Vierde afdeling - Het Hof van Justitie - Main contents
Contents
- 164: Bevoegdheden
- 165: Samenstelling, kamers, stemprocedure
- 166: Advocaten-generaal
- 167: Curriculum, benoeming en vervanging rechters en advocaten-generaal, president van het Hof
- 168: Griffier
- 169: Verdragschendingsprocedure Commissie tegen Lid-Staat
- 170: Verdragschendingsprocedure Lid-Staat tegen Lid-Staat
- 171: Lid-Staat is aan arrest gebonden
- 172: Rechtsmacht Hof bij sancties vervat in verordeningen Raad
- 173: Toetsing handelingen Raad en Commissie, uitspraak bij beroep
- 174: Nietigverklaring van handelingen
- 175: Procedure bij verdragschending door Raad of Commissie wegens nalatigheid
- 176: Commissie en Raad zijn aan arrest Hof gebonden
- 177: Prejudiciële beslissing
- 178: Vergoeding bij schade door handelen Gemeenschap of haar personeelsleden
- 179: Bevoegdheid bij geschil tussen Gemeenschap en haar personeelsleden
- 180: Geschillen betreffende de Europese Investeringsbank
- 181: Arbitrage bij een door de Gemeenschap gesloten publiek- of privaatrechtelijke overeenkomst
- 182: Geschil tussen Lid-Staten
- 183: Bevoegdheid nationale rechterlijke instanties
- 184: Inroepen niet-toepasselijkheid van verordeningen
- 185: Beroep heeft geen schorsende werking, tenzij het Hof dit gelast
- 186: Voorlopige maatregelen
- 187: Uitvoering arresten
- 188: Statuut, reglement voor de procesvoering
164: Bevoegdheden
Het Hof van Justitie verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van dit Verdrag.
165: Samenstelling, kamers, stemprocedure
Het Hof van Justitie bestaat uit zeven rechters.
Het Hof van Justitie komt in voltallige zitting bijeen. Het kan echter uit zijn midden kamers vormen, elk samengesteld uit drie of vijf rechters, om overeenkomstig de bepalingen van een daartoe opgesteld reglement hetzij bepaalde maatregelen van onderzoek te nemen, hetzij bepaalde soorten van zaken te berechten.
In alle zaken die aanhangig zijn gemaakt door een Lid-Staat of door een instelling van de Gemeenschap, alsmede in alle krachtens artikel 177 aan het Hof voorgelegde prejudiciële geschillen, beslist het Hof van Justitie in voltallige zitting.
Indien het Hof van Justitie zulks verzoekt, kan de Raad met eenparigheid van stemmen het aantal rechters verhogen en de tweede en de derde alinea van dit artikel alsmede de tweede alinea van artikel 167 voor zover nodig aanpassen.
166: Advocaten-generaal
Het Hof van Justitie wordt bijgestaan door twee advocaten-generaal.
De advocaat-generaal heeft tot taak, in het openbaar in volkomen onpartijdigheid en onafhankelijkheid met redenen omklede conclusies te nemen aangaande zaken welke aan het Hof van Justitie zijn voorgelegd, ten einde dit ter zijde te staan bij de vervulling van zijn taak, gelijk deze is omschreven in artikel 164.
Indien het Hof van Justitie zulks verzoekt, kan de Raad met eenparigheid van stemmen het aantal advocaten-generaal verhogen en de derde alinea van artikel 167 voor zover nodig aanpassen.
167: Curriculum, benoeming en vervanging rechters en advocaten-generaal, president van het Hof
De rechters en de advocaten-generaal, gekozen uit personen die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden en aan alle gestelde eisen voldoen om in hun onderscheidene landen de hoogste rechterlijke ambten te bekleden, of die bekend staan als kundige rechtsgeleerden, worden in onderlinge overeenstemming door de regeringen van de Lid-Staten voor zes jaar benoemd.
Om de drie jaar vindt een gedeeltelijke vervanging van de rechters plaats. Deze heeft beurtelings betrekking op drie en op vier rechters. De drie rechters die aan het einde van de eerste periode van drie jaar moeten aftreden, worden door het lot aangewezen.
Om de drie jaar vindt een gedeeltelijke vervanging van de advocatengeneraal plaats. De advocaat-generaal die aan het einde van de eerste periode van drie jaar moet aftreden, wordt door het lot aangewezen.
De aftredende rechters en advocaten-generaal zijn herbenoembaar.
De rechters kiezen uit hun midden voor drie jaar de president van het Hof van Justitie. Hij is herkiesbaar.
168: Griffier
Het Hof van Justitie benoemt zijn griffier en bepaalt diens positie.
169: Verdragschendingsprocedure Commissie tegen Lid-Staat
Indien de Commissie van oordeel is dat een Lid-Staat een van de krachtens dit Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, brengt zij dienaangaande een met redenen omkleed advies uit, na deze Staat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn opmerkingen te maken.
Indien de betrokken Staat dit advies niet binnen de door de Commissie vastgestelde termijn opvolgt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie.
170: Verdragschendingsprocedure Lid-Staat tegen Lid-Staat
Elk van de Lid-Staten kan zich wenden tot het Hof van Justitie, indien hij van mening is dat een andere Lid-Staat een van de krachtens dit Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.
Voordat een Lid-Staat tegen een andere Lid-Staat een klacht indient op grond van een beweerde schending van de verplichtingen welke krachtens dit Verdrag op deze laatste rusten, moet hij deze klacht aan de Commissie voorleggen.
De Commissie brengt een met redenen omkleed advies uit nadat aan de betrokken Staten de gelegenheid is gegeven om over en weer schriftelijk en mondeling opmerkingen te maken.
Indien de Commissie binnen drie maanden na indiening van de klacht geen advies heeft uitgebracht, kan desniettemin de klacht bij het Hof van Justitie worden ingediend.
171: Lid-Staat is aan arrest gebonden
Indien het Hof van Justitie vaststelt dat een Lid-Staat een der krachtens dit Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, is deze Staat gehouden die maatregelen te nemen, welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie.
172: Rechtsmacht Hof bij sancties vervat in verordeningen Raad
De door de Raad krachtens de bepalingen van dit Verdrag vastgestelde verordeningen kunnen aan het Hof van Justitie volledige rechtsmacht verlenen wat betreft de sancties welke in die verordeningen zijn opgenomen.
173: Toetsing handelingen Raad en Commissie, uitspraak bij beroep
Het Hof van Justitie gaat de wettigheid na van de handelingen van de Raad en van de Commissie, voor zover het geen aanbevelingen of adviezen betreft. Te dien einde is het bevoegd uitspraak te doen inzake elk door een Lid-Staat, de Raad of de Commissie ingesteld beroep wegens onbevoegdheid, schending van wezenlijke vormvoorschriften, schending van dit Verdrag of van enige uitvoeringsregeling daarvan, dan wel wegens misbruik van bevoegdheid.
Iedere natuurlijke of rechtspersoon kan onder dezelfde voorwaarden beroep instellen tegen de tot hem gerichte beschikkingen, alsmede tegen beschikkingen die, hoewel genomen in de vorm van een verordening, of van een beschikking gericht tot een andere persoon, hem rechtstreeks en individueel raken.
Het in dit artikel bedoelde beroep moet worden ingesteld binnen twee maanden te rekenen, al naar het geval, van de dag van bekendmaking van de handeling, van die van kennisgeving aan de verzoeker of, bij gebreke daarvan, van. de dag waarop de verzoeker van de handeling heeft kennis gekregen.
174: Nietigverklaring van handelingen
Indien het beroep gegrond is, wordt de betwiste handeling door het Hof van Justitie nietig verklaard.
Wat echter de verordeningen betreft, wijst het Hof van Justitie, zo het dit nodig oordeelt, die gevolgen van de vernietigde verordening aan, welke als gehandhaafd moeten worden beschouwd.
175: Procedure bij verdragschending door Raad of Commissie wegens nalatigheid
Ingeval de Raad of de Commissie, in strijd met dit Verdrag, nalaat een besluit te nemen, kunnen de Lid-Staten en de overige instellingen van de Gemeenschap zich wenden tot het Hof van Justitie om deze schending te doen vaststellen.
Dit beroep is slechts ontvankelijk indien de betrokken instelling vooraf tot handelen is uitgenodigd. Indien deze instelling na twee maanden, te rekenen van de uitnodiging, haar standpunt nog niet heeft bepaald, kan het beroep worden ingesteld binnen een nieuwe termijn van twee maanden.
Iedere natuurlijke of rechtspersoon kan onder de in de voorgaande alinea's vastgestelde voorwaarden bij het Hof van Justitie zijn bezwaren indienen tegen het feit dat een der instellingen van de Gemeenschap heeft nagelaten te zijnen aanzien een andere handeling te verrichten dan het geven van een aanbeveling of een advies.
176: Commissie en Raad zijn aan arrest Hof gebonden
De instelling welke de vernietigde handeling heeft verricht of elker nalatigheid strijdig met dit Verdrag is verklaard, is gehouden de maatregelen te nemen, welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie.
Deze verplichting geldt onverminderd die, welke kan voortvloeien uit de toepassing van de tweede alinea van artikel 215.
177: Prejudiciële beslissing
Het Hof van Justitie is bevoegd, bij wijze van prejudiciële beslissing, een uitspraak te doen:
-
a)over de uitlegging van dit Verdrag,
-
b)over de geldigheid en de uitlegging van de door de instellingen van de Gemeenschap verrichte handelingen,
-
c)over de uitlegging van de statuten van bij besluit van de Raad ingestelde organen wanneer die statuten daarin voorzien.
Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen voor een rechterlijke instantie van een der Lid-Staten, kan deze instantie, indien zij een beslissing op dit punt noodzakelijk acht voor het wijzen van haar vonnis, het Hof van Justitie verzoeken over deze vraag een uitspraak te doen.
Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen in een zaak aanhangig bij een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, is deze instantie gehouden zich tot het Hof van Justitie te wenden.
178: Vergoeding bij schade door handelen Gemeenschap of haar personeelsleden
Het Hof van Justitie is bevoegd kennis te nemen van geschillen over de vergoeding van de in de tweede alinea van artikel 215 bedoelde schade.
179: Bevoegdheid bij geschil tussen Gemeenschap en haar personeelsleden
Het Hof van Justitie is bevoegd, uitspraak te doen in elk geschil tussen de Gemeenschap en haar personeelsleden, binnen de grenzen en onder de voorwaarden vastgesteld in het statuut of voortvloeiende uit de regeling welke voor hen toepasselijk is.
180: Geschillen betreffende de Europese Investeringsbank
Het Hof van Justitie is bevoegd, binnen de hierna aangegeven grenzen, kennis te nemen van de geschillen betreffende:
-
a)de uitvoering van de verplichtingen der Lid-Staten voortvloeiende uit de Statuten van de Europese Investeringsbank. De Raad van Bewind van de Bank beschikt dienaangaande over de bevoegdheden welke bij artikel 169 aan de Commissie zijn toegekend;
-
b)de besluiten van de Raad van Gouverneurs van de Bank. Elke Lid-Staat, de Commissie en de Raad van Bewind van de Bank kunnen onder de voorwaarden gesteld in artikel 173 te dezer zake beroep instellen;
-
c)de besluiten van de Raad van Bewind van de Bank. Beroep tegen deze besluiten kan onder de voorwaarden van artikel 173 slechts worden ingesteld door de Lid-Staten of de Commissie, en alleen in geval van schending van de vormvoorschriften bedoeld in artikel 21, leden 2, 5, 6 en 7, van de Statuten van de Investeringsbank.
181: Arbitrage bij een door de Gemeenschap gesloten publiek- of privaatrechtelijke overeenkomst
Het Hof van Justitie is bevoegd, uitspraak te doen krachtens een arbitragebeding vervat in een door of namens de Gemeenschap gesloten publiekrechtelijke of privaatrechtelijke overeenkomst.
182: Geschil tussen Lid-Staten
Het Hof van Justitie is bevoegd uitspraak te doen in elk geschil tussen Lid-Staten dat met de materie van dit Verdrag verband houdt, indien dit geschil hem krachtens een compromis wordt voorgelegd.
183: Bevoegdheid nationale rechterlijke instanties
Behoudens de bevoegdheid die bij dit Verdrag aan het Hof van Justitie wordt verleend, zijn de geschillen waarin de Gemeenschap partij is, niet uit dien hoofde onttrokken aan de bevoegdheid van de nationale rechterlijke instanties.
184: Inroepen niet-toepasselijkheid van verordeningen
Iedere partij kan, ook al is de in de derde alinea van artikel 173 bedoelde termijn verstreken, naar aanleiding van een geschil waarbij een verordening van de Raad of van de Commissie in het geding is, de in de eerste alinea van artikel 173 bedoelde middelen aanvoeren om voor het Hof van Justitie de niet-toepasselijkheid van deze verordening in te roepen.
185: Beroep heeft geen schorsende werking, tenzij het Hof dit gelast
Een bij het Hof van Justitie ingesteld beroep heeft geen schorsende werking. Het Hof van Justitie kan echter, indien het van oordeel is dat de omstandigheden zulks vereisen, opschorting van de uitvoering van de bestreden handeling gelasten.
186: Voorlopige maatregelen
Het Hof van Justitie kan in zaken welke bij dit college aanhangig zijn gemaakt, de noodzakelijke voorlopige maatregelen gelasten.
187: Uitvoering arresten
De arresten van het Hof van Justitie zijn uitvoerbaar overeenkomstig de bepalingen van artikel 192.
188: Statuut, reglement voor de procesvoering
Het Statuut van het Hof van Justitie wordt vastgesteld bij een afzonderlijk protocol.
Het Hof van Justitie stelt zijn reglement voor de procesvoering vast, dat met eenparigheid van stemmen door de Raad moet worden goedgekeurd.