Brainport Eindhoven - Main contents
In een aantal reacties op eerdere blogjes werd ernstig in twijfel getrokken of een bedrijf als Philips ook maar iets aan de Europese samenwerking gehad zou hebben. Dit omdat ik een aantal keren had beweerd dat het wél zo was en goed nieuws bij sommigen van mijn trouwste lezers niet in goede aarde valt. Daarom maar eens naar Brainport Eindhoven getogen om mij door de mensen daar te laten bijpraten. Het was een boeiende ervaring. U zult zich misschien herinneren dat het in de jaren tachtig niet zo best ging met de industrie in en om Eindhoven. Timmer moest met Centurion hard ingrijpen bij Philips en DAF ging over de kop. De regio Eindhoven werd een zorgenkindje. Hoe anders ligt het gebied er nu bij! Een combinatie van knap ondernemerschap, lef en een goed samenspel tussen ondernemers en bestuurders heeft ertoe geleid dat Brainport Eindhoven vandaag een voorbeeld is voor de rest van het land en een uitstraling heeft ver buiten onze landsgrenzen. Dat hebben die bedrijven, dat heeft de regio helemaal zelf voor elkaar gebokst, maar iedereen daar is het erover eens dat het Europese kader daarvoor onmisbaar was.
Die ene Europese markt en die ene Europese munt zijn cruciaal voor het succes van de regio. Niet alleen Philips, maar ook een groot en groeiend aantal andere bedrijven heeft elkaar op de plek waar vroeger het Philips Lab stond gevonden in een nieuw en aansprekend concept van samenwerking. Vroeger werd kennis angstvallig achter de hekken van het bedrijf gehouden, nu delen bedrijven kennis en faciliteiten. Daarmee scheppen zij een dynamiek waarin creativiteit en ondernemersschap uitstekend tot hun recht komen. In de driehoek Leuven-Eindhoven-Aken ontstaat de meest kennisintensieve en waarschijnlijk ook meest innovatieve en productieve regio van Europa. Dat is dezelfde regio waarin mijn vader vroeger als Marechaussee achter botersmokkelaars aanging, iets dat vandaag net zo ondenkbaar is als lantaarnopsteken.
Grenzen zijn er nog wel, problemen ook, zeker als je in het ene land woont en het andere land werkt, dus er moet dringend één arbeidsmarkt worden gemaakt, een dure plicht voor de Nederlandse, Vlaamse en Duitse autoriteiten. Voor de Nederlandse regering geldt, dat wij in deze kabinetsperiode een echte doorbraak willen bereiken, want wij laten nu teveel kansen onbenut door verschil in regelgeving. Knelpunten zijn er nog genoeg, zoveel werd mij wel duidelijk, maar de kansen zijn veel groter dan de bedreigingen, zo werd mij verzekerd. Daarbij ziet men ook nadrukkelijk ook veel mogelijkheden in Europese programma’s, zoals het fonds voor regionale ontwikkeling en het zevende kaderprogramma wetenschap en technologie, die bedoeld zijn om de kennisintensieve industrie te stimuleren.
Wat mij vooral aanspreekt is het optimisme van de vele jonge mensen die daar werken. Bij het grote aantal verschillende bedrijven die op de campus niet alleen onderzoeksfaciliteiten delen, maar ook restaurants en een fitness ruimte. Waardoor men elkaar zowel voor werk als voor ontspanning makkelijk weet te vinden. Het staat als een paal boven water dat de miljardeninvesteringen die bedrijven voor hun rekening nemen in de Eindhovense regio niet alleen gebaseerd kunnen zijn op Nederlandse markt met ruim zestien miljoen consumenten. De basis is écht de Europese markt met z’n 500 miljoen consumenten. Die markt zet internationaal de normen voor productveiligheid, voor consumentenbescherming, voor duurzaamheid. Het is de grootste en kapitaalkrachtigste markt ter wereld. Bedrijven die aan de normen kunnen voldoen die voor de belangrijkste markt gelden en dus worden overgenomen door de andere markten, kunnen met hun Europese spullen overal ter wereld terecht. Zij zetten de norm, die door producenten in de rest van de wereld worden gevolgd. Dat is geen klein bier voor de Europese economie, dat is geen klein bier voor onze toekomst.
Meer informatie