zo ook zo stom dat ze het land in chaos en burgeroorlog kunnen storten.” Kozyrev was doodnerveus, geloofde niet in een goede afloop en vreesde snel te worden opgepakt en afgevoerd naar de Goelag. Vrees en verwarring vochten bij hem om de overhand.
Om stipt 10 uur kwam Jeltsin de perszaal in. Intussen waren wat meer mensen aangeschoven: een paar Koreaanse journalisten, een enkele Oost-Europese diplomaat en wat Russische pers. Jeltsin keek de zaal in vroeg zich in zijn brommende bas af waar iedereen toch was. Hij wilde meteen weer weglopen, maar Kozyrev spoorde hem aan toch maar zijn verklaring voor te lezen. Hij las keurig van een A-4tje dat hij zich weigerde neer te leggen bij de staatsgreep en hij riep iedereen in Rusland op zich bij zijn verzet aan te sluiten. Na lezing van zijn tekst beende Jeltsin weer het podium af: vragen mochten er niet gesteld worden. Om 11 uur zou de volgende persconferentie worden gehouden. Cees Ros besloot terug te gaan naar de ambassade. Dit was nog het pre-mobieltjes tijdperk en vaste telefoons waren niet te vinden, dus alleen door terug te gaan naar de ambassade konden wij verslag doen aan Jaap Ramaker en aan Nederland. Ik besloot te blijven en in de tijd tot de volgende persconferentie zoveel mogelijk mensen van de Russische regering te spreken. Parlementsvoorzitter Chasboelatov had om half elf al een behoorlijk borrel achter de kiezen en vice-president Roetskoi keek glazig en apathisch voor zich uit. Vanuit de hal van het Witte Huis zagen wij toen ook de eerste tanks over de Koetoezovprospekt in de richting van het centrum rollen. Eén tank hield halt voor de trappen van het Witte Huis.
Om 11 uur was de perszaal wel goed gevuld, hetgeen Jeltsin duidelijk plezier deed. Met luidere stem en nog meer aplomb dan een uur eerder las hij zijn A-4tje voor, waarvan wij de tekst inmiddels bijna konden meedreunen. Nu was er wel ruimte voor een aantal vragen, die hij kortaf en strijdbaar beantwoordde. Hierna wisten Jeltsin en zijn entourage niet zo goed wat te doen. Het hoofd van zijn beveiliging stelde voor naar buiten te gaan, wat Jeltsin schouderophalend deed, met ons allemaal in zijn kielzog. Vanaf de trappen zagen wij onder aan de weg een tank staan met in de geschutskoepel een jonge soldaat in khaki gevechtspak. Rond de tank stond een klein groepje mensen - zeker niet meer dan een man of dertig - de soldaat toe te roepen dat hij maar beter weer kon gaan of zich bij Jeltsin kon aansluiten. Ter plekke verzon de veiligheidschef dat het een goed idee zou zijn als Jeltsin die jonge soldaat zo overreden zich bij hem aan te sluiten. Weer niet erg enthousiast stemde Jeltsin daarin toe. Zijn beveiligers hesen hem op de tank en hij knoopte een gesprek aan met de doodsbange soldaat, een jongen van een jaar of achttien. Na een paar woorden gewisseld te hebben, drukten de soldaat en Jeltsin elkaar de hand, waarna Boris Nikolajevitsj aanstalten maakte weer van de tank af te springen.
Ondertussen hadden wij ons allemaal om die tank verzameld, inclusief een aantal toegesnelde cameraploegen en persfotografen. De mensen die er al eerder stonden begonnen naar Jeltsin te roepen: “Boris Nikolajevitsj, zeg ons wat wij moeten doen!” Jeltsin had nog steeds zijn A-4tje bij zich en op advies van zijn veiligheidschef las hij de tekst nog een paar keer voor. De mensen vonden het prachtig, moedigden hem aan en zegden hem hun steun toe. Door de aanwezigheid van de cameraploegen is deze scène een icoon geworden. Maar het gekke is dat ik op dat moment vooral dacht: “Nee hè, niet wéér die verklaring!