Brief staatssecretaris over twee onderwerpen in verband met het persoonsgebonden budget (PGB) - Persoonsgebonden Budgetten - Main contents
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 25657 - Persoonsgebonden Budgetten (PGB's).
Officiële titel | Persoonsgebonden Budgetten; Brief staatssecretaris over twee onderwerpen in verband met het persoonsgebonden budget (PGB) |
---|---|
Document date | 04-03-1998 |
Publication date | 12-03-2009 |
Nummer | KST27984 |
Reference | 25657, nr. 3 |
From | Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1997–1998
25 657
Persoonsgebonden Budgetten
Nr. 3
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Rijswijk, 4 maart 1998
Inleiding
Bij wijze van tussentijdse rapportage wil ik u op de hoogte brengen omtrent een tweetal onderwerpen in verband met het persoonsgebonden budget (PGB). Het eerste onderwerp betreft de maximering van verpleging en verzorging in de thuiszorg tot drie uren per dag. Het tweede onderwerp betreft de stand van zaken rond de administratieve uitvoering van het PGB door de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Bij de start van de landelijke PGB-regelingen in 1996 heb ik met de Kamer afgesproken dat ik na twee jaar een algemene evaluatie zou laten plaatsvinden, gebaseerd op de eindrapportage van het onderzoek dat in opdracht van de Ziekenfondsraad door het ITS naar de werking van het PGB wordt verricht. Die eindrapportage zal ik binnenkort ontvangen. Naar verwachting zal de algemene evaluatie u in de loop van de maand april kunnen worden aangeboden.
Maximering verpleging en verzorging
Met mijn brief van 5 februari jl. heb ik u geïnformeerd over het verzoek dat ik aan de Ziekenfondsraad heb gericht om voor de budgethouders die tot nog toe een indicatie voor méér dan drie uren verpleging en verzorging per dag bezitten in de PGB-regeling 1998 een continuïteitsgarantie op te nemen, zulks in afwachting van een meer structurele regeling door de invoering van een PGB als alternatief voor verpleeghuiszorg, zo mogelijk met ingang van 1999. De Ziekenfondsraad zal op korte termijn aan die continuïteitsgarantie vorm geven. Daarvoor is een kleine wijziging van de PGB-regeling 1998 nodig.
Met betrekking tot de maximering is een onduidelijkheid ontstaan over de vraag in welke mate het onderdeel «verzorging» uit de PGB-regeling 1998 onder de beperking tot drie uren per dag dient te worden gerekend. In de
PGB-regeling worden onderscheiden: verpleging, ADL-hulp, verzorging en HDL-hulp. Het begrip «verzorging» vervangt de aanduiding «gezinsverzorging» dat in de PGB-regeling 1997 werd gehanteerd.
Teneinde de bedoelde onduidelijkheid weg te nemen heb ik bij brief van 26 februari jl. aan de Ziekenfondsraad bericht hoe de toedeling van het begrip «verzorging» aan de zorgaanspraken die in het kader van de thuiszorg worden onderscheiden dient te geschieden. Het begrip «verzorging» dat wordt gebruikt om tot de vaststelling van de hoogte van het budget te komen, dient in termen van zorgaanspraken te worden beschouwd als een combinatie van ADL en HDL, waarbij het ADL-gedeelte wel, het HDL-gedeelte niet onder de maximering valt. Met betrekking tot «verzorging» dient bij de indicatiestelling te worden vastgesteld welk deel als ADL en welk deel als HDL dient te worden aangemerkt.
Een afschrift van de brief die ik aan de Ziekenfondsraad heb gezonden treft u in de vorm van een bijlage aan1
Administratieve uitvoering PGB door SVB
Met ingang van 1 januari 1998 is de financieel administratieve uitvoering van het PGB overgenomen door de SVB. Voorheen geschiedde die uitvoering door de budgethoudersverenigingen. Per Saldo en Naar Keuze in samenwerking met een extern administratiekantoor. In het kader van de PGB-regeling 1998 is op mijn verzoek door de Ziekenfondsraad bepaald dat de betaling van het forfaitaire bedrag aan de budgethouders en de administratie van de trekkingsrechten door de SVB geschiedt. De afwikkeling van de betalingen over 1997 dient door de budgethoudersvereniging plaats te vinden.
Door de Ziekenfondsraad en de SVB wordt op de overgangssituatie zo nauw mogelijk toegezien. Daarbij zijn de overname van de administratieve dossiers van de budgethoudsverenigingen en de noodzakelijke registratie van de PGB-overeenkomsten met de daaruit voortvloeiende betalingen de belangrijkste aandachtspunten geweest.
De voornaamste documenten die voor de administratieve afwikkeling van betalingen door de SVB nodig zijn, zijn de budgetovereenkomst tussen zorgkantoor en budgethouder, de (arbeids)overeenkomst tussen budgethouder en hulpverlener en de betaalopdrachten van budgethouders voor geleverde diensten (declaraties). Per budgethouder kan het om meer dan één van die bescheiden gaan.
De dossiers van de budgethoudersvereniging zijn voor de SVB van belang omdat die (arbeids)overeenkomsten tussen budgethouders en hulpverleners bevatten. De PGB-regeling vereist zo’n overeenkomst om tot betaling van declaraties te kunnen komen. Momenteel zijn bij de SVB 8000 overeenkomsten tussen budgethouders en hulpverleners (particulieren en instellingen) geregistreerd. Overdracht van de dossiers van de budgethoudersverenigingen aan de SVB kan om privacyredenen slechts geschieden als de budgethouder daar de schriftelijke toestemming voor geeft. Het merendeel van de dossiers is in de tweede helft van december aan de SVB overgedragen. Van ongeveer duizend dossiers zal de overdracht binnenkort plaatsvinden. Van ongeveer 500 budgethouders is de vereiste machtiging nog niet terugontvangen. Teneinde vertragingen in de betaling te voorkomen geschiedt die thans declaratiegestuurd. Op het moment dat een declaratie binnenkomt, wordt een overeenkomst tussen budgethouder en hulpverlener vastgelegd.
1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.
Bij de SVB zijn momenteel 7500 budgetovereenkomsten geregistreerd. De budgetovereenkomst dient te worden gezien als de toekenningsbeschikking van het zorgkantoor aan de budgethouder. In de PGB-regeling 1998 is vastgelegd dat jaarlijks een nieuwe overeenkomst tussen zorgkantoor en budgethouder tot stand dient te komen. Die bepaling is noodzakelijk om overlopende budgetovereenkomsten te vermijden. Budgetovereenkomsten die over de datum van 1 januari van het jaar heen lopen maken immers een goede vastlegging van de jaarlijkse verplichtingen die met het PGB gemoeid zijn onmogelijk.
Door de zorgkantoren dient per 1 januari 1998 derhalve met elk budgethouder een nieuwe overeenkomst te worden aangegaan. Binnenkomende budgetovereenkomsten worden bij de SVB binnen twee dagen verwerkt. Teneinde vertraging te vermijden is in een aantal gevallen rond de jaarwisseling met voorlopige overeenkomsten gewerkt. Door de Ziekenfondsraad is aangegeven dat voorlopige budgetovereenkomsten kunnen worden gesloten zolang bij de CAK-gegevens die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de eigen bijdrage nog niet beschikbaar zijn. Als gevolg daarvan zijn bij de SVB wel extra handelingen nodig op het moment dat een definitieve overeenkomst beschikbaar komt.
Zodra een budgetovereenkomst bij de SVB bekend is, wordt bij de eerstvolgende betalingsronde het forfaitaire bedrag aan de budgethouder overgemaakt. In de maand februari heeft een drietal betalingsronden plaatsgevonden. Aan alle bekende budgethouders is het forfaitaire bedrag betaald.
In ongeveer 800 gevallen hebben budgethouders maandelijkse automatische betaling aan hun vaste hulpverleners afgesproken. Ofschoon de meeste budgetovereenkomsten begin januari nog niet beschikbaar waren is in overleg tussen Ziekenfondsraad en SVB besloten deze betalingen tijdig uit te voeren.
De declaraties van budgethouders voor betalingen aan hun hulpverleners die betrekking hebben op de maand januari en die op 10 februari bij de SVB waren ontvangen zijn de daaropvolgende week aan de bank aangeboden. De volgende declaraties zijn per 20 februari betaald. Inmiddels zijn circa 3500 declaraties betaald.
In een aantal gevallen kunnen declaraties niet worden betaald omdat de SVB twijfels heeft over de juistheid of volledigheid ervan of omdat het dossier incompleet is. In een aantal gevallen roepen de verkregen administratieve gegevens vraagtekens op, bijvoorbeeld doordat wijzigingen op geregistreerde arbeidsovereenkomsten slechts op telefonische basis zijn verwerkt. Dergelijke wijzigingen kunnen van groot belang zijn omdat die bepalen of er wel of niet sprake is van inhoudingsplicht.
Dergelijke gevallen maken frequent of intensief contact met de budgethouder noodzakelijk. Vertragingen bij betalingen roepen ook vragen van de budgethouders op. Noodzakelijkerwijs heeft de SVB maximale personele inzet geconcentreerd op het ordenen van de administratieve dossiers. Zij heeft tevens de nodige maatregelen getroffen om de telefonische bereikbaarheid en de doelmatigheid van telefonische contacten met budgethouders te vergroten. Op grond van het subsidie dat hen is verleend mag overigens ook van de budgethoudersverenigingen een belangrijke inbreng bij de voorlichting en instructie van de budgethouders worden verwacht.
Gelet op de strikte en professionele regie die door de SVB en de Ziekenfondsraad op de financieeladministratieve uitvoering van de PGB-regeling wordt gevoerd mag worden aangenomen dat de lopende overgangsperiode binnen enkele maanden doeltreffend zal zijn afgerond.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. G. Terpstra
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.