Hoofdstuk 3 - De handelspolitiek - Main contents
Contents
- 110: Doelstellingen
- 111: Bepalingen tijdens overgangsperiode
- 112: Harmonisatie steunmaatregelen bij uitvoer naar derde landen
- 113: Beginselen, besluitvormingsprocedures
- 114: Handelsakkoorden met derde landen
- 115: Maatregelen bij verstoring economie van een Lid-Staat door nieuwe handelspolitiek
- 116: Gezamenlijk optreden bij internationale organisaties
110: Doelstellingen
Door tezamen een douane-unie op te richten, beogen de Lid-Staten een bijdrage, in overeenstemming met het gemeenschappelijk belang, te leveren tot een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel, de geleidelijke afschaffing van de beperkingen in het internationale handelsverkeer en de verlaging van de tariefmuren.
Bij de gemeenschappelijke handelspolitiek wordt rekening gehouden met de gunstige invloed die de afschaffing van de rechten tussen de Lid-Staten kan uitoefenen op de toeneming van het vermogen tot mededinging van de ondernemingen dezer Staten.
111: Bepalingen tijdens overgangsperiode
Tijdens de overgangsperiode zijn, onverminderd de artikelen 115 en 116, de volgende bepalingen van toepassing:
-
1.De Lid-Staten coördineren hun handelsbetrekkingen met derde landen in dier voege dat na het verstrijken van de overgangsperiode de noodzakelijke voorwaarden tot het voeren van een gemeenschappelijke politiek op het gebied van de buitenlandse handel vervuld zijn.
De Commissie doet aan de Raad voorstellen met betrekking tot de tijdens de overgangsperiode toe te passen procedure bij gemeenschappelijk optreden en met betrekking tot de eenmaking van de handelspolitiek.
-
2.De Commissie doet aanbevelingen aan de Raad met het oog op de onderhandelingen met derde landen over het gemeenschappelijk douanetarief.
De Raad machtigt de Commissie de onderhandelingen te openen.
De Commissie voert deze onderhandelingen in overleg met een speciaal comité, door de Raad aangewezen om haar daarin bij te staan, en binnen het raam van de richtlijnen welke de Raad haar kan verstrekken.
-
3.Bij de uitoefening van de bevoegdheden welke hem bij dit artikel zijn verleend, besluit de Raad met eenparigheid gedurende de eerste twee etappes en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen nadien.
-
4.De Lid-Staten nemen in overleg met de Commissie alle noodzakelijke maatregelen, welke met name ten doel hebben geldende tariefakkoorden met derde landen aan te passen ten einde de inwerkingtreding van het gemeenschappelijk douanetarief niet te vertragen.
-
5.De Lid-Staten stellen zich ten doel hun liberalisatielijsten ten opzichte van derde landen of groepen van derde landen op een zo hoog mogelijk peil onderling gelijk te maken. Hiertoe doet de Commissie aan de Lid-Staten alle passende aanbevelingen.
Indien de Lid-Staten de kwantitatieve beperkingen ten aanzien van derde landen opheffen of verminderen, zijn zij gehouden de Commissie tevoren daarvan in kennis te stellen en de andere Lid-Staten op gelijke voet te behandelen.
112: Harmonisatie steunmaatregelen bij uitvoer naar derde landen
-
1.Onverminderd de verplichtingen door de Lid-Staten aangegaan in het kader van andere internationale organisaties, worden vóór het einde van de overgangsperiode de steunregelingen, door de Lid-Staten bij uitvoer naar derde landen toegepast, geleidelijk met elkaar in overeenstemming gebracht, in de mate waarin zulks noodzakelijk is om te vermijden dat de mededinging tussen de ondernemingen van de Gemeenschap wordt vervalst.
De Raad stelt met eenparigheid tot aan het einde van de tweede etappe en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen daarna, op voorstel van de Commissie, de daartoe noodzakelijke richtlijnen vast.
-
2.Bovenstaande bepalingen zijn niet van toepassing op de teruggave van douanerechten of heffingen van gelijke werking noch op de teruggave van indirecte belastingen met inbegrip van omzetbelasting, accijnzen en andere indirecte belastingen verleend bij de uitvoer van goederen van een Lid-Staat naar een derde land, voor zover deze teruggaven niet hoger zijn dan de belastingen welke al dan niet rechtstreeks op de uitgevoerde produkten drukten.
113: Beginselen, besluitvormingsprocedures
-
1.Na afloop van de overgangsperiode wordt de gemeenschappelijke handelspolitiek gegrond op eenvormige beginselen met name wat betreft de tariefwijzigingen, het sluiten van tarief- en handelsakkoorden, het eenvormig maken van liberalisatiemaatregelen, de uitvoerpolitiek, alsmede de handelspolitieke beschermingsmaatregelen, waaronder de te nemen maatregelen in geval van dumping en subsidies.
-
2.De Commissie doet voorstellen aan de Raad om over te gaan tot toepassing van deze gemeenschappelijke handelspolitiek.
-
3.Indien moet worden onderhandeld over akkoorden met derde landen, doet de Commissie aanbevelingen aan de Raad, die haar machtigt de vereiste onderhandelingen te openen.
De Commissie voert deze onderhandelingen in overleg met een speciaal comité, door de Raad aangewezen om haar daarin bij te staan, en binnen het raam van de richtlijnen welke de Raad haar kan verstrekken.
-
4.Bij de uitoefening van de bevoegdheden welke hem bij dit artikel zijn verleend besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
114: Handelsakkoorden met derde landen
De akkoorden bedoeld in de artikelen 111, lid 2, en 113 worden namens de Gemeenschap gesloten door de Raad die gedurende de eerste twee etappes krachtens een met eenparigheid van stemmen genomen besluit handelt en krachtens een met gekwalificeerde meerderheid van stemmen genomen besluit daarna.
115: Maatregelen bij verstoring economie van een Lid-Staat door nieuwe handelspolitiek
Ten einde te verzekeren dat de uitvoering der door elke Lid-Staat overeenkomstig dit Verdrag genomen handelspolitieke maatregelen niet wordt verhinderd door het zich verleggen van het handelsverkeer of indien dispariteiten in die maatregelen in een of meer Staten economische moeilijkheden medebrengen, doet de Commissie aanbevelingen over de wijze waarop de overige Lid-Staten de vereiste medewerking verlenen. Bij gebreke van dien machtigt zij de Lid-Staten de noodzakelijke beschermende maatregelen te treffen, waarvan zij de voorwaarden en de wijze van toepassing vaststelt.
In dringende gevallen kunnen de Lid-Staten gedurende de overgangsperiode de noodzakelijke maatregelen zelf nemen en geven zij daarvan kennis aan de overige Lid-Staten alsmede aan de Commissie, die kan besluiten dat de Staten deze maatregelen moeten wijzigen of opheffen.
Bij voorrang moeten die maatregelen worden genomen die de minste verstoringen in de werking van de gemeenschappelijke markt veroorzaken en die recht doen aan de noodzaak om de instelling van het gemeenschappelijke douanetarief zoveel mogelijk te bespoedigen.
116: Gezamenlijk optreden bij internationale organisaties
Voor alle vraagstukken die van bijzonder belang zijn voor de gemeenschappelijke markt treden de Lid-Staten, in het kader van de internationale organisaties die een economisch karakter dragen, na het einde van de overgangsperiode nog slechts gezamenlijk op. De Commissie doet aan de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, voorstellen betreffende de draagwijdte en de uitvoering van dat gezamenlijk optreden.
Gedurende de overgangsperiode plegen de Lid-Staten overleg ten einde hun optreden op elkaar af te stemmen en, voor zover mogelijk, een gelijke houding aan te nemen.