Back to school

Source: F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, published on Tuesday, April 15 2008.

Timmermans voor de klas in Den Haag

Gisteren hebben we in één dag ongeveer 15.000 middelbare scholieren rechtstreeks betrokken bij een discussie over de EU. Meer dan driehonderd Nederlanders die werkzaam zijn bij de Europese instellingen zijn voor één dag terug gegaan naar hun eigen middelbare school. Zij hebben daar gastlessen verzorgd, waarbij zij vooral hebben verteld over hun werk in de EU, over waarom zij daar zijn gaan werken, over wat er belangrijk en leuk aan is, wat er niet leuk en vervelend aan is. Kortom, over hoe de Europese overheid functioneert.

Mijn eigen Heerlense Bernardinuscollege had het groots aangepakt. Niet alleen leerlingen van de eigen school, ook gasten van het eveneens Heerlense Sintermeertencollege en het Eickenhagencollege uit Landgraaf deden mee aan de discussie. Het meest opvallende is de vanzelfsprekende houding die jongeren hebben tegenover Europa. Zij bestaat gewoon, die EU en maakt deel uit van de wereld waarin de scholieren leven. Niet dat men alles even fraai vindt, er is behoorlijke kritiek op zaken die niet goed geregeld zijn, waarbij met name de twee vergaderlocaties van het Europese Parlement een steen des aanstoots vormen. Ook valt op dat de scholieren in de grensregio een hele praktische kijk hebben op de Europese samenwerking. “Wat betekent het voor mij?” is echt de meest gestelde vraag. Veel ergernis richt zich ook op de typische problemen voor grensgangers, zoals het feit dat Nederlandse studenten aan de Akense universiteit niet in aanmerking komen voor de vergoeding van hun reiskosten tussen de grens en Aken, want daar is de OV kaart niet geldig.

Er waren meer oud-leerlingen naar het Bernardinuscollege getogen. Succesvolle Europese ambtenaren uit Brussel en Luxemburg, zowel van de beleidsdiensten als van de tolk- en vertaaldiensten gaven acte de présence. Zij hadden veel informatie meegebracht over de werking van de instellingen en dat viel in goede aarde, al waren de leerlingen vooral ook geïnteresseerd in de verhalen van hoe het nu is om bij de Commissie te werken, in een ander land te wonen, lang uit Nederland weg te zijn.

Belangrijkste is dat leerlingen met de bezoekers en met elkaar in discussie gingen over Europese onderwerpen. De Europese overheid, die bij de meesten nou niet meteen helder op het netvlies staat, kreeg de kans te laten zien dat die spreekwoordelijke anonieme bureaucraten helemaal niet zo anoniem hoeven te zijn en ook gewoon in Nederland naar school zijn geweest en op een bepaald moment hebben besloten hun talenten in te zetten voor het Europese ideaal. Een mogelijkheid die de leerlingen van nu ook hebben, mochten zij dat willen.

Over kansen, in Nederland en in Europa, ging het ook bij mijn gastles bij Scholengemeenschap De Haagse. Leerlingen keken aanvankelijk wat afwachtend aan tegen die man in dat pak die vanuit de politiek naar hen toe was gekomen. Toen de discussie eenmaal op gang kwam bleken zij bereid hun dromen over de eigen toekomst met mij te delen. Profvoetballers, miljonairs, maar ook jeugdwerkers van de toekomst openbaarden zich ter plekke. Allemaal jongeren die iets van hun leven willen maken en die willen bijdragen aan de samenleving die helaas te vaak de indruk wekt niet op hen te zitten wachten. Vragen over hun kansen op de arbeidsmarkt of hoe men in Europa had gereageerd op Fitna leverden een boeiend debat op. Misschien heb ik er een paar kunnen overtuigen dat sommige dromen helemaal niet zo onbereikbaar zijn als ze soms lijken. Misschien zijn er een paar die mij willen geloven als ik zeg dat wij alle jongeren van goede wil keihard nodig hebben in dit land en dat er voor mensen van goede wil (en een diploma!) een wereld te winnen is. In Nederland, in Europa.