Voorstel van wet - Voorstel van wet van de leden Van Haersma Buma en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de invoering van hoofdelijke aansprakelijkheid bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel - Main contents
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 30841 - Initiatiefvoorstel Hoofdelijke aansprakelijkheid bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel i.
Officiële titel | Voorstel van wet van de leden Van Haersma Buma en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de invoering van hoofdelijke aansprakelijkheid bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel; Voorstel van wet |
---|---|
Document date | 12-10-2006 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST101679 |
Reference | 30841, nr. 2 |
From | Justitie (JUS) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2006–2007
30 841
Voorstel van wet van de leden Van Haersma Buma en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de invoering van hoofdelijke aansprakelijkheid bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de mogelijkheden tot
ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel te verruimen en
hiertoe de mogelijkheid van hoofdelijke aansprakelijkstelling in de wet op
te nemen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Onder vernummering van het zesde tot en met achtste lid, tot zevende tot en met negende lid, wordt na het vijfde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:
-
6.Bij het vaststellen van het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel op grond van het eerste en tweede lid terzake van strafbare feiten die door twee of meer personen zijn gepleegd, kan de rechter bepalen dat deze hoofdelijk dan wel voor een door hem te bepalen deel aansprakelijk zijn voor de gezamenlijke betalingsverplichting.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.