De energiesituatie in Nederland en West-Europa - Main contents
De regering constateerde dat de Nederland in toenemende mate afhankelijk was van energie-importen omdat zowel de nationale als de Europese productie van traditionele brandstoffen (steenkool, aardgas en aardolie) de energiebehoefte niet dekte. Bovendien voorzag de regering dat de nationale vraag naar energie in de periode 1955-1975 zou stijgen met 65 procent. De recente ontdekking van kernenergie als nieuwe krachtbron werd bestempeld als belangrijk alternatief om de energietekorten te dekken, zeker gezien de onzekerheden over de stabiliteit van de energie-importen (Suez-crisis van 1956), en mogelijke uitputting van traditionele energiebronnen.
De noodzaak tot internationale samenwerking treedt op praktisch geen ander gebied zo duidelijk naar voren als op dat van de kernenergie. Er kan geen twijfel over bestaan, dat wij op dit terrein aan de vooravond staan van een belangwekkende ontwikkeling, die het beeld van onze samenleving ingrijpend zal kunnen wijzigen. Het dynamische karakter van deze ontwikkeling wordt nog gestimuleerd door de wedloop, die in feite bestaat tussen de dreiging van een naderend tekort aan "klassieke" energie en de toepassingsmogelijkheden van de nog maar zo kort geleden ontdekte nieuwe krachtbron.
De energiesituatie in Nederland
De cijfers over de toename van het energieverbruik in Nederland spreken in dezen een duidelijke taal.
Produktie en verbruik in Nederland van steenkool, aardgas en aardolie in 1000 ton steenkool equivalent
___________________________________________________________
Produktie Verbruik Voorzieningspercentage
___________________________________________________________
1929.....11 632 14 600 80
1950.....13 365 20 700 65
1955.....13 650 26 000 53
1960.....13 800 31 000 45
1975.....14 100 43 000 33
---------------------------------------------------------------
Indien geen gebruik zou worden gemaakt van kernenergie, zou dit snel toenemende tekort geheel gedekt moeten worden door invoer van steenkolen en aardolie.
De energiesituatie in de K.S.G.-landen
De bovengenoemde situatie is niet specifiek voor Nederland. Men ziet een soortgelijk beeld in de zes K.S.G.-landen als geheel. Slechts is de ontwikkeling voor Nederland alléén nog veel sprekender dan voor de zes K.S.G.-landen gezamenlijk.
Energieproduktie en -behoefte van de zes landen in miljoenen ton steenkool equivalent
_________________________________________________________
Produktie Verbruik Voorzieningspercentage
_________________________________________________________
1955.....315 407 77
1965.....379 564 67
1975.....434 725 60
---------------------------------------------------------
Het laat zich aanzien, dat ook gedurende de jaren na 1975 het energieverbruik in de West-Europese landen in een vrij snel tempo zal blijven toenemen. Dit betekent, dat een grote mate van aandacht zal moeten worden gewijd aan het handhaven van een ongestoorde energievoorziening tegen redelijke prijs.
Hoe groot de invloed van een tijdelijke storing kan zijn, heeft de periode na de Suez-crisis duidelijk laten zien. Ook mag niet uit het oog worden verloren, dat bij import van brandstoffen de transportkosten een belangrijke rol spelen. Deze hebben in perioden van hoge vrachten bijna de helft van de prijs van Amerikaanse steenkool bedragen. Ten slotte staat het vast, dat de prijzen van klassieke brandstoffen in normale perioden steeds een neiging tot stijging zullen vertonen door de voortgaande uitputting van de gunstigste kolenlagen, zomede door de te verwachten stijging van de loonkosten.