Vragen van de leden Meindertsma (PvdA) en Van der Lans (GroenLinks) op 25 augustus 2004 meegedeeld aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over een mogelijke meevaller in de uitgaven voor de huursubsidie in relatie tot de plenaire behandeling van de Wijziging van de Huursubsidiewet (29 463) op 29 juni jl. in de Eerste Kamer. - Main contents
Deze vragen;Dit antwoord op vragen i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 29463 - Wijziging van de Huursubsidiewet (verhoging van het gedeelte van de rekenhuur dat voor rekening van de huurder blijft) i.
Officiële titel | Vragen van de leden Meindertsma (PvdA) en Van der Lans (GroenLinks) op 25 augustus 2004 meegedeeld aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over een mogelijke meevaller in de uitgaven voor de huursubsidie in relatie tot de plenaire behandeling van de Wijziging van de Huursubsidiewet (29 463) op 29 juni jl. in de Eerste Kamer der Staten-Generaal. |
---|---|
Document date | 20-10-2004 |
Publication date | 20-03-2009 |
Nummer | KVR21355 |
Reference | aanhangselnr. 2 |
From | Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) |
External link | original article |
Original document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2004–2005
Aanhangsel van de Handelingen
Vragen door de leden der Kamer gesteld overeenkomstig artikel 140 van het Reglement van Orde, en de daarop door de regering schriftelijk gegeven antwoorden
2
Vragen van de leden Meindertsma (PvdA) en Van der Lans (GroenLinks) op 25 augustus 2004 meegedeeld aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over een mogelijke meevaller in de uitgaven voor de huursubsidie in relatie tot de plenaire behandeling van de Wijziging van de Huursubsidiewet (29 463) op 29 juni jl. in de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
1
Klopt het dat er een meevaller is van
150 miljoen euro in de uitgaven voor de huursubsidie?1
2
Wat is de oorzaak van deze meevaller?
3
Wanneer was u op de hoogte van het feit dat er sprake zou kunnen zijn van een meevaller bij de uitgaven voor de huursubsidie? Wanneer wist u dat deze meevaller 150 miljoen euro was?
4
Was u al op de hoogte van een mogelijke meevaller tijdens de behandeling van de Wijziging van de Huursubsidiewet (29463) in de Eerste Kamer d.d. 29 juni 2004, waarin de korting op de huursubsidie werd behandeld?
5
Heeft uw ministerie aan organisaties van verhuurders en/of huurders al voor 29 juni 2004 melding gemaakt van mogelijke meevallers op de uitgaven voor de huursubsidie? Zo ja, kunt u dan aangeven waarom u dit niet in de Eerste Kamer gemeld heeft? Zo neen, hoe komt het dat deze informatie dan wel tijdig beschikbaar was voor de ministerraad van 9 juli jl., waar doorgaans de stukken meer dan één week van te voren beschikbaar moeten zijn?
6
Klopt het dat deze meevaller groter is dan de doorgevoerde bezuiniging per 1 juli 2004?
7
Waarom hebt u deze meevaller in de uitgaven voor de huursubsidie niet gebruikt in het realiseren van de taakstelling op uw begrotingspost huursubsidie?
8
Klopt het dat u in de Eerste Kamer heeft gezegd dat behandeling van het wetsvoorstel na 1 juli 2004 er toe zou moeten leiden dat de hierdoor ontstane, éénmalige tegenvaller het jaar erop door de huursubsidieontvangers zou moeten worden opgevangen? Zo ja, hoe noodzakelijk was dat tegen de achtergrond dat er sprake was van een meevaller van 150 miljoen euro?
Waarom heeft u de Eerste Kamer hierover niet geïnformeerd, zodat zij in het debat alle belangrijke feiten mee hadden kunnen nemen in de afweging tussen zorgvuldige behandeling na 1 juli 2004 enerzijds en de nu gekozen spoedbehandeling anderzijds?
1 http://www.woonbond.nl/nieuws/ nieuws.php?aktie=bekijk&id=181
Noot van de griffie: Gelijkluidende vragen zijn heden gesteld door het lid Depla (PvdA) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Antwoord
Antwoord van mevrouw Dekker (minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer). (Ontvangen 13 oktober 2004)
1
Er is sprake van een berekend financieel effect in de periode 2005 tot en met 2008 ter grootte van 150 mln. euro als gevolg van de overgang van de systematiek van een vijfjaarlijks gemiddeld inflatiecijfer naar het inflatiecijfer van het voorafgaande jaar. Mijn voornemen tot deze overgang heb ik reeds in mijn brief over het huurbeleid vanaf 1 juli 2005 d.d. 4 juni jl. aan de Tweede Kamer gemeld (TK 2003–2004, 27926, nr. 25).
KVR21355 ISSN 0921 - 738x Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2004
Eerste Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel
3
De overgang naar een andere inflatiesystematiek is één van de maatregelen die onderdeel uitmaken van de modernisering van het huurbeleid en moet dan ook in deze bredere context worden gezien. De verdere uitwerking van het beleid op hoofdlijnen van het totaal aan maatregelen en de bijbehorende financiële consequenties is nog gaande. De discussie over deze verdere uitwerking met uw Kamer moet nog plaats hebben.
2
Zie het antwoord op vraag 1.
3
In de maand juni 2004 zijn de financiële effecten van mijn voorstellen voor het huurbeleid voor zover mogelijk indicatief berekend, waaronder de overgang van de systematiek van een vijf jaarlijks gemiddeld inflatiecijfer naar het inflatiecijfer van het voorafgaande jaar.
4
Zie het antwoord op vraag 1 en vraag
3.
5 en 7
Ik wil allereerst benadrukken dat de taakstelling huursubsidie uit het Regeerakkoord losstaat van de maatregelen die samenhangen met de overgang naar een andere inflatiesystematiek als onderdeel van het moderniseren van het huurbeleid. Bij dat laatste gaat het om een pakket van maatregelen dat met de financiële plussen en minnen met de organisaties van verhuurders en huurders onderwerp van gesprek is en is geweest.
Op het moment dat ik met de Eerste Kamer sprak, had het kabinet reeds besloten het financiële effect in te zetten voor het generale beeld, ervan uitgaand dat de wijziging van de Huursubsidiewet in Uw Kamer voor 1 juli 2004 zou zijn afgerond. De 150 miljoen van het financiële effect waren derhalve niet meer beschikbaar.
6
Zoals in vraag 1 is aangegeven is er geen sprake van een meevaller maar van een effect van het wijzigen van de inflatiesystematiek in het kader van de modernisering van het huurbeleid voor de komende jaren. De doorgevoerde bezuiniging bedraagt in 2004 81 mln en in 2005 150 mln euro. Het bedoelde effect doet zich eerst in 2005 voor en bedraagt in dat jaar 20 mln euro.
8
Behandeling van het wetsvoorstel na
1 juli 2004 zou tot een eenmalige tegenvaller in het jaar erop hebben geleid.
Zie voor het overige mijn antwoord op vraag 5.
Eerste Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel
4
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.